Overval januari 1944

  • Datering van de gebeurtenis: dinsdag 25 januari 1944


Met het beschikbaar komen op internet van kranten uit de oorlogstijd, komt ook de legendarische overval op ons gemeentekantoor te voorschijn.
Al veertien dagen na de overval, begin februari 1944 verscheen het volgende verslag.

DE OVERVAL TE TILBURG.
(Uit ‘The London News'; gestencilde uitgave, Haarlem, 7 febr. 1944)

Het verhaal is reeds vrij bekend, doch voor hen, die het niet hoorden geven wij hier de bijzonderheden. Op dinsdag 25 januari ontving de heer Vuijsters, hoofd van het bevolkingsbureau op de Markt in Tilburg een telefoontje namens zijn kennis, mevrouw Verbunt-Janssens uit de Nieuwlandstraat, of hij zo goed wilde zijn om even aan te willen komen, om half een op de middag, wanneer hij toch langs kwam om te gaan eten. De Heer Vuijsters, niets kwaads vermoedend, verschijnt en wordt opengedaan door een jongeman. Hij stapt binnen, de deur gaat dicht en hij wordt in de spreekkamer geleid, waar hij zijn sleutels moet afgeven onder bedreiging met een revolver. Men moet weten, dat in de brandkluis op zijn bureau 105.000 zegels waren opgeborgen, bestemd voor persoonsbewijzen. Even later verscheen op dezelfde manier de heer Broers, die ook zo'n berichtje gehad had en eveneens in het bezit was van een paar kluissleutels. Toen de twee heren hun sleutels kwijt waren, werden ze hoffelijk naar een ander vertrek geleid, waar Mevr. Verbunt, zoon en dienstbode reeds gebonden en gekneveld zaten sedert er heren bij hen geweest waren ‘voor evacuatie'. De vreemde heren verlieten toen het huis en lieten de kluissleutels in de brievenbus van het bevolkingsbureau glijden, waar een ambtenaar van dat bureau de wacht hield, met nog twee agenten, die gewapend in een ander lokaal wacht hielden. De ambtenaar nam na een tijdje heel nonchalant de sleutels uit de bus, opende de nodige kluizen en kasten en nam er (dus om ca.1 uur) de zegels uit, met nog een partijtje buitenlandse paspoorten en blanco persoonsbewijzen, deed ze in zijn tas,
ging de agenten goedendag zeggen, en verdween, toen hij door een ander werd afgelost. Om ongeveer twee uur hadden de heren Vuijsters en Broers zich weten los te werken en renden naar het Bureau, waar natuurlijk de consternatie groot was. Alle kasten en kluizen waren dicht en zonder sleutels. Iemand van de bradkastenfabriek Van der Blerk kwam er bij te pas, met een groot aantal sleutels, maar niets paste. Tot acht uur 's avonds heeft de man met een brandapparaat zich in het zweet gewerkt, want men wilde de inhoud in ieder geval spoedig overbrengen, doch het lukte niet. Er werden zes agenten als bewaking bij gezet en de volgenden dag zou v.d.Blerk met een paar knechts terugkomen om verder te breken. In heel Tilburg werden de wachten verdubbeld, bij de distributiebureau en rond de markt loste de ene patrouille de andere af. Pas tegen twaalf uur de volgenden dag bezweek de grote kluisdeur, die, doormiddel van een bok er af moest worden gelicht. De ‘grootgewichtigste' kluis was open en de ambtenaren gingen naar binnen om de zegels enz. er uit te halen en ze op de wachtende politieauto te vervoeren naar de grote kluis van het Gemeentehuis. Maar alles was al verdwenen! De ambtenaar, die 's middags wacht had gehad en die door niemand was gewantrouwd, was onvindbaar, de uitreiking der nieuwe stamkaarten werd uitgesteld en achter de schermen werd meer dan uitbundig gelachen om de mooie Tilburgsche mop, waarvan woensdagavond het ‘verslag' in de Tilburgsche Courant stond in de volgende bewoordingen ‘Degenen, die reeds een oproeping ontvangen hebben voor nieuwe stamkaarten, moeten aan die oproeping geen gehoor geven. Nader bericht hieromtrent volgt.'
Er zijn op het ogenblik meer agenten dan ambtenaren op het Gemeentehuis. Als het kalf verdronken is..........
De daders zijn veilig ontkomen. De Duitsers waren echter zo dapper familieleden van de ontsnapten gevangen te nemen.

UW TAAK.
Het gebeurde te Tilburg wordt algemeen beschouwd als een prachtmop. Doch denkt u er eens even ernstig over na. Hier hebben een kleine groep mensen hun leven op het spel gezet door een zeldzaam stoutmoedige daad, waarmede zij duizenden en duizenden Nederlanders aan de handen der Duitsers weten te ontrukken. Hoe zullen wij deze mensen daarvoor danken? Alleen door eens hartelijk te lachen? Daarom deden zij het niet!! Wéét u, hoe er tienduizenden ondergedoken en in angst zitten vanwege de nieuwe kaarten? Zij moeten geholpen worden. We kunnen niet allen zulke bravoure stukjes uithalen, doch helpen kan iedereen. Daar zijn in de eerste plaats de ambtenaren die op vele manieren de uitreiking kunnen saboteren. Dit is hun plicht. Wanneer zij daaraan niet voldoen, plegen zij verraad tegen het vaderland. Dit zijn grote woorden, doch het is de waarheid. Ook het publiek kan helpen. Wij allen moeten saboteren. Enz., enz.

Afb. 1: Nieuwlandstraat 48 waar mevrouw Verbunt-Janssens woonde.
(RAT-026879)

Afb. 2: De markt, met rechts van de auto, Markt 9, de afdeling bevolking van de gemeente. (RAT-500263, 1931)

Een uitgebreide analyse van deze overval is te vinden in
‘Zo maar een stad, Tilburg 1940-1945' van Ad de Beer uit 1994,
pag. 92-114.

 

Tilburg Wiki:

Media