Logboek 1948-1951 van Frans Staps

Frans Staps

Hoe kwam een gepensioneerde textielarbeider zijn tijd door?

Dat beschreef Frans Staps (67) vanaf 1 december 1948 heel nauwkeurig met vulpen in zijn logboekje.

 

Elke dag ging hij minstens één keer naar de mis, regelmatig ook nog naar een kapel en ’s avonds naar het lof. Onder de hoogmis verliet hij soms de kerk omdat hij ondertussen iets te regelen had. Hieronder een aantal van zijn notities over zijn vele activiteiten.

 

7 december 1948. Voor 12 uur nog geld gehaald op de fabriek.

Hij had gewerkt bij Wollenstoffenfabriek Schoenmakers in de Goirkestraat als getouwsteller/ploegbaas. Mogelijk was dit pensioen dat hij elke dinsdag ging halen.

20 december 1948. Ouderdomsrente gehaald op postkantoor.

Dit deed hij eenmaal per maand. Dit was vermoedelijk een voorloper van de AOW.

31 december 1948 vrijdag. Janus en Harrie met vrouw en kinderen gekomen om van het oud in het nieuw te spreken.

10 januari 1949. Ik heb nu 3 rustige dagen gehad. Ik heb vele dagen gehad dat het was of alles stil bleef staan en dat ik dacht dat het dan een of andere keer gedaan zou zijn met mij.

7 februari 1949. Radiozegels gaan halen. 8 februari naar postkantoor radiokaarten omwisselen.

 

Hij bezat een dennenbos aan het Wilhelminakanaal bij de derde sluis ter hoogte van de huidige Kruizemuntweg. Vanaf half februari 1949 werkte hij vrijwel elke dag in de bossen en in de daarin gelegen moestuin. Hij bracht daar karretjes mest (beer) naartoe.

In 1950 bouwde hij in de bossen een stenen huisje met plé.

In juli en augustus 1949 en 1950 oogstte hij de groente en wekte deze.

 

In het voorjaar en de zomer van 1949 en 1950 maakte hij urenlange wandelingen. Regelmatig met zijn vrouw in het wagentje (rolstoel) ook naar de dorpskermissen.

 

8 maart 1949. Naar Cor van Beurden gaan vragen of die kan komen koken als Theo trouwt. Die zegde van neen. Toen naar Kwaadeind naar Wed. v.Eijk of die wil komen koken. Die doet het wel.

17 maart 1949. Naar de parade gaan kijken, welke werd gehouden te gelegenheid van de 100e sterfdag van koning Willem II die te Tilburg gestorven is.

2 mei 1949. Wat gekeken naar gasleiding leggen.

24 juli 1949 zondag. Om 4 uur met moeder (= zijn vrouw) naar de ronde van de Hasselt gaan kijken.

Tussen 21 augustus en 19 oktober 1949 schreef hij niet meer.

19 oktober 1949. ’s Morgens naar ziekenhuis gegaan.

20 oktober 1949. Ben vanmorgen geopereerd.

28 oktober 1949. Den draad eruit gehaald. Mocht uit bed en ’s middags per auto naar huis.

 

7 januari 1950 zaterdag. Om 10 uur de was gaan koken, om 12 uur begonnen met wassen, om 3 uur klaar.

16 januari 1950. Den helen dag aan het timmeren geweest aan konijnenhok. (Ook op 17, 18 en 19 januari.) 20 januari konijnenhok afgewerkt.

29 januari 1950 zondag. Om 1½ uur naar ijs op het Loons Leyke. Op Loons Leyke heb ik geschaatst.

30 januari 1950. Met Kees naar het ijs op het Loons Leyke en toen Kees geholpen met snoep verkopen.

4 maart 1950 zaterdag. Even gaan kijken naar de bouw van de nieuwe school hierachter, Lucasstraat.

Om 3 uur met Janus en zijn vrouw en kinderen naar de fabriek gegaan waar hij werkt (C. Mommers en Co, Goirkestraat) om de weefstoelen te bezichtigen die alles zelf doen.

8 april 1950 Paaszaterdag. Met jonge konijnen naar de markt gegaan en 16 stuks verkocht.

12 april 1950. ’s Morgens naar de markt en heb daar een snelbinder van 25 cent gekocht en peren 4 kg voor een gulden en bij de Jaeger 3 pond vis voor 90 cent.

 

15 april 1950 zaterdag. Zuster Amerantha op het moederhuis.

Hijzelf, zijn dochter en een zoon gingen te voet of per fiets de hele familie inlichten. Het aan strikte tijden gebonden bezoek aan zuster Amerantha moest geregeld worden.

16 april 1950 zondag. Er waren ongeveer honderd personen op bezoek geweest.

 

17 april 1950. ’s Avonds met Jan naar Willemsplein daar kwamen de Zwitsers en werden door de burgemeester ontvangen.

25 april 1950. Den kelder gewit en langs de nieuwe Kerk v/d Vrede gewandeld en door de Tongerlose Hoefstraat, Hasseltstraat, v.Hogendorpstraat naar huis (St. Jacobstraat).

28 mei 1950 zondag Pinksteren. Naar de mis, naar de Kapel waar de processie van den zingende Rozenkrans moest komen. De stoet had ruim een uur nodig gehad om binnen te trekken van 8.45 tot 9.50 zonder tussenpozen. Om 10.35 was het afgelopen.

 

11 juli 1950. Om 10 uur naar de Bredaseweg om Solex te halen. Ben naar huis gereden voor de eerste keer op de fiets met hulpmoter.

12 juli 1950. Per Solex bonen gaan halen in de bossen en daarna dat leer uit de benzine gewassen daar de tassen van gemaakt moeten worden.

De volgende dagen maakte hij lange ritten om te kijken hoeveel km de solex per uur liep en hoeveel km op 1 liter benzine. Dat was 100 of iets meer.

Zoon Jo woonde in Vaals. Zijn andere zeven zoons en zijn dochter in Tilburg.

29 juli 1950 zaterdag. ’s Morgens om 6 uur per Solex vertrokken naar Vaals. Om 9 uur in Weert, om 9½ in Vessem over de Maas gezet. Om 12 uur in Vaals.

1 augustus 1950. Om 10½ uur (=half 11) vertrokken uit Vaals naar Nederweert. Aankomst in Nederweert om 2 uur. Daar vertoeft bij zuster Pontiana tot 4.15 uur. In Geldrop over de kop geslagen, wat bijzonder goed is afgelopen. Een paar schaafwonden aan arm en benen en een schaafwond en snijwondje boven mijn oog. Een paar deuken in beide koppen van de moter. Ik ben nog met de Solex naar huis gereden die even goed liep als hij ooit gedaan heeft. Om 7½ uur thuis.

 

Na augustus 1950 schreef hij alleen nog op 17 april 1951 en 27 mei 1951 over de ziekte van zijn vrouw.

 

Media