WO II (17) - geldzaken (deel 1)

Fotonummer 010313

In de editie van de ‘Nieuwe Tilburgsche Courant’ van 26 juni 1940 komen de geldzorgen naar aanleiding van de eerste oorlogsweken aan de orde.

Hierna volgt het eerste deel. 

Tilburg's belevenissen in oorlogstijd. De toekomst niet verontrustend.
Bedrijfs- en belastinguitkomsten. Cijfers en feiten.

Tilburg heeft er zich over kunnen verheugen, dat nog juist enkele dagen vóór den oorlog ook over ons land losbrak, haar begrooting voor 1940, met eigen hulpmiddelen, dus zonder eenige Regeeringshulp, sluitend was gemaakt kunnen worden.

In Raadskringen was men daarop niet weinig trotsch!  

Aanvankelijk was er wel op steun "van buitenaf" gerekend, maar toen kwam er een aantal "meevallers" in den vorm van: hoogere uitkeering uit het Gemeentefonds (f. 44.600), teruggaaf toegestane subsidie Armbestuur (f. 5.000) en last but not least: hoogere winst Electrische Centrale (f. 163.450) en de gemeente was uit de knoop.

De "bezetting" heeft echter ten aanzien van inkomsten en uitgaven een radicale ommekeer in het leven geroepen, die natuurlijk aanstonds den geheelen financiëlen opzet voor het loopende jaar der gemeentelijke huishouding in de war stuurt.
Laten we beginnen met twee onzer meest vitale bedrijven, de lichtfabrieken.

De electische centrale heeft weliswaar haar maximale belasting van vóór den oorlog wel haast zien herstellen, omdat de fabrieken goeddeels weer "draaien", maar voor 't overige is het gebruik, naar de directeur Ir. Jansen ons meedeelde, teruggeloopen tot ongeveer 55 pCt. van voorheen.  

De dagelijksche aflevering is gedaald van 190.000 à 200.000 Kw.U. tot 100.000 à 110.000 Kw.U. De voornaamste oorzaak van deze teruggang is hierin gelegen, dat de fabrieken niet meer in dag- en nachtploegen werken en voorts zijn daar de tijdsverzetting met 1.40 uur en de "verduisterings"-voorschriften op de straat en in de huizen; zoodat het lichtverbruik vrijwel tot nul is gereduceerd.  

Wat de naaste toekomst belangt, daarover durfde de heer Jansen zich aan geenerlei voorspellingen te wagen.

Indien er echter geen drastische verandering komt, zoo verzekerde hij wel, dan is dat een kwestie van tonnen!  

Verlies bedoelde hij.

En dan te weten, dat de "uitkomsten" van dit bedrijf een goed deel vormen van de kurk waarop de gemeentefinanciën drijven - in 1938 nog een zuivere winstuitkeering van f. 709.923 en vorig jaar in totaal f. 797.747.-- dan slaat elk eerzamen burger den schrik om het lijf.  

Iets gunstiger staat het er gelukkig voor met de gasfabriek.
De kolennood - of liever de stremming in den aanvoer van deze brandstof - heeft de bevolking in de noodzakelijkheid gebracht om steeds op gas te koken; deze afgifte heeft zich dan ook volledig kunnen handhaven. 
 

Anders is het echter gesteld met de straatverlichting, die de 1½ millioen M3 pleegt te overschrijden per jaar en nu al weken volkomen is uitgeschakeld. Waarnaast dan ook nog de industrieele behoefte met 10 tot 15 pCt. is geslonken.

Alles bijeen valt er alzoo een verlies van gemiddeld 12 pCt. te constateeren. 

De financiële resultaten - voor 1940 was nog een winstuitkeering geraamd van f. 63.000 - zullen, zoo voegde de directeur de heer van Mierlo, aan deze uiteenzetting ons toe, zullen goeddeels afhangen van de kolenprijzen; en dienomtrent valt voorloopig niets te zeggen.  

Alleen wenschte onze zegsman met klem op te komen tegen de meening dat men zuinig met gas moet zijn.

Inteegendeel !

Het Rijkskolenbureau en de Duitsche autoriteiten zijn van oordeel, en dit wist de heer van Mierlo uit eigen waarneming, dat het gas nu juist het aangewezen kookmiddel is, en bovendien dat een ruim gebruik den aanmaak bevordert van allerlei nevenproducten, zooals teer en cokes, waaraan juist sterke behoefte bestaat.

Wat tenslotte de geregelde kolenvoorziening voor het bedrijf aangaat, dienomtrent koesterde de directeur blijkbaar geen enkele vrees voor storing.


Het slachthuis, waarvoor het batig slot voor het loopende jaar op f. 30.000 was geschat, zag tot heden zijn gebied aldoor....... oploopen.

Men neme daarbij echter in het oog, dat van Duitsche militaire zijde, vaak aankoopen ineens werden gedaan va 5 à 6000 kg, hetgeen niet onbelangrijke bedragen in het laatje bracht. 

Maar men begrijpt, dat zijn bij het op en neer trekken der troepen slechts wisselvallige baten: de laatste dagen was dit reeds merkbaar.

En dan - zoo vroeg de administrateur, de heer Bierens, die ons inlichtte zich af - de distributie van vleesch - hangt natuurlijk in de lucht, en wat zal er dan voor ons bedrijf dan nog aan "revenuen" overblijven?

Stichting Woningbeheer, dat vooral de laatste jaren aardig van haar verliezen aan het bekomen was - het nadeelig saldo voor '40 is nog slechts f. 23.000 geraamd tegen b.v. f. 48.000 in 1938 - valt weinig te zeggen.

De laatste weken hebben begrijpelijkerwijze wel eenige meerderen huurachterstand te zien gekregen, maar dat wordt geleidelijk weer ingeloopen.

Er bestaan dus ten aanzien van dezen dienst geen bijzondere zorgen: vermoedelijk zal hij zelfs zijn "uitkomsten" kunnen handhaven.

 

Louis Sparidans

 

Tilburg Wiki:

Media