Jan van Baal - Uit de eigen NS-stal

Jan van Baal (1950): ‘Ik kom echt uit een spoorwegfamilie. Mijn grootvader, mijn vader en een oom werkten allen bij het spoor. Opa was seinhuiswachter bij het riviertje de Mark.  Mijn vader en oom werkten op de werkplaats in Tilburg en uiteindelijk kwam ik daar ook terecht’, aldus Van Baal. Uiteindelijk? ‘Ja want in het jaar dat ik van de ambachtsschool afkwam hadden ze geen leerlingen nodig.

Bij de spoorwegen was de zogeheten Vakschool waaraan de naam Sjef Reijns voor velen van mijn generatie verbonden is. Op 11 augustus 1969  ben ik toegelaten. De Vakschool betekende werken en naar school gaan binnen het bedrijf. Je werd op diverse afdelingen geplaatst en ondertussen volgde je lessen in vaktheorie, maar ook algemene ontwikkeling. Het verhaal dat je tot bloedens toe blaren op je handen kreeg van de opdrachten (‘een vierkant stuk ijzer rondvijlen’) kan ik bevestigen. Maar je leerde wel een vak. Na twee jaar werd gekeken op welke afdeling je het best tot je recht kwam. Omdat ik al werkervaring had, ben ik als tweedejaars binnengekomen.’


‘In 1970 ben ik geslaagd, getrouwd en heb ik mijn eerste arbeidscontract bij het spoor gekregen. Ik kwam toen in de lasafdeling (huidig gebouw 66). Wij zorgden er voor dat onderdelen die versleten waren werden ‘opgelast’. Maar we hebben ook gewerkt aan de serie 1500. Die werd helemaal gestript, klinknagels er uit en die gaten werden dan dichtgelast. Ook zorgden we er voor dat er een trekhaak aan de loc kwam.'


‘Toen ik terugkwam uit militaire dienst kwam ik in de bankwerkerij terecht (nu bekend als gebouw 92). Daar vonden allerlei werkzaamheden plaats zoals onderhoud of herstel van stroomafnemers, triplekleppen, buffers, spuiten van onderdelen etc.’
‘De langste tijd heb ik doorgebracht bij de  onderhoudsdienst. Vanaf 1973. Door het uitgebreide gebouwencomplex liepen stroomleidingen, lucht voor diverse apparaten die op druk werkten en ook stoomleidingen. In de jaren zeventig stond je dan als stoker te boek.

Maar het werk omvatte meer.  Feitelijk moesten wij zorgen dat alle afdelingen hun werk konden doen. Dat betekende vroeg beginnen. Jarenlang was dat voor mij vanaf 04.00. Overdag was je dan bezig met het verhelpen van storingen. Door dit werk kwam ik in alle gebouwen van de werkplaats.’

‘Vanaf het midden van de jaren negentig moesten er vanwege de reorganisaties allerlei mensen uit.  Na enkele jaren bij andere werkgevers werd ik in 2000 weer teruggevraagd. Er was weer meer werk bij het spoor en ik heb me toen beziggehouden met het opzetten van een Technische Dienst. Tot mei 2011, toen de overstap naar Loven werd gemaakt, ben ik daar bij betrokken geweest.’

Tilburg Wiki

Ontdek de Spoorzone

Tekst en interview Henk van Doremalen