Automatisering telefoon in Tilburg en omgeving. (1939)

Telefoonkantoor Tilburg

In de Nieuwe Tilburgsche Courant woensdag 8 maart 1939 las ik een artikel dat mijn bijzondere aandacht trok vanwege allereerst de bijgeplaatste foto en ten tweede dat ik me realiseerde dat de PTT Technische Dienst nog een tijdje mijn werkgever was. 

-          (Degene die vaker mijn verhalen leest, weet dat ik veel verschillende banen heb gehad. Voor de anderen  leg ik uit dat ik even uit dat ik in 1953 ben begonnen als leerling banketbakker  en toen ik met pensioen ging, was ik directeur van de Maaltijdenexpres in Tilburg.
En veel banen ertussen in. 12 Ambachten, 13 ongelukken placht me te zeggen. Maar goed, terug naar het onderwerp.)

In mei 1961 kwam ik in dienst bij de toenmalige PTT, (Posterijen, Telegrafie en Telefonie, maar ook spottend “Putje graven, Tentje dicht, Tukje doen” genoemd) gevestigd aan de Spoorlaan in Tilburg.
Achter dat gebouw stond de hiernaast afgebeelde telefooncentrale en een van de eerste lessen die ik kreeg –naast een opleiding in ’s-Hertogenbosch-  was de werking van die centrale.Deze werkte in grote lijnen nog hetzelfde als in het bewuste krantenartikel, zij het dat de apparatuur wat geavanceerder was geworden. De tweede centrale aan de Academielaan, was op dat moment in aanbouw. 

Al sinds 1930 was men bezig met de ontwikkeling van een methode van telefoneren waarbij de tussenkomst van een centraliste -de “telefoonjuffrouw” – niet of nauwelijks meer nodig was.

Er werd een systeem ontwikkeld, waarmee men niet alleen in Tilburg automatisch kon bellen, maar later ook in de omgeving. Tot in Den Bosch toe!

Ook was de PTT hard op weg om heel Nederland telefonisch via de kiesschijf bereikbaar te maken.

Ik laat enkele citaten uit het bewuste artikel volgen.

(Wie het hele verslag (van ruim een halve pagina van de -toen nog grote krant- wil lezen verwijs ik naar: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010247628:mpeg21:p007 )

Omstreeks Juli (1939) automatiseering van de telefoon in Tilburg en omgeving.

Hoe wij voortaan zullen telefoneeren.

Tot de vernuftigste toepassingen der techniek mag zeker wel gerekend worden de „automatische telefooncentrale". In de slechts weinig tientallen jaren van haar bestaan is ze een zeer ingewikkeld onderdeel van de electro-techniek geworden.

Ofschoon in 1861 reeds een apparaat werd geconstrueerd voor het spreken op afstand, duurde het nog tot 1876, met de uitvinding van Graham Bell, dat deze in de practijk toegepast kon worden. Thans na nog geen 60 jaren is de telefoon er echter in zulk een volmaakten vorm, dat de tijd, om een aansluiting tot stand te brengen praktisch tot nul gereduceerd is, terwijl de afstand van het spreken langs den draad onbeperkt kan worden opgevoerd.

Hoewel zóó belangrijk en zóó grootsch, is het ook weer een der minst bekende takken der electro-techniek. Het feit, dat in vele landen het telefoonbedrijf een Staatsmonopolie is, brengt mede, dat slechts een kleine kring van menschen hun arbeid en toewijding hieraan kunnen geven. Voor het overgroote deel blijft het slechts bij het weten, dat men door draaien aan de schijf van een telefoontoestel een verbinding tot stand kan brengen.

De handbediening.
Bij de handbediening Is het zóó:
1e. door het draaien aan de kruk en het afnemen van de telefoon van den haak, in groote netten als Tilburg door dit laatste alleen, geeft men den wensch te kennen, dat men wil spreken;
2e. de telefoonjuffrouw krijgt een teeken, dat er iemand wenscht te spreken en zoekt dezen „oproeper" op;
3e. zij schakelt zich in de lijn en vraagt: „Welk nummer" ;
4e. heeft zij dit vernomen dan zegt ze dat deze komt, en zoekt onderwijl (voor Tilburg uit de pl.m. 3300 nummers) het gevraagde nummer op;
5e. is dit „vrij", dan verbindt ze door en belt de „opgeroepene". Is deze „bezet", dan zegt ze aan den oproeper: „De.abonné is bezet" waarna de oproeper de telefoon neerlegt.

Het kiezen.
De „kiesschijf" Is een ronde schijf, waarin zich 10 gaten bevinden, gemerkt met de cijfers 1 t/m. 0 en letters A t/m. K. Een „cijfer" wordt gekozen, door de vinger in de betrokken opening te steken en de schijf rechtsom te draaien tot de vinger tegen een nok stuit. Men trekt den vinger dan weg, waarna de schijf van zelf naar zijn ruststand terug loopt. Men mag de schijf dus nimmer met de hand terug draaien!

Een „nummer" kiest men, door de cijfers achtereenvolgens te draaien in de volgorde van links naar rechts!

Hier vormt niet de automaat, maar wel de Nederlandsche taal een bron van verkeerde verbindingen. Moet men b.v. 2342 kiezen en men heeft het nummer in de gedachten, dan spreekt men in  gedachten uit: drie en twintig, twee en veertig, en kiest: 3, 2, 2 en 4, dus het verkeerde nummer, want men moest 2, 3, 4, 2 draaien.”…” Voor het opgeven van interlocale gesprekken is het voor nummers van 5 of meer cijfers dan ook voorschrift dit te doen, door opnoeming van de cijfers van links naar rechts!”…. “Voor Tilburg is de centrale ingericht voor 4 cijfers, dat beteekent evenwel niet dat de automaat direct voor 10.000 aansluitingen behoeft te worden gebouwd. Centrales met 4 en 5 cijfers zijn in de meeste groote plaatsen reeds in dienst gesteld. In den Haag moet men zelfs zes cijfers kiezen.”

De toestand op het oogenblik van automatiseering te Tilburg.

Op hetzelfde oogenblik waarop de aangeslotenen te Tilburg op de nieuwe telefoon centrale worden verbonden, zullen ook de abonné's in 14 omliggende netten worden omgezet... Dit zal op 21 Maart het geval zijn met de 5 laatste centralen van het knooppunt Den Bosch, zoodat met het gereedkomen van Tilburg 30 netten in het telefoondistrict 's-Hertogenbosch geautomatiseerd zullen zijn.

Al deze aangeslotenen zullen onderling geheel automatisch met elkander kunnen spreken, terwijl dan ook de aangeslotenen in de telefoondistricten Utrecht, Nijmegen, Venlo,Breda, Eindhoven en Maastricht (voor zoover deze op automatische telefooncentrales zijn verbonden) voor hen bereikbaar zijn.”….”Staat het district ’s-Hertogenbosch vermeld, dan kan men de gewenschte abonné zelf draaien.
Wenscht men een gesprek te voeren met een net dat nog niet geautomatiseerd is of dat nog niet automatisch bereikbaar is, dan draait men „K 00" waarna de telefoniste te 's-Hertogenbosch de verbinding tot stand brengt. Denk om de letter „K"!
In Tilburg kennen we het abonnénummer 4142, terwijl het kengetal van Oisterwijk ook 4142 is. Er dient dus voor den automaat onderscheid te worden gegeven tusschen de wensch: locaal 4142 of een verbinding met het kantoor Oisterwijk. Om deze reden heeft men voor de 4 cijfers van het kengetal de letter K geplaatst, welke dus steeds gedraaid moet worden voor een interlocaal gesprek, Vergeet men deze, dan komt men bij een aangeslotene in Tilburg terecht. 

In de aanvang van dit verhaal vertelde ik al dat ik enige tijd bij de PTT gewerkt heb, met als basis het bewuste gebouw aan de Spoorlaan.
Ik werd aangenomen als Geoefend Werkman en ik zou één gouden streep op mijn pet krijgen  en moest ook de ambtenareneed afleggen. In mijn memoires schreef ik er het volgende over:

“Geoefend Werkman
Als er een vacature is bij de PTT Technische Dienst waar ik als ‘Geoefend Werkman’ maar liefst ƒ 250,-- per maand kan verdienen, ben ik snel overstag en ga met plezier telefoonaansluitingen mee aanleggen

 

De telefoondienst zit dan op de Spoorlaan, bijna op de hoek van de Willem II straat met een doorgang naar het oude postkantoor.

Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk, want het is zeer afwisselend; de ene dag zit je midden in de stad een putje te graven, de keer erop naar Riel, Goirle, Moergestel of Ulicoten, kortom het district Midden Brabant waar de kengetallen met 042 beginnen (Tilburg heeft dan nog het kengetal 04250).

Er zijn nog niet zoveel particulieren die al telefoon hebben en vooral in de buitengebieden is het telefoonnet nog lang niet ontwikkeld.

Voor de grote afstanden worden de kabels gelegd door een gespecialiseerde aannemer, maar de aansluitingen bij de klant zelf, doen wij.
Als er grotere afstanden kabel moeten worden aangelegd, bijvoorbeeld bij een boerderij die een paar honderd meter van de grote weg afligt, is er een speciale graafploeg van wisselende samenstelling, waarvan ik ook regelmatig deel uit maak. Dan zijn we met een man of tien een sleuf aan het graven die een schop breed en een halve meter diep moet zijn.

Zo ook een keer in Moergestel, halverwege de provinciale weg naar Oirschot.
We hebben over het algemeen onze eigen proviand  bij ons, inclusief een fles thee, maar in de stad rekenen we toch wel op een kop koffie van de aanstaande klant, die allang blij is straks niet meer naar de bakker of de slager te moeten om te kunnen bellen. En meestal wordt de koffie, tot in het tentje waar de las wordt gemaakt, netjes aangereikt.

 

Niets van dit al in Moergestel. Het is een snikhete dag, we zijn al snel door onze drankjes heen en een van ons stelt voor om bij de boerin een poging te wagen om wat te drinken te krijgen, misschien wel koffie?
Hij gaat met een paar lege flessen naar de boerderij, klopt aan en vraagt aan de boerin of ie asjeblief een paar flessen water mag hebben, ‘want we hebben zo’n dorst’

 

Ze kijkt naar hem en naar de drie flessen die hij in zijn handen heeft en roept verschrikt ‘Moeten die állemaol vol?’

 

Een andere keer zijn we in Diessen aan het werk met ons eigen ploegje van Leo, Louis en ik en komt er een jongetje nieuwsgierig vragen wat we aan het doen zijn.
Leo, antwoordt dat we kleurentelevisie aan het aanleggen zijn en dat ie thuis maar eens vlug moet gaan kijken of het al gelukt is. Het manneke spurt met een rotgang naar huis. We hebben hem niet meer terug gezien, jammer genoeg.” 

Na ruim een jaar teken ik voor vier jaar in het leger als onderofficier. Dat levert me ƒ100,-- per maand meer op én na vier jaar een extra jaarsalaris. Maar dat is weer een ander verhaal.

Henk van Mierlo

Nuenen

Foto’s: Nieuwe Tilburgsche Courant 08-03-1939 en BeeldonLine RAT (Centralistes telefoonkantoor 1915)

 

 

 

Media