Tilburg in de krant tijdens de “Groote” Oorlog in 1914 (7)

Provinciaal comité vluchtelingenopvang 1914

Op 25 september 1914 begon de feitelijke belegering van Antwerpen door de Duitsers.

Door allerlei beschietingen en bombardementen heeft de stad het zwaar te verduren. Dat had tot gevolg dat er een grote stroom Antwerpenaren op de vlucht slaat richting Nederland. Vooral Bergen op Zoom, Roosendaal en Breda vangen de Belgen op maar ook wijkt een deel van hen uit naar Tilburg.
Het hoeft geen verbazing dat in de beide Tilburgse kranten uitgebreid van de oorlog verslag wordt gedaan: de kranten zijn in die tijd de enige media die Tilburgers op de hoogte kunnen houden: Radio en TV bestonden immers nog niet. De berichtgeving vanuit het buitenland verliep via de telefoon en telegraaf.

Op zaterdag 10 oktober melden de kranten dat Antwerpen was gevallen. Het was de Duitsers gelukt om, met gebruikmaking van de mist een pontonbrug aan te leggen waarover de zwaardere wapens, zoals artilleriegeschut werden getransporteerd en in stelling werd gebracht tegen de Antwerpse vestingen, die zoals uit de kranten blijkt niet bestand waren tegen dit zware geschut. 

Sommige artikelen waren in de ik-vorm geschreven en brachten het trieste relaas op die manier wel erg dichtbij, zoals een zinsnede over de trekhonden:
“Van de door de Belgen gebruikte mitrailleurs worden door honden getrokken, waarvan ik er verscheidene aan den kant van den weg zag liggen, gewond door het vuur van den vijand….
(We kennen inmiddels door de film en toneel War Horse, het leed dat deze dieren werd aangedaan. Over het lot van de honden werd niet zoveel gezegd.)

Terwijl dus de steden vol liepen met vluchtelingen werd er van alle kanten gepoogd de opvang te verbeteren. Zo was een groep mensen in Tilburg zeer actief, waarbij opvalt dat de namen Verbunt, Enneking en Brouwers voortdurend vallen.  

Een ingezonden stuk van ene X. spreekt verontwaardigd over het feit dat het Zuiden wel het hardst werkt aan de vluchtelingenopvang, maar dat datzelfde zuiden totaal niet vertegenwoordigd is in het landelijke steuncomité.

In Tilburg probeert men middels oproepen van de Gemeente  en advertenties in de dagbladen zicht te krijgen op het aantal bij burgers ondergebrachte Belgen.

Daarnaast  worden er ook acties gevoerd voor de inzameling van kleding en krijgen nieuw aangekomene op het station eten en drinken aangeboden.

Op 13 oktober weet de Tilburgsche Courant te melden dat de ergste “vloedgolf wel in haar vaart is gestuit”: Er komen nog wel enkele treinen per dag aan, maar doordat de organisatie nu goed op gang is, verloopt alles soepeler.
Ook wordt de loftrompet gestoken voor alle mannen en vrouwen die zich vrijwillig inzetten.

Ook op  de 13e deden Burgemeester en Schepenen van Antwerpen (al of niet onder druk van de Duitsers) een oproep in de krant, vooral aan de ambachtslieden en kooplui, terug te komen om de zaken weer te kunnen normaliseren, zo lezen we in de Nieuwe Tilburgsche Courant van dinsdag 13 oktober 1914:

 “De heeren Burgemeester en Schepenen van de stad Antwerpen verklaren, dat de vluchtelingen van Antwerpen veilig kunnen terugkeeren in de stad, alsook in de voorsteden en dat met uitdrukkelijke goedkeuring der Duitsche krijgsoverheid, die verklaart dat privaateigendom geëerbiedigd zal worden, alsook dat de personen, DIE ZICH VAN ALLE VIJANDELIJKHEDEN ZULLEN ONTHOUDEN niet verontrust zullen worden; dat de ontwapende burgerwachten onverlet worden gelaten, alsmede dat er geen spraak ia van jonge mannen naar Duitschland te vervoeren of tot legerdienst te dwingen. Bakkers, beenhouwers, kruideniers en andere neringdoeners en ambachten alsook de gasten daarvan en al wat betrekking heeft op voeding, alsmede de apothekers, letterzetters, glazenmakers, worden dringend aangezocht DADELIJK terug te keeren.
Winkels voor voedingstoffen, die binnen 5 dagen niet heropend zijn, stellen zich bloot aan strenge maatregelen, dit volgens instructie der militaire overheid.

Volgens deze ook worden alleen zulke personen toegelaten, die in Antwerpen regelmatige huisvesting en broodwinning hebben. De terugkomst moet in goede orde geschieden.

Dan volgt er nog een "dankwoord" aan de Nederlanders, waarvan kennelijk verwacht wordt de Belgen netjes en in porties over de grens te zetten:

 

“Bij de onschatbare diensten door de overheid in Nederland aan onze vluchtelingen bewezen en waarvoor wij ze hartelijk danken, zouden wij het zeer op prijs stellen, indien zij er de hand aan hield, dat de terugkeer geleidelijk en trapsgewijze geschiedde.”

Hieronder staan een aantal verslagen dienaangaande

Nieuwe Tilburgsche Courant zaterdag 10 oktober 1914

Woensdag zijn de Duitschers er in geslaagd, de Schelde over te komen. Dit gelukte hun onder dekking van den mist,

nadat tevoren reeds tal van pogingen waren afgeslagen. De overgang van de rivier was geforceerd op een punt tusschen  Schoonaerde en Eegenem. Het is thans duidelijk, dat de Duitschers de laatste dagen groote versterkingen uit de richting van Brussel hadden opgevoerd. In alle vorige — en mislukte — pogingen om over de rivier te komen, was van Duitschen kant uitsluitend gevochten met mannen van den Landstorm en een zeker aantal marinetroepen.

Vandaag echter waren Duitsche troepen van het actieve leger in het vuur. Volgens de mij verstrekte inlichtingen was er ten minste één Duitsch legerkorps saamgetrokken te Assche, en was dat, door Aalst, op de rivier aangerukt.

De verwoede artillerieaanvallen van de Duitschers hadden klaarblijkelijk ten doel, de poging om over de brug bij Schoonaerde te komen, te dekken….
…Van de door de Belgen gebruikte mitrailleurs worden door honden getrokken, waarvan ik er verscheidene aan den kant van den weg zag liggen, gewond door het vuur van den vijand….

Ofschoon zij nog geen groote macht over de Schelde hebben kunnen zetten, rukken de Duitschers blijkbaar vastbesloten op met het doel Antwerpen van het zuidwesten te naderen.

 

ANTWERPEN GEVALLEN.

Het pleit voor Antwerpen is wel gauw beslist: den 25 September zijn de Duitschers de eigenlijke belegering begonnen en thans reeds in de stelling in hun handen. 
Voor de zooveelste maal is in dezen oorlog de ondergeschikte waarde van vestingen, waartegen zwaar geschut in actie kan worden gebracht, aan ’t licht gekomen, tenzij men aanneemt, hetgeen van deskundige zijde is verzekerd, dat Antwerpen's forten lang niet zoo sterk waren, als werd voorgegeven. Veler verwachting dat het nationaal Belgische reduit zich maandenlang legen een groot leger zou kunnen staande houden, is volkomen onjuist gebleken. Vermoedelijk zijn de Duitsche troepen die de stelling tot overgave hebben gedwongen, niet eens zoo buitengewoon sterk geweest.

De telegrammen in ons vorig blad deden een snellen val reeds voorzien. Dat het Belgische leger begon af te trekken en de Engelsche hulptroepen nog alleen de verdediging volhielden, was een aanwijzing dat de Engelschen den aftocht van hun bondgenooten dekten en uitsluitend met dat doel nog stand hielden.

Het komt ons dan ook voor dat de opgegeven sterkte van de Engelschen binnen de stelling zeer sterk is overdreven.

Of hel Belgische leger in zijn poging om af te trekken en zich elders bij zijn bondgenooten te voegen, is geslaagd, zullen we weldra, misschien reeds heden nog vernemen.

De val van de centrale stelling van het land is een zware slag voor het reeds zoozeer beproefde België. Toch is er ook een goede kant aan: het bombardement der stad, waarvan vooral de Nederlanders in den eindeloozen uittocht van de radelooze bewoners de verschrikkingen hebben gevoeld, is uit.

Hongersnood in België

Belgische gezantschap te  ‘s-Gravenhage meldt :

De Belgische regeering heeft uitvoerige inlichtingen ontvangen omtrent hongersnood, die zich in alle provinciën, welke door de Duitschers zijn bezet, doet gelden. Na Luik, dat reeds hongersnood lijdt sedert langen lijd, is die thans ook uitgebroken in Brussel en de voorsteden.te namen, in Luxemburg en in Henegouwen met de talrijke bevolking achter Charleroi en Bergen, ontbreken de noodzakelijkste levensmiddelen.

Nogmaals het volkenrecht en met name artikel 43 van de 4de Haagsche conventie schendend, laat het Duitsche leger de Belgische bevolking,na haar alle hulpbronnen te hebben ontnomen, van honger sterven.Met verontwaardiging protesteert de Belgische regeering tegen deze daad van stuitende barbaarschheid,welke, zij overlaat aan bet oordeel van de beschaafde landen. 

Nu zich hier ter stede een enorm getal vluchtelingen bevinden is het noodzakelijk zoo spoedig mogelijk de namen dezer personen te kennen. In een in ons blad voorkomende advertentie worden de ingezetenen, die vluchtelingen gehuisvest hebben, uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk deze personen te doen registreeren, waarvoor kaarten aan elk politiebureau en politiepost voorhanden zijn. Men zal in het belang der vluchtelingen handelen om zoo spoedig mogelijk aan het gedaan verzoek te voldoen, omdat thans reeds van alle zijden berichten bij het gemeentebestuur inkomen van families, autoriteiten, maatschappijen enz., informeerende omtrent eventueel alhier zich bevindende bloedverwanten, achtergelaten eigendommen enz. 

DE BELGISCHE VLUCHTELINGEN
Nu zich in onze stad en in de omgeving zoo vele Belgische vluchtelingen bevinden wier familiën geheel uiteengerukt en verspreid zijn, bieden wij hun in ons blad kosteloos de gelegenheid aan om inlichtingen omtrent familieleden te vragen en anderzijds om informatiën omtrent hen mede te deelen.

Mogelijk dat dit in de eerste dagen ertoe kan bedragen, om bloedverwanten terug te vinden.

Dan volgt er een vijftigtal oproepen van Belgische vluchtelingen die hun verwanten zoeken en wordt besloten met:

De adressen der zoekers zijn te bekomen in de vergadering der vluchtelingen café “Belge” Piusplein 24 (Wordt vervolgd.)

ALGEMEENE VERGADERIING 
Der Antwerpenaren morgen Woensdag voormiddag ten tien uren in de groote zal der N.K… Harmonuie Stationstraat 22. Het voorlopig komiteit.

Tilburgsche Courant dinsdag 13 oktober 1914

Belgische vluchtelingen.

De vloedgolf is nu een beetje in haar vaart gestuit. Nog zijn gisteren wel enkele treinen vluchtelingen gepasseerd en stapten ook wel enkelen hier af, maar dat had toch geen hand wat er naar wat de vorige dagen hebben beleefd: een overhaaste, angstige, wanhopige vlucht op zijn felst; een vervaarlijk lugubre stoet in de meest afgrijselijke ellende; Dat was schrijnender dan, ’t hevigste gevecht, dat toch nog stoer en mannelijk is, 't is lelijker dan de verwoedste stedenbrand, waarboven toch altijd nog gloeit de schoonheid van t laaiende vlammenrood, ‘t is pijnlijker dan de zwaarste kanonnade, waarin nog altijd is de felle emotie, die het hare doet stilstaan van durenden schrik.

Maar dit, — deze gestaag doorgaande vlucht van, verarmden, verlatenen en wanhopigen, een schouwspel zoo aangrijpend, zoo hevig benauwend dat er geen gedachte meer overbluft aan 'iets schoons. 't Is bet opperste leelijke, Het maximum van afschuwelijkheid.

,De aanspoeling van die zee van de meest verbijsterende ellende is, gelijk gezegd nu een beetje tot stilstand gekomen en gaat men meer zijn zorg wijden aan de duizenden die Tilburg herbergt. Wanneer men het hoort hoe de bevolking zich uitslooft voor de arme verjaagden, dan is dat werkelijk ontroerend. Met vaderlijke zorg ziet men toe op de vluchtelingen en tracht men door een hulpvaardige, vriendelijke bejegening ….??.. hun wat te verzachten.  

In de openbare gebouwen wordt al vroeg de taptoe geblazen en ook in de reveille en etenstijden is de grootst mogelijke regelmaat gebracht. Dat is misschien voor maar sommigen wel wat militair maar ter handhaving van een regelmatig leven in de stad, beslist nodig.

Aan het station wordt onder leiding van den heer Stannie Verbunt nog steeds een soort spijzigingdienst onderhouden, zoowel voor de vluchtelingen als de geïnterneerde militairen: brood, koffie, melk, boonen, erwtsoep enz. wordt steeds In, groeten voorraad rondgedragen door de soldaten ,

Die Hollandsche soldaten — wie nooit respect voor hen beeft gehad, hij kan 't hier krijgen. Onze soldaten zijn schitterend. Onvermoeid zijn zij in de weer om de vluchtelingen op streek te helpen. Zij dragen de zakken en pakken, zij steunen de ouden, vermoeiden, zij loopen vooruit met de kinderen op den arm, zij bij wijzen den weg, zij helpen en spreken hen moed in. En te midden van al den fellen oorlog verricht — laat ik dat heerlijks zeggen verricht het Nederlandsche leger de schoonste taak.

Maar niet alleen de soldaten, ook de heeren en dames comitéleden schamen zich niet de lavende hand uit te steken,

intusschen naar rechts en naar links nog Inlichtingen gevende en zorgende voor een behoorlijk onderdak van de hier achterblijvenden.

Wat 'n edele harten, al die mannen en vrouwen!

Gister in de loop van den dag is weer een viertal treinen met Belgische geïnterneerden gepasseerd, terwijl vanmorgen nog één trein niet Belgen en een trein met Duitschers zijn doorgekomen. 

Aan het station worden ze steeds heel hartelijk ontvangen en gespijzigd en menig hunner trekt gaarne als souvenir voor hun weldoeners een knoop van de jas. Hunne verhalen komen alle op hetzelfde neer. De ellende van den oorlog is hun in geen enkel opzicht gespaard geworden

Met een „vive la Hollande" vertrekken de stoere Belgen dan naar hun interneeringsplaats in verschillende plaatsen van ons land.

Ter correctie van hetgeen we gisteren schreven, diene, dat de militaire autoriteiten nog geen kennis dragen van een eventueele interneering in Tilburg.

In de stad geeft natuurlijk het verblijf van zoovele vluchtelingen en militairen den geheelen dag door een, levendig beweeg. Geen wonder wanneer men weet dal alle deze vreemdelingen de bevolking met 50 procent vermeerderd heeft. Er heerscht evenwel een opmerkelijk goede verstandhouding tusschen de Tilburgers en hunne tijdelijke stadgenooten.

Zaterdagavond zijn hier met een vluchtelingen trein aangekomen enkele kolonisten van een pas en burgerkleeren voorzien Men had deze menschen allen vrijgelaten uit de strafkolonie Weelde-Merxplas

Ze werden eerst eenigen tijd onder bewaking gesteld en toen op den trein gezet naar Boxtel. De marechaussees hadden n.l. geen bevoegdheid om hen in verzekerde bewaring te nemen; thans hebben ze die wel en wordt dit lugubre volkje weer zooveel doenlijk over de grenzen gezet De „heeren", die Zaterdag fier waren, toonden zich niet weinig, verontwaardigd over bun voorloopige bewaking.
Qu~ est-est-ce que c'est pour une liberté ici? vroegen ze boos en met vlammende oogen.  

Nu zich hier ter stede een enorm getal vluchtelingen bevinden is het noodzakelijk zoo spoedig mogelijk de, namen dezer personen te kennen. In een in ons blad voorkomende advertentie worden de Ingezetenen, die vluchtelingen gehuisvest hebben, uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk deze personen te doen registreeren waarvoor kaarten aan het politiebureau en politiepost voorhanden zijn. Men zal in het belang dier vluchtelingen handelen om zoo spoedig mogelijk aan het gedaan verzoek te voldoen, omdat thans reeds van alle zijden berichten bij het gemeentebestuur inkomen van families, autoriteiten, maatschappijen enz. informeerende omtrent eventueel alhier zich bevindende bloed- verwanten, achter gelaten eigendommen enz.,

Het was te verwachten, dat Zondagavond net Lof voor de Belgische uitwijkelingen nog heel wat drukker zou zijn dan dat van den vorigen Zondag, want Zaterdag waren er zoo talloos velen in onze goede stad neergekomen. En dat de Tilburgsche inwoners zelfs ook belangstellen in deze kerkelijke bijeenkomst was de vorige keer ook overstelpend gebleken. Een wijze maatregel was het dan ook, dat men de twee toegangen tot de St. Annakerk had afgezet, en dat de Tilburgers eerst binnen mochten toen het uur van aanvang sloeg. De kerk was tot voor aan de Communiebank toe bezet. Het sermoon werd gehouden door den WelEerw. Heer Poell die, geheel toepasselijk voor het gehoor, sprak over de vlucht der H. Familie naar Egypte.' Het moet onze Belgische vluchtelingen wel goed doen dat de Godsdienst troost heeft voor hen in deze benarde dagen.

Tot zover voorlopig.

Henk van Mierlo

Nuenen

De afbeeldingen zijn advertenties uit de Tilburgsche Courant en Nieuwe Tilburgsche Courant van die dagen.

 

Tilburg Wiki:

 

Media