Het leven verandert en daar ga je naar leven

Rooij, Tiny de (1926)

Tiny de Rooij-de Jong (1926) woonde op veel plaatsen in Tilburg maar zou nu niet meer weg willen uit Theresia.

Interview en tekst door Freke Sens

Tiny werd geboren in de Heikant, in een gezin van zes kinderen. Haar vader was voerman op een lange-boom-wagen, voor de sleep van gekapte bomen. In haar jeugd zag ze alle hoeken van Tilburg. Zo woonde ze in ’t Goirke, Groeseind en Theresia. “Mijn vader verhuisde nogal eens. Dan kregen we weer een huis aangewezen wat te klein was en ging hij op zoek naar een ander.”

Gedurende de jaren dertig woonde het gezin in de Alleenhouderstraat in Theresia. Tiny herinnert zich met name haar jaren op de St. Agnesschool in de Lange Nieuwstraat. “Dat was een fijne tijd. Heel anders dan nu. Er werden vooral veel verhalen verteld.” De lessen werden zowel door zusters als leken gegeven. “Bij de juffrouwen kwamen we dikwijls thuis, maar die zusters waren soms echte krengen. Vooral die met de vliegkappen en bruine kleren.”

Bij hun huis in de Alleenhouderstraat zat ook een tuintje. Daar verbouwde haar vader onder andere wortels en tomaten. “Dat heb ik laatst ook nog in mijn eigen tuin geprobeerd. Maar die wortelen smaakten niet. Tegenwoordig kunnen we dat niet meer.”

Eenmaal getrouwd woonde ze zelf achtereenvolgens in de Heikant, Korvel en Stokhasselt. Vanuit daar keerde ze in 1993 terug naar Theresia. “Het was niet dat het me niet beviel in de Stokhasselt. Maar ik in de Lange Nieuwstraat kon in voor het eerst in mijn leven een nieuw huis krijgen.”

Inmiddels zou ze er niet meer weg willen. “We hebben een goede buurt. Iedereen zegt elkaar goedendag en we passen op elkaars huis als we weg zijn. Maar het is niet zo dat we elkaars deur plat lopen of koffie bij elkaar gaan drinken.” Dat was vroeger anders. “Toen ik jong was liepen de mensen altijd bij elkaar binnen. Je maakte een praatje met de kolenboer en de slager. Dat is nu niet meer. Maar dat zoek ik ook niet. Het leven verandert en daar ga je naar leven.”

Wel zou de wijk voor haar wat levendiger mogen. Ze heeft dan ook geen moeite met het extra verkeer dat als gevolg van de werkzaamheden in de Spoorzone door de Lange Nieuwstraat komt. “Ik hou niet zo van rustig. Van mij mag het zo blijven. Zolang ze ’s nachts meer geen herrie maken.”

De andere kant van het spoor trekt haar niet zo. “Ik heb er ooit gewoond, maar zou er niet terug willen. Het bevalt me daar gewoon niet.” Ze geeft dan ook weinig om de nieuwe spoorwegpassages die binnenkort geopend worden. “In de stad kom ik bijna nooit meer. Ik doe hier in de buurt mijn boodschappen en loop een blokje om. Maar ook vroeger vond ik het nooit erg een stukje om te lopen of fietsen.”

Ze staat ingeschreven voor een aanleunwoning aan het Energieplein, een paar straten verderop. Maar die laatste verhuizing ziet ze niet zitten. “Ik wil hier niet weg. Iets houdt me tegen. Hier heb ik mijn tuintje.”

 

Ontdek de Spoorzone: