'Hebben jullie dan geen wasdroger?'

Jong geleerd, oud gedaan .....

Sinds we vorig jaar verhuisd zijn, krijgen we regelmatig deze vraag voorgelegd als we gasten rondleiden in ons nieuwe huis. “Nee, we hebben er geen; nooit gehad .....”, moeten we dan steevast antwoorden.  

Voor jongeren is dat (bijna) onvoorstelbaar. Maar ze vergeten dan dat vroeger, bijvoorbeeld tijdens mijn jeugdjaren in Tilburg, er niemand een wasdroger had.  

Zelfs ‘fabrikaanten’ hadden er geen, zij het dat die voldoende personeel hadden en zich er al helemaal niet over hoefden te bekommeren hoe er gewassen werd, laat staan hoe dat de was droog werd.  

Wasdrogers?  Ze bestonden eenvoudigweg nog niet. Of toch?  

Ik kom uit een gezin van vier jongens en vier meisjes. Die ‘vier jongens’ zijn in dit verband niet belangrijk, want het moet gezegd worden: ook de jongens bekommerden zich, net als die ‘fabrikaanten’ van toen, helemaal niet om de was.  

Ja, sorry, zo was dat nou eenmaal en mijn zussen vonden dat ‘maar heel gewoon’.  

Wij hadden een ‘plòts’ (een binnenplaats) en daar hingen, zomer en winter, tussen enerzijds de keuken en de bijkeuken resp. anderzijds de schutting met de buren, een hele hoop ijzeren (verzinkte) draden om de was aan te kunnen ophangen. Althans op maandagmiddag, want maandag was wasdag.

En, als het eens regende, hingen er altijd nog draden in het overdekte poortje met gangetje naast het huis, of ‘gewoon’ in de bijkeuken.  

En tegenwoordig nog, hangt mijn vrouw de was ‘gewoon buiten’ en bij regen onder een afdakje bij ons tuinhuisje. Het duurt meestal wat langer, dat is zo, maar de was wordt altijd droog.  

‘Jong geleerd, is oud gedaan ..... ‘.  

 

Louis Sparidans