- Datering van de gebeurtenis: jaren 50
VERTELLINGEN uit ‘Bouwjaar 1945' de memoires van Jan Kwantes uit Tilburg
Tilburg, jaren vijftig.
Als menneke van een jaar of zes leidde ik in de parochie van het Heike een tamelijk onbekommerd bestaan. Ik ging naar school, de kerk, de padvinders en speelde veel buiten. Ik was ook misdienaar in de kapel van de zusters Visitatie. Ik was omringd door zorgzame ouders, broer en zussen, ooms, tantes, neven en vriendjes. In de overgang van de kleine wereld waarin ik me beschermd en vertrouwd voelde naar een wereld met nieuwe mogelijkheden en ontdekkingen, was ik nieuwsgierig geworden. Ik wilde dingen meemaken, uitproberen en begon steeds meer vragen te stellen. Mijn interesses waren ook verbreed. De vraag die ik toen het meeste stelde was: "Mag ik mee?"
In deze ambiance speelden mijn vertellingen zich af.
De vijfde uit een reeks volgt hieronder.
5e vertelling
Mag ik mee gaan meten?
Als ik vakantie had, dan reed ik wel eens met onze pa mee in de auto. Hij had een rode combi van het Engelse automerkmerk Commer. Voorin zaten twee stoelen en daarachter was een overdekt laadvloertje. Voordat hij wegreed maakte hij een lijst waarop hij de volgorde bepaalde van de te bezoeken adressen waar hij moest gaan meten. Dat opmeten van vloerbedekking en gordijnen moest heel secuur gebeuren. Met een waarschuwende ondertoon zei hij dan van te voren: "Jan, je mag mee, maar je blijft als ik bij de klanten binnen ben in de auto zitten wachten totdat ik terug ben. Afgesproken?" Soms mocht ik toch mee naar binnen, als ik mijn mond maar dichthield en hem niet in de war bracht met mijn vragen. Tijdens het opmeten prevelde hij de maten voor zich uit terwijl hij naar zijn in rode plastic kaft zittende notitieblok liep en zorgvuldig de maten opschreef. Als de klanten hem afleidden en hij twijfelde, nam hij de maat opnieuw. Zodra hij klaar was dan vouwde hij de blaadjes met aan de bovenkant het logo van de zaak om, haalde het calqueerpapier er tussenuit en maakte de volgende pagina gebruiksgereed. Zij twee meter lange houten duimstok vouwde hij weer ineen en stak die in zijn binnenzak van zijn colbert. Ik heb dat tafereel vele keren aanschouwd. In de auto vertelde hij dat foutloos meten een echte kunst was. Als er fout gemeten was had dat grote gevolgen, die voor de zaak verlies konden opleveren. In de gevallen dat ik niet mee naar binnen mocht bleef ik braaf wachten en keek ik naar het verkeer. Ik kende zowat alle automerken uit mijn hoofd en als ik het niet wist dan vroeg ik het aan onze pa. Het leukst vond ik als onze pa moest gaan meten bij het Tilburgs Natuur Dierenpark. Ik was daar wel eens geweest met ons moeder en mijn zusjes Corrie en Annelies, maar nu kon ik er op eigen houtje eens rond kijken. Na de vogels, die vooraan in kooien zaten, volgden de grotere dieren zoals beren, leeuwen en tijgers. Helemaal achterin zaten de olifanten, maar zo ver mocht ik niet komen. Ik moest om veiligheidsredenen binnen het gezichtsveld blijven van het restaurant, waar hij met eigenaar Van Dijk een kopje koffie dronk. Ons pa had er, als hij eenmaal wilde vertrekken, geen behoefte om mij te komen zoeken achter in het dierenpark.