Kozakken in Tilburg in 1814

Een Kozak uit de Don-regio van Rusland.

Op vrijdag 7 januari van het jaar 1814, dus tweehonderd jaar geleden, werd een deel van het leger van Napoleon vanuit Tilburg verslagen door het Geallieerde leger van Pruisen en Nederlanders samen met Kozakken uit Rusland.

 Nederlandsche Staatscourant 7-1-1814:
‘In Breda liggen thans, behalve een aantal nationale troepen, 4400 man Engelse en nog 500 man Kozakken. Deze laatste zullen echter, zodra er Engelsche cavalerie aangekomen zal zijn, die stad mede verlaten, om de overige Russische troepen te volgen, die onlangs van daar uit naar de kant van Tilburg en van den Bosch gemarcheerd zijn om, gelijk reeds vroeger gezegd is, de voorhoede uit te maken van de macht, die door Gelderland naar die kant optrekt.’

Nederlandsche Staatscourant 8-1-1814:
Tilburg 8 januari. Gistermiddag omstreeks half een kregen wij bericht van de nadering der Fransen, welker voorposten zich inderdaad ook maar driekwartier uur van hier, te Goirle bevonden. Dadelijk kwam onze brave bezetting in beweging; vooral moeten wij bij deze gelegenheid met zeer veel lof gewag maken van de Pruisische troepen, onder bevel van de ritmeester von Scharntzon, welke (geen vijand vermoedende) dadelijk alarm, liet blazen, met een buitengewone bewonderenswaardige snelheid zijn 70 manschappen bijeen vergaderde, en vliegende de vijand te gemoed reed. Ook kwamen de Kozakken weldra op de been en volgden hun spitsbroeders na. Intussen hadden de Pruisen de Franse voorposten reeds uit Gooi (Goirle) verjaagd en vonden de Fransen achter Weelde, 600 man cavalerie en 300 man infanterie in dagorde. Men werd weldra handgemeen, terwijl de Pruisische troepen in goede orde op Poppel, zonder een enkel man te verliezen optrokken, waar de Kozakken overeenkomstig de bevelen van de bevelhebber post gevat hadden, om de vijand in de vlakte te lokken. Dadelijk hoorde men een algemeen hoera! en ogenblikkelijk had er een algemeen gevecht plaats; de Franse cavalerie bestaande uit jagers van de garde, geraakte al spoedig in verwarringen alles wat zich niet door de vlucht redden kon, werd terneer gesabeld. Zelfs heeft men hen tot voorbij Ravels, een half uur voor Turnhout vervolgd, vele doden en gekwetsten op slagveld latend. Het oogmerk van de vijand (de Franse troepen, F.K.) was om tot Tilburg door te dringen, daar de magazijnen te vernielen en de stad wellicht te plunderen, wat nu echter door het loflijk gedrag van de troepen verhinderd is. De sterkte van de Geallieerde macht bestond uit 70 man Pruisen van het Pommerse Nationale regiment en uit 400 man Kozakken, terwijl de Franse macht zoals reeds gezegd is uit 600 man cavalerie en 300 man infanterie samengesteld was. Om 8 uur ‘s avonds kwamen de Geallieerden triomferend terug met 92 veroverde, schoon uitgeruste paarden, en met verscheidene gevangenen terwijl velen daarvan in de bossen ontsnapt waren. Het verlies bij de Geallieerden is zeer gering in vergelijking van dat van de vijand, bestaande uit 5 Kozakken aan doden en 16 gekwetsten; terwijl de zich met roem overdekte Pruisen geen enkel man of paard verloren. Er slechts één licht gekwetst. Het verlies bij de vijand bestaat uit 160 gevangenen, doden en gekwetsten.
Zoveel schrik en neerslachtigheid er rond de middag onder de inwoners (van Tilburg, F.K.) heerste, terwijl men de macht van de Fransen aanmerkelijk overschatte, zoveel vreugde heerste er ‘s avonds bij de terugkomst der overwinnaars. ‘

We kunnen dit verslag nu vergelijken met wat er staat in het Cronijkje van de Tilburger Jan Baptist de Beer. Hij vertelde over de aankomst van de Geallieerde troepen met de Kozakken in Tilburg:
‘Op 1 januari 1814 komen er 4100 Russische en Pruisische soldaten. Daarvan zijn er 500 in Tilburg gebleven tot 9 januari. De Kozakken waren niet van het beste soort. Zij waren zeer roofzuchtig en vrouwspersonenplagers, waar ondervinding van hebben gehad Johanna van den Berg, Dina Dielens, de dochter van F. Ader, de vrouw van E. Haans en Engelina van Hees (1). Deze laatste werd nog bestolen ook.
Op den namiddag kwam er alarm (op 7 januari, 1 uur 's middags) dat de Fransen te Goirle waren. Omtrent 60 Pruisische huzaren waren in een ogenblik te paard en trokken er op af; de omtrent 500 Kozakken volgden. 's Avonds 9 uur komt een Pruisisch huzaar terug met de tijding, dat zij de Fransen hadden geslagen te Weelde. Enige gevangenen, geblesseerden en paarden hebben zij meegebracht en enige doden op het slagveld laten liggen. Zij hebben omstreeks 50 paarden en zadels meegebracht van de Fransen. Een Kozak hebben zij dood meegebracht, die ik op een Russische manier alhier heb zien begraven op het nieuwe kerkhof (2) in de Schijf.
8 januari zijn hier gekomen 700 Pruisische Jagers, waarbij vele van 14, 15 en 16 jaren, die zich niet gemakkelijk vertoonden in hun kwartieren.  Ook komen binnen 200 Pruisische huzaren, die trokken naar Eindhoven die dezelve nacht hier vele Franse geblesseerden binnen brachten.
9 januari brachten zij 13 Franse krijgsgevangenen. Ik heb hen gezien. Ook heeft te Meijel een gevecht plaats gehad, alwaar de Kozakken en Pruisen 70 Franse krijgsgevangenen maakten, die op 13 januari hier zijn doorgebracht.
De 700 Jagers zijn 3 dagen gebleven. Die hadden met ‘slinkse’ streken weten te krijgen: bij van Dooren en Dams 1 stuk laken, bij J. de Graaf 1 stuk laken, bij F. van Dooren 1 stuk linnen en leer bij Marijnen. Dus dit waren niet de beste ‘broeders‘.
10 januari hebben zij er aanmerkelijke gevechten plaats gehad te Hoogstraten, Zundert en Wuustwezel en de Fransen geslagen tot in Antwerpen.
11 januari voor een dag 270 dragonders. Er komen ook nog 1000 Pruisische huzaren in 't rood en 500 dito jagers die 17 januari zijn vertrokken naar Eindhoven.
Op 16 januari, zijn de 270 dragonders naar Oosterhout vertrokken, maar dezelfden dag van hetzelve regiment kwamen weer 270. Die hadden een ongemakkelijke overste, genaamd Mulders. Deze zijn 21 januari vertrokken en toen kwamen weer 270 en die bleven 5 dagen.
Op 23 januari, zijnde zondag, kwamen 500 Kozakken, die zijn ingekwartierd in de Veldhoven en hebben zich als Kozakken gedragen. Mijn vader had er zes van gelogeerd. ‘

Tot zover het deel van het Cronijkje van Jan Baptist de Beer over de Kozakken in Tilburg. Zijn vader, Cornelis de Beer, was toen 58 jaar oud. In 1786 trouwde deze met de vier jaar jongere Anna Maria van den Dries.

(1) Geen van de namen van Tilburgse vrouwen die vermeld staan zijn terug te vinden in het Genealogisch bestand van Tilburg.

(2) Het kerkhof aan de Bredaseweg werd kort tevoren, in 1811 aangelegd.