- Datering van de gebeurtenis: Jaren '50
7e VERTELLING (uit ‘Bouwjaar 1945' memoires van Jan Kwantes)
7.Mag ik op straat gaan spelen?
Als ik na school buiten mocht spelen was dat veelal in de Oude Kerkstraat. Het was 'de' plek waar je mij met mijn vriendjes kon vinden. Ons trio, Jan van tante Riet, Frans en ik, voetbalden daar, speelde er politie en boef, cowboy en indiaan, deden er verstoppertje en klommen op en over poorten, schuttingen en gebouwen van de textielfabriek Triborgh en het bouwterrein van aannemer Heerkens. Ten slotte fietsten we er wedstrijdjes, want er kwam nauwelijks verkeer.
Na school haalde ik met de bal onder mijn arm Jan van tante Riet en Frans thuis op om een potje op straat te voetballen. Al snel verschenen uit alle hoeken en gaten in de buurt allerlei jongens, zodat we een partijtje konden spelen in de Oude Kerkstraat . Om de beurt kon je dan uit de rij van jongens een speler kiezen die voor dat spelletje voetbal bij jouw team hoorde. Degene met de bal mocht het eerst kiezen, je nam dan natuurlijk de beste uit het groepje. Als er al twee of drie gekozen waren en je stond nog af te wachten bij welke kant je zou gaan horen, dan zei dat wel iets over het gebrek aan je voetbalkwaliteiten. Gelukkig werd ik meestal niet als een van de laatste gekozen. We namen ook namen aan van bekende voetballers. "Ik ben Kurt Zaro":zei ik dan, een ander noemde zich Abe Lenstra. Onze Harrie speelde al bij NOAD, die kon heel goed met een bal overweg. Ook ome Huub Kwantes was een verdienstelijke voetballer, die nog bij Willem II in het eerste heeft gespeeld. Helaas brak hij zijn been op twee plaatsten en kon daarna zijn voetbalcarrière wel vergeten.
Als er niet gevoetbald werd dan gingen we soms rolschaatsen. Dan reden Jan van tante Riet en ik op een zondagmorgen naar ome Toon Kwantes en tante Annie die op de Heikant woonden. Zij dreven een kruidenierszaak. Het gekletter van de metalen wieltjes op de stenen kon je straten verderop horen. Via de Noordhoek reden we dan door de Gasthuisstraat langs het Wilhelminapark, Smidspad, Goirkestraat langs De Oude Lind naar de Heikant. Ome Toon was gehuld in een stofjas en was zijn vogeltjes aan het voeren. Tante Annie, zoals altijd vriendelijk, vroeg of we limonade wilde drinken. We kletsten even met onze neefjes Ad en Nico, waarna we weer vertrokken om op tijd te zijn voor de voetbal.
Fietsen was ook een geliefde bezigheid van mij en mijn vriendjes. Mijn eerste fiets was een tweede- of misschien wel derdehands exemplaar, een met de hand zwartgelakte jongensfiets. Het zadel stond op zijn laagst, houten blokken waren op de pedalen geschroefd en er zat één handrem op met een blokje op de voorband. Ik heb er wel honderd keer "den blok" mee om geracet. De Oude Kerkstraat in, de hoek om bij Pietje de Ronde en "t Kabinet op hoge poten" in de Ververstraat en rechts af bij bakker Beerens door de Primus van Gilsstraat rechts de Zwijsenstraat in en op naar de finish. Meestal reden we met tweeën tegen elkaar. Maar ook ben ik er eens alleen naar de betonnen wielerpiste gereden achter café de Korenbloem aan de Bredaseweg. De baan was in verval geraakt en er groeide wat gras tussen de spleten. Ook lag er zand en stof op want de baan was al een tijd niet meer in gebruik. Hier en daar waren er al stukken beton gescheurd of zelfs helemaal verdwenen. Maar als je behendig stuurde kont je er nog wat rondjes op afleggen, vooral boven in de baan. Hoe hoger je in de baan reed des te harder moest je fietsen anders gleed je naar beneden. Het was dan ook geen wonder dat ik op het hoogste punt met mijn trapper het beton raakte en naar beneden schoof. Mijn hele rechter been was één schaafwond. Thuis kreeg ik er voor op mijn donder. Wat ga je daar ook zoeken, was wat ons ma wilde weten. De uitbrander was er een die ik niet vergeet.
JKw
Afbeeldingen:
- 1. Oude Kerkstraat, Tilburg
- 2. Wielerbaan achter de Korenbloem - Bredaseweg Tilburg
- 3. Jan met de voetbal
- 4. Plattegrond van ‘den blok'
- 5. Rolschaatsen met metalen wieltjes