Christelijk Paasfeest

  • Datering van de gebeurtenis: 20e eeuw versus 21e eeuw

Het Paasfeest is een belangrijk christelijk feest. Alhoewel ik katholiek ben opgevoed, wij onze kinderen hebben laten dopen, hun eerste communie hebben laten doen en de oudste tevens ook haar vormsel, zijn wij geen echte kerkgangers. Met de kinderen hebben we in het begin nog een kleuterkerk bezocht en tijdens vakanties willen we uit cultureel oogpunt nog wel eens een kerk gaan bezichtigen, maar spontaan een mis bijwonen... nee... dat doen we niet meer. Enkel voor speciale vieringen zoals met kerst, een begrafenis, een herdenking/jaargetijde, een doopsel, de viering van een communicantje, een vormsel etc. gaan we nog naar de kerk. Met Pasen gaan we echter niet naar de kerk. Door de media-aandacht de laatste dagen voor Pasen stond ik hier eens bij stil.
Alleen de jongste was thuis, dus vroeg ik hem of hij wist waar het Paasfeest voor stond. Mijn timing was niet geweldig besefte ik, want hij zat aan de ‘Playstation'. "Mwah... weet ik veel... dat verhaal van Jezus...", antwoordde hij onverschillig. Ik bleef aandringen. Geïrriteerd antwoordde hij: "Ja... gewoon... Jezus zat aan tafel met vrienden... werd vermoord en later was hij vermist. Daaaag." Toen de oudste thuiskwam legde ik dezelfde vraag ook aan haar voor. "Eitjes zoeken" riep ze enthousiast en haar lachje verraadde dat ze goed besefte dat ik heel ergens anders op doelde. Opnieuw drong ik aan. "Pffff, dat was iets met een grot of zo...."

Tja, de christelijke achtergrond lijkt te vervagen. Alhoewel, op hun leeftijd zou ik volgens mij hetzelfde hebben geantwoord. Als kind ging ik met tegenzin op zondagochtenden met moeder mee naar de kerk. Mijn vader ging niet mee en op een gegeven moment kwam de onvermijdelijke vraag: "Mam, waarom moeten wij eigenlijk iedere zondag naar de kerk? Papa gaat ook niet!" Resultaat: de verplichting om wekelijks naar de kerk te gaan werd afgeschaft. Een basis was meegegeven en we konden zelf kiezen wat we er mee gingen doen, was de conclusie. Een afgedwongen geloof is tenslotte geen oprecht geloof. De geschiedenis herhaalt zich in dat opzicht binnen ons gezin.

Zo'n tachtig tot zestig jaar geleden ging het er heel anders aan toe w.b. onderricht in het katholieke geloof.
Mijn vader had als jongetje ‘Het prentenboek van de eerste heilige communie' & ‘Het prentenboek van de kinderbiecht' gekregen. Beide kinderboeken zijn van M.C. Versteeg, met ‘teekeningen' van B. Reith. Uitgegeven (1927) door drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis te Tilburg.
Zie afbeelding 2 & 3.
De prenten zijn schitterend getekend, maar de teksten vind ik werkelijk onthutsend om te lezen. Er wordt behoorlijk gedreigd met hel en verdoemenis.

Het waren natuurlijk heel andere tijden. Die gelovige generatie die inmiddels ruimschoots de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, hadden vrijwel allemaal een eigen mis- en vesperboek. Zowel mijn vader als mijn moeder hadden er één. Die van mijn moeder zit vol met beloningsprentjes van juffen, herinneringsprentjes van bevriende communicantjes, bidprentjes van overledenen en diverse andere gebedsprentjes.
Ik had mij er nooit zo in verdiept maar onlangs ben ik al die prentjes eens door gaan nemen. Sommige zijn ontroerend, maar sommige - in huidige tijd - ronduit lachwekkend. ‘Het gebed voor de huisvrouw' doet nu bijna cabaretachtig aan. Afijn, niet iedereen zal het met mij eens zijn en sommige lezers zullen mijn laatste opmerking onwelvoeglijk vinden.

Mijn moeder kreeg eens als tiener tijdens een mis een niet mis te verstane pets tegen haar hoofd (draai om de oren) van een medekerkganger die achter haar zat. Ze had een bontje om en was daar zo vereerd mee, het voelde zo heerlijk zacht aan, dat ze met haar hand telkens over haar bontje streek. Het aaien over het bontje werd door hem kennelijk al als oneerbiedig beschouwd en noodzakelijk bevonden om af te straffen.
Als kind over een volwassene klagen had destijds niet vaak zin. Er werd al gauw gezegd: "dan zulde ut wel verdiend hebben".

In bovenstaand opzicht vind ik het geen ramp dat het Paasfeest tegenwoordig veelal wordt geassocieerd met de aanvankelijk niet-christelijke traditie van(chocolade)eieren zoeken.

In mijn jeugd werd het christelijke al met het niet-christelijke gecombineerd.
Ik kan mij nog herinneren dat na afloop van een mis in de Theresiakerk de pastoor aankondigde dat alle kinderen een hard gekookte ei mochten gaan zoeken in de tuin rondom de kerk. Dat vonden wij toen geweldig.
Met name aan het eieren zoeken bewaren de meeste mensen toch warme/leuke herinneringen.

Mijn vader heeft eens chocolade-eieren verstopt in de tuin, die bijna waren gesmolten toen we ze gingen zoeken.
Daar hoeven we dit jaar niet bang voor te zijn als de weersvoorspelling (sneeuw) klopt.

Als grens voor het mogen zoeken van eieren werd vaak de 12-jarige leeftijd aangehouden.

In de woonkeuken van mijn opa en oma Schoenmakers-Tuerlings stond zo'n groot Heilig Hartbeeld, met de armen zijwaarts gespreid. Ik kan een Pasen herinneren waarbij mijn oma de netjes met paaseieren voor ons (kleinkinderen) aan de armen van het Heilig Hartbeeld had gehangen. Volgens mij had zij er zelf volop schik om, ondanks het feit dat zij zeer begaan was met het geloof.
Ze was in ieder geval voorbereid op het Paasfeest.
Een christelijke voorbereiding op Pasen doet wonderen :-)
Zie ook afbeelding 4.

Vrolijk Paasfeest !

Afbeelding 1 = Paashaas Joep (anno 2000)

 

 

Media