Dion van Doremalen - werkzaam in de grote LocHal

De grote LocHal

Interview en tekst door Henk van Doremalen

De grote glazen lochal met het verdiepte spoor was de centrale hal waar vanaf de jaren dertig alle locomotieven van de NS binnenkwamen en weer vertrokken. ‘Eenvoudig gezegd haalden wij de locs uit elkaar en zorgden we dat ze ook weer in elkaar werden gezet’, aldus Dion van Doremalen (1957) die na een korte loopbaan bij De Volt op 1 oktober 1980 bij de NS begon.

Dion was geschoold als bankwerker en had op advies van zijn vader die al vanaf begin jaren vijftig als dieselmonteur bij de werkplaats werkte een open sollicitatie gedaan. ‘Dat was zeker nog een aanbeveling, vooral ook omdat mijn vader als een prima vakman te boek stond. Hij stond op de motorenafdeling waar hij bijna 40 jaar heeft gewerkt, ik kwam in de locloods terecht in de montage.’

‘Wat voor buitenstaanders een grote hal met locomotieven leek, was in werkelijkheid verdeeld in verschillende standen afhankelijk van het type locomotief dat gemaakt werd. Aan de ene kant vond demontage plaats, het uit elkaar halen van de locomotieven. De verschillende onderdelen gingen dan voor reparatie of vernieuwing naar de diverse afdelingen. Als alles klaar was kwam het terug en werd het aan de oostkant weer in elkaar gezet: de montage. Ook daar was weer een verdeling. Zo werd op de standen 1 tot 4 dieselmateriaal gereviseerd. Dat zijn de locomotieven of treinstellen die op diesel rijden zoals 2200 en 2400, plan U en vroeger ook de zogenaamde TEE treinstellen. Op de standen 5, 6 en 7 was elektrisch materiaal: de locs 1100, 1200, 1300 en later ook 1500. Iedere loc had zijn eigen aanpak. Omdat alle locomotieven periodiek onderhoud kregen, kleiner (H 1) of groter (H2 of H3) wist je tevoren wat er binnenkwam. Dat was eigenlijk nauwkeurig te plannen. Wat daar doorheen liep waren botsschades, die apart behandeld werden. Ook grote renovaties waarbij locomotieven helemaal werden omgebouwd werden in gepland. Pas later toen er nieuwe series elektrische locomotieven kwamen (1600 en 1700) veranderde de werkindeling.’

‘Het in elkaar zetten van zo’n locomotief betekende dat alle grotere en kleinere onderdelen van trekhaken tot motoren, stroomafnemers en koplampen gemonteerd werden. Daar werd soms een van de kranen voor gebruikt, soms groot gereedschap en soms was het gewoon klein prutswerk om iets voor elkaar te krijgen. Dat gereedschap verbeterde in de loop der jaren, maar toch kwam het nog regelmatig voor dat je met twee man met handkracht moeren moest aandraaien. Hoe technisch het soms ook was, we gebruikten ook gewoon zeepsop voor het controleren van alle drukleidingen die door een locomotief lopen.’

‘Je zult zwarte handen krijgen als je daar gaat werken zeiden mijn voormalige collega’s bij De Volt. Dat was wel zo maar ik heb nooit spijt gehad van mijn overstap’. Begin 21e eeuw toen er MS bij hem was geconstateerd ging Dion van de montage naar een functie op het gereedschapsmagazijn en daarna verrichtte hij allerlei hand- en spandiensten. In 2010 is hij definitief 100 % afgekeurd en met werken gestopt. 

Tilburg Wiki

Ontdek de Spoorzone