Het driekoningenbrood

  • Datering van de gebeurtenis: Jaren '40 en '50

 

Driekoningen, Epifanie of Openbaring van de Heer is een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari wordt gevierd. Het ‘Driekoningenzingen' op die dag is in Tilburg en omstreken al jaren een traditie. Minder bekend is ‘het driekoningenbrood'. Ook wel ‘koningskoek' en ‘driekoningentaart' genoemd.

Op 5 januari, een dag voor het feest van Driekoningen, werd in de jaren '40 en '50 door nogal wat moeders een grote koek of taart gebakken. In die koek kwam één boontje te zitten.

Meestal werd door het jongste kind van het gezin op 6 januari de koek aangesneden en verdeeld. Wie de boon in het stuk koek aantrof mocht die dag koning zijn. Hij droeg een kroon en een lange mantel gemaakt van een oud kleed of papier. De koning had voor één dag alles te vertellen. Iedereen moest hem beleefd benaderen en met ‘majesteit' aanspreken.

Zo kon de koning beslissen over het feit welk gezelschapsspel voor de dag gehaald moest worden. Ook had hij een vinger in de pap met betrekking tot het tijdstip waarop de kinderen naar bed gingen.

In het boekje ‘de Mei-boom 9', een uitgave van de ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis Tilburg', eerste druk 1949, is op pag. 10 een alleraardigst verhaal over deze traditie vermeld. De illustraties zijn van Anton Heijn.

Afb. 1: Een driekoningenbrood.

Afb. 2: Een driekoningenbrood.

Afb. 3: De Mei-boom 9.

Afb. 4: Een driekoningenbrood. Een afbeelding uit ‘de Mei-boom 9'.

Afb. 5: Driekoningen - Illustratie Jos Naaijkens.

Jos Naaijkens

 

Media