Wilma Pijpers, oud-bewoonster van de Koningswei

  • Datering van het verhaal: 1955

Wilma Pijpers stuurde haar herinneringen over de Koningswei op naar Stichting Straat in het kader van de manifestatie die in november 2011 zal plaatsvinden omtrent het vijftigjarig jubileum van de sanering van de wijk:

De Koningswei… Ik heb warme herinneringen aan de Waai en kan met trots zeggen: ‘ik zè in de Kooningswaai geboren’, in 1955. Wij hebben er zo’n beetje tot het laatst toe gewoond. Tegen het einde stonden veel huizen leeg of waren gesloopt. Voor ons was het spannend om in die lege huizen te spelen.

Sommige huizen in de Prinses Sophiastraat hadden meerdere kamers op de bovenetage. Wij hadden geen slaapkamers en sliepen met z’n allen op zolder, behalve mijn ouders dan. Dat kon wel eens heel gezellig zijn. Zeker als ik nu de verhalen van mijn oudere zussen hoor, over wat die allemaal uitgevreten hebben. Maar dat mogen ze zelf schrijven.

We hadden een gezin met vijf dochters. We waren arm, materialistisch gezien dan, maar dat besef heb ik toen nooit gehad. We zijn niks tekort gekomen. Kleding haalden we bij Vincentius en omdat we toch met allemaal meiden waren konden we gerust de kleren van de oudere zussen verder afdragen. Toch niks mis mee?

Wij woonden in de Oranjestraat, net om de hoek met het café van Van Hest. Elly van Hest was mijn beste vriendin. We kwamen vaak bij elkaar over de vloer. Je kon zo bij elkaar binnenlopen. Ik vond het dus ook erg leuk het verhaal van Leo te lezen. Bij het lezen van het verhaal van agent Kokx herinner ik me dat mijn moeder heel erg blij was met zijn aanwezigheid in de Waai. Hij heeft haar vaak bijgestaan als er problemen waren.

We hebben veel gespeeld in het Kiekebos, het bos van De Hoop. Als kind had je een vrij leven in de Koningswei. Elke avond na het eten waren we op straat. Kinderen genoeg om mee te spelen en speelterrein te over.

Op de markt, waar in kleine dieren werd gehandeld, vond ik een wit konijn dat daar losliep. Die heb ik mee naar huis genomen en een oom van me heeft hem van me gekocht voor 1 gulden. Een kapitaal. Ik weet niet meer wat ik met dat geld heb gedaan maar ik heb er wel spijt van gehad het konijn te hebben verkocht. Die is zeer waarschijnlijk in de pan terecht gekomen. Wel tegenstrijdig natuurlijk want mijn vader was stroper en mijn moeder vilde de konijnen die hij had gevangen, achter op de plaats. Mijn vader was ook smokkelaar.

De dorpel bij de voor- en achterdeur was zo hoog dat je je benen hoog moest tillen wilde je zonder te vallen binnen komen. De dorpel moest het water tegenhouden als het hard geregend had. Voor veel mensen zal het onvoorstelbaar zijn dat de wc buiten in een apart huisje aan het huis gebouwd stond. Een echte poepdoos van hout. Het stonk er niet maar o wat kon het daar in de winter koud zijn!

Als kind ben ik hier zeer gelukkig geweest, precies wat een kind nodig heeft. Warmte, bescherming en vrijheid!

Afb. 1: Foto circa 1959 in achtertuin Oranjestraat. Vooraan vlnr: Wilma Pijpers, José Pijpers, Maria Pijpers. Achter: Francie Pijpers, Marie van Gestel, Jan Pijpers, Annemarie Pijpers.

Tilburg Wiki: