Het Modehuis op de vijfsprong; “Onze meisjes zijn te goed om te trouwen!”

Het Modehuis links op de vijfsprong

Op de Tilburg Maquette is ook het hoekpand Tuinstraat/Nieuwlandstraat te zien als onderdeel van de markante ‘vijfsprong’. In de eerste decennia van de vorige eeuw was in dat pand de modezaak Mandos-Vinken (‘dames & heerenondergoederen’) en later Mandos-Knegtel gevestigd maar in de jaren na de oorlog werd het in gebruik genomen door Het Modehuis, een winkel voor damesmode. Uitbater was het echtpaar Kollau. Hij was afkomstig van de Lanciersstraat en zij was een dochter van Van Son, oprichter en eigenaar van meubelzaak van A tot Z aan het Piusplein. Later namen ze samen hun intrek in de woning naast de winkel die grensde aan het kantoor van accountant en belastingconsulent Fortgens aan de Tuinstraat. 

Een van de medewerksters in die naoorlogse jaren was Willy Marinus. Ze werkte daar van haar 16e tot ze trouwde op haar 25e (1947-1956). Willy blikt terug op die tijd: ”In de beginjaren werd door Kollau ook maatkleding vervaardigd in een atelier aan de achterzijde van de winkel. Daar werkte ik toen met enkele andere jonge vrouwen zoals Annie van der Kamp, een slagersdochter uit Haaren. Juffrouw Loots was de coupeuse die dus de patronen maakte en ons naaiwerk controleerde. In onze ogen toen al een stokoude en ook wat sjagrijnige  vrouw. Zij was van de familie Loots die kazuifels en andere miskleding verkocht in de Koestraat.” 

In Breda had Kollau ook nog een atelier waar dienst- en werkkleding werd vervaardigd, met name voor de BBA. “Maar in de winkel in Tilburg was zijn vrouw Riet Kollau ‘de heffer en de legger’ want hij zat vaak in Breda”, vertelt Willy. “De winkelkleding werd door de Kollaus meestal in Amsterdam ingekocht. Het Modehuis zat in het wat duurdere genre en in die tijd had je ook modehuizen als Gerzon (hoek Heuvelstraat/Monumentstraat), Gerritse-Smits (Markt) en Maison Modern (hoek Heuvel en Juliana van Stolbergstraat). We hadden trouwens veel aanloop van vrouwen “van buiten”, dikwijls rijke boerinnen, die van het station kwamen en op weg naar het centrum onze winkel passeerden.” 

Toen na enkele jaren de productie van maatkleding werd stopgezet moesten de meisjes ook in de winkel meedraaien. Willy: “In het atelier deden we dan het verstelwerk voor de winkelverkoop. In principe deden we ieder de eigen winkelklanten die we dan ook zelf hadden afgespeld. Vaak moesten we hele rugpanden van jassen opnemen omdat ze te lang waren. Als er echt te veel pompwerk was hadden we altijd nog Wiesje, een naaister uit de Hoogvensestraat, dicht bij het Piusplein. Eigenlijk waren we we meer in het atelier aan het frutten dan dat we in de winkel stonden.” In de winkel golden toen andere regels dan tegenwoordig: “Als nieuweling moest je leren ‘in de houding’ te gaan staan. Dus kaarsrecht en niet doorgezakt met hangende schouders. Om dat aan te leren zette de cheffin haar voet tegen je buik en trok ze met haar armen je lichaam recht.” Ook de klanten werden toen anders benaderd dan nu: “Je moest echt op de klant afstappen en vragen wat ze precies zochten. Het was niet de bedoeling dat ze zelf gingen rondneuzen. De kledingrekken waren bij Het Modehuis in een overzichtelijke carrévorm opgesteld.”, aldus Willy Marinus. 

In de winkel was juffrouw Wijnands de cheffin. “Wij meisjes waren harde werkers en strevers, wij wilden vooruit. Zij zei dan vaak: “Jullie zijn te goed om te trouwen!”, want als je trouwde moest je in die tijd echt stoppen met werken. Toen ze later zelf trouwde was ik nog bruidsmeisje bij haar!” 

Begin jaren vijftig zat op de vijfsprong op de hoek van de Nieuwlandstraat en Korte Schijfstraat drogisterij De Medicijnmeester. Op de hoek met de Noordstraat natuurlijk de Tilburgsche Spaarbank en dan was er de Engelse Tuin die op de punt tussen Noordstraat en Stationsstraat was aangelegd. Tegenover Het Modehuis aan de kant van de Tuinstraat zat wijnhandel Vollaers-Mandos. Deze panden inclusief de Engelse Tuin bestaan hier allemaal nog steeds. Over de verdere omgeving weet Willy: “Op de vijfsprong was een verhoging aangelegd zodat een politieagent vanaf dat plateau het verkeer kon regelen maar kort daarna kwamen er ook stoplichten. Verder stond er naast de poort van Het Modehuis in de Nieuwlandstraat een wit huis. Fotograaf Frans van Lindbergen ontwikkelde daar zijn foto’s op de bovenverdieping. Hij had eens een koord gespannen vanuit zijn werkruimte naar beneden in de poort waar wij ons atelier hadden. Dat koord had hij voor ons volgehangen met snoepjes uit de snoepwinkel daarnaast en die zagen wij dan voor het raam bengelen!” 

In 2005 is Het Modehuis gestopt nadat zoon Paul Kollau het rond de jaren zeventig had overgenomen van zijn ouders. Sindsdien zit in het hoekpand de jongerenkledingzaak “Superfly”.

 

 

Bronnen: Willy Marinus, Regionaal Archief Tilburg, Het Geheugen van Tilburg, Tilburg Wiki

Media