Het volk krijgt een vroolijken dag (3)

Afb. 1

In het vorige deeltje van het verhaal over den vroolijken dag van het volk, zagen we dat de verslagen en teruggedreven Fransen zuidelijk van Tilburg, bij Weelde en Ravels, in december 1813 slag moesten leveren tegen Kozakken en Russische en Pruissische huzaren. De Tilburger De Beer schreef in zijn dagboek over zijn ervaringen met de “bevrijders”. Op 10 december ziet hij de eerste patrouille Kozakken, een 110 man, zich naar de groote Markt begeven behalve een 5-tal, die bleven bij het huis van Jan Dovion. De Beer kwam er het eerste bij.

Hij schrijft: “Een van de vijf kozakken bood mij een fles jenever om te drinken, hetgeen ik deed. Intusschen komt er J. Gooyaars, dewelke met mij wird gedwongen om te drinken. Toen kwam de heer D. van Dooren met zijn zwager uit Verviers, die moesten ook drinken. Iemand kwam met vier bosschen strooi, dewelke moesten losgemaakt worden. Alsdan moest ik, benevens de schoolmeester H. Smulders met een kosak op gemeld strooi liggen. Maar ’t was maar voor een oogenblik, want een wagtmeester van de kosakken ziet ons liggen. Maar de kosak krijgt met een karwats op zijn rug, dat hij opstaat, en ik en de meester ook en ik ging naar huis zonder mishandeling.”

Des avonds om 11 uur gaat de schrijver naar de Grote Markt “alwaar de groote troep was”. Hij zegt: “Ik heb mij tot ’s nachts één uur ongestoord onder die menschen opgehouden, alleen uit nieuwsgierigheid. Daar er zoolang over die menschen gesproken was, alsof zij nog erger en wreder waren als wilde dieren. Ik ben daar ’s nachts ongestoord geweest”.

Vermeld wordt ook dat er op het Vrijdagse marktplein des avonds 50 vuren werden gestookt. Het blijkt voorts dat Russische huzaren hun paarden zetten in de kamers en keukens als bij L. de Lelie, A. Sleddens en bij H. Smulders.

De eerste indruk van de kozakken bleef niet bewaard. “Later gekomenen waren niet van de beste soort. Zij waren zeer roofzuchtig en vrouwspersonenbelagers, waar ondervinding van hebben gehad (dan volgen vijf namen van vrouwen) met als lakonieke toevoeging: ”Deze laatste werd nog bestolen ook”.

“Op zondag 23 januari werden op de Veldhoven alleen 500 kozakken ingekwartierd en die hebben zich als kozakken gedragen. Mijn vader had er zes van gelogeerd”, zegt de schrijver. Tusschen oktober 1813 en mei 1814 moest Tilburg meer dan 250.000 Russen en Pruissen inkwartieren en voeden. Vooral de Russen hebben plunderend en verkrachtend de stad onveilig gemaakt.

Na de val van Napoleon in 1815 schreef De Beer: ”In de afgelopen maand augustus is den 1e dag geweest in 22 jaren tijd, dat in Tilburg geen militairen ingekwartierd waren”.

Zo, dat was het. En toen kwam in 1830 de Belgische opstand. Maar dat lijkt me iets voor een volgend stukske…….

Anton van de Wiel.

Voornaamste bron:”Uit het dagboek van een Tilburger, aangetekend door L.D. de Lelie en J.B. de Beer, bewerkt door Ad Vorselaars.

Media