Burenfusie

Lex en Jeroen, Tilburgse Nextdoor-leden van het eerste uur

De vader van Lex was ambtenaar. Naast hem woonde een kassier en twee deuren verder een beroepsmilitair. De buurt had weinig geheimen. Het ‘Officieel Adresboek van de gemeente Tilburg’ kende in 1963 een straatregister. Met op huisnummer gerangschikt het beroep van de hoofdbewoner. Burgemeester Becht hield het keurig bij. Maar tijden veranderen. In de Stadswinkel noteren ze tegenwoordig je bezigheden niet meer. Ook aan e-mailadressen heeft Noordanus geen behoefte. Wat hij wel van burgers weet is afgeschermd. Zomaar een lijstje namen van al je wijkgenoten opvragen? Ondenkbaar. 

Lex zit er niet mee. In zijn wijk Quirijnstok komen ze voorlopig een heel eind zonder Officieel Adresboek. “De mailinglijst voor de buurtbarbecue van vorig jaar doet nog prima dienst. En met een WhatsAppgroep houden we de boeven van ons woonerf. Probleem is wel dat er een lappendeken bestaat aan buurtwebsites”. Zoals wehelpen.nl, buitenbeter.nl en kopjesuiker.org. Namen als mission statements. 

Sinds kort krijgt Lex hulp uit Amerika. De überapp Nextdoor opent gratis deuren die voor niet-buren gesloten blijven. Een stel whizzkids uit Silicon Valley verovert – gesteund door grote investeerders - in snel tempo ons land. Stel je een door postcodes begrensde fusie voor tussen Facebook, WhatsApp, Marktplaats en Twitter. Met één berichtje nodig je al je buren uit voor een barbecue of vraag je om een betrouwbare oppas. Na aanmelding en adrescontrole ben je lid. De signaalrode stip op de kaart wordt dan geruststellend groen. Je hoort erbij! 

 “Nextdoor? Don’t go there! This is like a maniacal neigborhood association on steroids”. De recensies uit de USA zijn niet mals. Je ziet het voor je, buurtcowboys die hun beeldschermen als huifkarren in een kring zetten en digitaal dubbelloops vuren op alles wat er indianerig uitziet. In Quirijnstok zijn ze daar niet zo bang voor, Lex is zelfs enthousiast over deze slimme app. “Hier in Nederland zijn we wel wat gewend op social media, niemand maakt ons gek”. Her en der aarzelt iemand, bijvoorbeeld vanwege de privacy. “Een buurman verzuchtte ‘ze weten in Amerika al zovéél van me’. Maar de meeste reacties zijn positief. In drie weken tijd hebben we 77 leden, er is zelfs al een wandelgroepje opgericht. Kijk, en hier vraagt iemand om een meubelmaker. Nextdoor is een meer dan mooie vervanger voor het prikbord in de supermarkt”. 

Een paar straten verderop rekent Rouan 4 pakjes diepvriessaté af bij de Lidl. “Ik ken het niet, maar ik werk in de ICT. Ga dus wel meedoen”. Buiten parkeert Valuska haar winkelkarretje. “Een buurtapp?” Ze denkt een paar seconden na. “Klinkt goed, ik zou alleen eerst wat rondvragen naar ervaringen”. Het lijkt een kwestie van tijd voordat de resterende 3.894 wijkbewoners groen kleuren. 

Lex heeft zijn buren al gevraagd. Links een theologe, rechts een gepensioneerd business-strateeg. Het zou dit jaar weleens een interessante buurtbarbecue kunnen worden. Wie weet mag Noordanus aanschuiven. Want een oud Frans spreekwoord luidt tenslotte: de buren van mijn buren zijn mijn buren!

 

Deze kroniek verscheen op 15 maart 2016 in het Brabants Dagblad