Natuurhistorisch Museum geopend én bezocht

  • Datering van de gebeurtenis: 1935 en later

Mijn eerste museumbezoek jaren 50

De eerste keer dat ik als kind in een museum kwam, was in het Natuurhistorisch Museum aan de Paleisstraat, nu Paleisring (waar het kantongerecht, ofwel de rechtbank staat). Aan de hand, te voet met mijn
vader en zus op een stille, rustige zondagmiddag via de Broekhovenseweg en de Bisschop Zwijssenstraat. In de Paleisstraat op nummer 20 zat het notariskantoor van Maas, voordat het in 1935 een Museum werd.

Het museumbezoek is me toen goed bevallen: ik doe het nog steeds, ion binnen- en buitenland. Maar ook in mijn eigen stad Tilburg: Scryption (in 2011 helaas gesloten vanwege de crisis en bezuinigingen), Natuurmuseum, De Pont en natuurlijk het Textielmuseum. En het Muziekinstrumentenmuseum Muzima, dat nu een locatie heeft in Berkel-Enschot.

Een opgezette kraanvogel in het Natuurhistorisch Museum aan de Paleisstraat. Bij de opening van het museum in 1935 was er nauwelijks genoeg materiaal om de ruimte te vullen, maar later kwam er ruimtegebrek en vond men het jammer dat alleen over de benedenverdieping en de zolder beschikt kon worden. De eerste voorwerpen bestonden uit de vogelverzameling van meneer J. Woestenbergh, schenkingen van de Nederlandse Heidemij. en Staatsbosbeheer. Ook waren er schelpen te zien, die gevonden werden toen de Tilburgse Waterleidingmij. aan de Gilzerbaan bij boringen op oud quartaire schelpenbanken stiet.

De eerste conservator was dr. A. Liernur, leraar biologie aan de Rijks HBS Willem II, dat was gevestigd in het Paleis van Koning Willem II om de hoek. Nog in 1935 werd C. Jansma zijn assistent. Deze werd in 1944 opgevolgd door
W. van Boextel als assistent-conservator. Liernur overleed in 1954 en werd als conservator opgevolgd door W. van Boextel. Deze man kan ik me goed herinneren, ook vanwege zijn karakteristieke stem, als hij tekst en uitleg gaf aan de bezoekers, kinderen én volwassenen. Als museum-assistente kwam in de jaren 50 juffrouw R. Eykman in dienst.

Door drie tot vier tentoonstellingen per jaar kreeg het museum in deze tijd landelijke bekendheid. Ook de collectie werd in deze jaren flink uitgebreid onder andere door de aankoop in 1956 van een grote collectie tropische schelpen van baronesse van de Borch te Ulvenhout. De verzameling insekten en vlinders groeide door bruikleencollecties, bijeengebracht door de paters Priems en Adriaanse. Vele jaren beschikte het museum ook over een contactpersoon bij de Noordzee-visserij, meneer C. de Ronde uit Vlaardingen. Hierdoor kwam de collectie van de in zee en aan het strand levende dieren tot stand.

In mijn herinnering was ook het Volkenkundig Museum hier gehuisvest, maar dat klopt niet volgens de bronnen in het RAT. Dat zou gevestigd zijn in de Kloosterstraat. Ik herinner het me ook vanwege de mooie maskers en bijzondere speren en pijlen van de Papoea's en andere ‘vreemde' volken.
Later zat het ‘Natuurmuseum' ook een tijdje in de Kloosterstraat. Vandaar wellicht mijn vergissing ...

Het kleine natuurhistorisch museum van Tilburg is later uitgegroeid tot het Natuurmuseum Noord-Brabant, dat een provinciale functie kreeg. Veel scholen en andere groepen komen er tegenwoordig naar de vaste collecties en tijdelijke tentoonstellingen kijken in het mooie pand aan de Spoorlaan 434, in de voormalige Ambachtschool (ofwel Technische School). Maar de opgezette vogels en andere dieren, zoals vossen, konijnen e.d. uit de begintijd zijn er nog steeds te zien. In een moderne ambiance, mét museumwinkel en café. Het is ook goed toegankelijk voor mensen in een rolstoel én er is een lift. Een bezoek waard, als je er nog nooit geweest bent ! Kennis, waardering en verwondering over de Natuur, met tienduizenden voorwerpen én foto's in de collectie anno 2011.


Natuurmusuem, nu: Spoorlaan 434, Tilburg

Foto 1: Museum in 1960 (Paleisstraat 20)

Foto 2: Initiatiemasker uit West-Afrika

Foto 3: Trom uit Nieuw Guinea

Foto 4: Beeldje van een Barende Vrouw uit Mexico

Foto 5: Opgezette spechten (uit begintijd 1935)

Foto 6: Meneer W. van Boextel, conservator, bij opgezette reëen

Foto 7: Bezoekers museum in het eerste oorlogsjaar 1940

Foto 8: Opening van het museum in 1935

Bron: RAT
Foto's: RAT

Mieke-Nelie van der Heijden