Vur unne cent kôope bij Keeje

Op de St. Janschool aan de Kasteeldreef, waar frater Wilbertus 't Hoofd was, hadden wij een mooi hulpmiddel om te leren cijferen, tellen en rekenen. En met geld om te gaan, al hadden we meestal geen cent op zak. Maar soms wel, en nog splinternieuw ook. Die centen van ons waren van dun karton en in staat van nieuw niet te onderscheiden van echt geld. Omdat ze door nogal veel handen gingen werden ze regelmatig vervangen. Omdat het winkeltje ven Keeke Zeep (Zeebregts) lokte was de verleiding groot om van tijd tot tijd een paar van die glimmers in onze broekzak te bewaren. In het winkeltje was een verleidelijk assortiment lekkers verkrijgbaar. Om er een paar te noemen, bij de oude garde wel bekend: kattespouw, duimdrop, salmiak, jodenvet en -peper, bakkesvol enz. Een aantal van dat spul lag in de tombolabak, een houten schaal met vakjes en een grote draaipijl. Voor een cent mocht je die pijl in beweging brengen en waar die stopte was de inhoud voor jou. Je kon ook met 'papiergeld' betalen, dat vond Keeke niet erg. Vriendelijk zijn was goed voor de klandizie. Nou ja, als de baas in de buurt was, stelde zij zich wat strenger op, die lette meer op de duiten zan zij. Misschien wist hij niks van de afspraak met de frater. Keeke verzamelde aan het einde van de middag de inkomsten, haalde de kartonnen centen en halfjes er tussen uit en stiefelde naar Kasteeldreef 104. Daar had zij een afspraak over het 'valse'geld. Zij mocht een keer per week de kartonnen centjes omwisselen voor echte. En ook een keer per week hield de frater een donderpreek ; dat het afgelopen moest zijn met het stelen van het 'leergeld'. Soms sloeg hij daarbij keihard met zijn vuist op het buroblad. Die goeierd, frater Wilbertus.....

Soms denk ik ook nog aan een andere 'lekkere' winkel met een bijzondere eigenaar. Die was aan dat kleine intieme pleintje in de binnenstad, aan het eind van de Nieuwlandstraat. Als het kermis was in de stad was een van de kleine etalages geheel in stijl. Onder andere allerlei soorten stelen, van klein tot een meter lang, in en rond grote glazen potten stonden en lagen klaar voor de snoepers. Er hing een groot kartonnen bord bij met de tekst: GROTE STELEN EN KLEINE STELEN, MAAR GROTEN STELEN HET MEEST. 

Graotoom Remmers, van 't Gurke.