WO II (15) - de terugkeer van "onze jongens"

Datering van de gebeurtenis: juni 1940

Op 12 juni 1940 plaatste de ‘Nieuwe Tilburgsche Courant' het volgende bericht.

De voorlopige oorlogshandelingen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren voor Nederland (en voor Tilburg) inmiddels voorbij.

 

Tilburg wacht op "De Jongens"......
Grote drukte aan het station.

Gisteren avond omstreeks half negen .....
Het Stationsplein ziet zwart van de mensen. Vooral bij den uitgang staan ze op elkaar gepakt als haringen in een ton. Zoo is het heden, zoo was het gisteren avond en zoo zal het ook weer vanavond zijn ......

Men wacht op den trein, die omstreeks kwart voor negen uit de richting Den Bosch aankomt. 't Is wel geen extra krijgsgevangenentrein maar men hoopt toch, dat er uit Duitschland terugkerende "jongens" bij zullen zijn.

De massa heeft in de krant gelezen, dat er eenige duizenden de Nederlandsche grens gepasseerd zijn en dat er nog voortdurend méér zullen komen.

Dit betekent niet, dat al deze terugkeerenden nu ook verder per trein hun woonplaats zullen opzoeken. O neen, bijlange niet !

Het wachten op een trein duurt vaak lang.
Velen geven daarom de voorkeur aan een zelf opgesnorde reisgelegenheid: één van de schaarsche particuliere auto's die nog op 's Heeren wegen mogen rijden, een vrachtauto, die het levensmiddelen transport onderhoudt.

Duitsche militaire auto's en dan niet te vergeten de fiets, het zo echte oer-nederlandsche "fietske", waarvoor we straks nog een standbeeld zullen moeten oprichten ....

Maar ook komen er met den trein. En de verwachting is klaarblijkelijk dat er velen zullen zijn. Hoe anders de groote menschen-massa aan Tilburg's schoon station te verklaren?

Vele Tilburgsche jongens zijn reeds lang teruggekeerd. Van onzen kennissenkring b.v. is alles thuis maar er moeten in Tilburg toch nog heel veel families bestaan, die nog altijd in ongedurige afwachting leven.

Kijk die groote menigte maar eens aan ! Zij staan te popelen van ongeduld.


- Als er onze Piet nou ook maar bij is !....
- Ik hoop dat ie komt !....
- Ik hoop, da'k 'm zie !.....

Dat zijn zo allemaal dezelfde opmerkingen, die men met meer of minder temperament uitgesprooken te hooren krijgt.

En intusschen dringt de menigte zich weer wat dichter op den uitgang ....

Er komt plots beweging. Slechts weinigen kunnen zien, wat er gaande is, maar ieder denkt: daar komen ze ....

Er rijst een veld-grauwe soldatenmuts boven de menigte: O, 't is een Duitscher ....

De menigte lacht goedmoedig om haar vergissing en ijdele hoop en valt weer terug in haar houding van afwachten .......

Even later klinkt er wiel-gedender uit de richting van den overweg aan de Koestraat. Nu kan er geen vergissing meer zijn.

De verbeide trein stoomt langzaam het station binnen.

Nieuwe beweging vaart er door de massa, handen gaan wuivend de hoogte in. Daar zullen ze dan zijn .... Harten popelen ...

Reizigers en zakenmenschen komen het eerst uit den uitgang, dan een marechaussee met de weinig bekende veldmuts op het hoofd.

En dan, ja, daar is eindelijk één van de jongens. Vader en moeder hebben hem al ontdekt want ze hadden wel gezorgd dicht bij het hekje te staan.

Aangedaan, met van vreugde kloppend hart en fier op hun zoon, banen de drie zich een weg door de saamgeklotte massa, die de halzen rekt en ieder die passeert nauwkeurig monstert ....

Daar is er weer een, en nog een en dan nog een.

Ze zien er gezond uit de jongens met hun zonverbrande gezichten. De stoppelbaarden zijn verdwenen, de tunieks zitten glad uitgestreken.

Eén hunner heeft waarachtig zijn haar prachtig gepermanent. Met branie steekt de "slag" uit onder zijn scheefstaande veldmuts.

Of zou hij die fraaie golf geheel van "zijn eigen" hebben?

Er gaan niet veel verwachtingen in vervulling. Slechts een tiental "krijgsgevangenen" brengt deze trein.

De momenten van het weerzien zijn er niet minder hartelijk om, al doen zich dan ook niet zulke ontroerende tafereeltjes voor als dezen middag omstreeks half vijf toen wij het zelfs beleefden, dat een oud moedertje in zwijm viel omdat haar ademvreugde (?) van het weerzien van haar teruggekeerden zoon te machtig was .....

De trein tuft weer onder de overkapping uit. De eigenlijke massa heeft tevergeefs gewacht.

Eenigszins teleurgesteld verspreidt zij zich.
Maar ge kunt er van op aan, dat zij terug zal keeren voor een volgende trein, vervuld van nieuwe verwachtingen.

Hiervoor bestaat trouwens ook alle reden.
Velen immers zijn onderweg, velen zullen nog terugkeeren .....

Naarmate hun terugkomst langer uitblijft, zal straks de vreugde van het weerzien grooter zijn ....

Tilburg Wiki:

Media