Het Oranjegevoel van 1918

  • Datering van de gebeurtenis: November 1918

 

In november 1918 kwam het idee op om van Nederland een republiek te maken.
Tilburg organiseerde toen een grootse optocht als steunbetuiging voor het Oranje koningshuis, afb. 1 en 2. Onze burgemeester bood twee dagen daarna, in Den Bosch, aan koningin Wilhelmina een motie aan.

De Tilburgsche Courant meldde:
Nadat de Burgemeester Vonk de Both op zaterdag 2 december de Tilburgse deputatie in Den Bosch aan Hare Majesteit had voorgesteld, hield hij de volgende rede:
‘Eergisteren heeft de Tilburgse bevolking op de meest grootse en enthousiaste wijze uiting gegeven aan haar vaderlandslievende gevoelens en haar verknochtheid aan het huis van Oranje, door het houden van een betoging, die ten doel had,
1e. om dank te zeggen aan God èn om haar vreugde te uiten, dat het vaderland na een tijdperk van vier bange jaren door Uw wijs beleid, gespaard bleef voor de rampen van de verschrikkelijke oorlog en ten
2e. om te protesteren tegen de revolutionaire waan van enkelen, waardoor Nederland een ogenblik in ernstig gevaar verkeerd heeft, maar bovenal en vooral om hulde te brengen aan Uwe Majesteit en om hare onvergankelijke bewijzen van liefde en trouw en gehechtheid aan Uwe Majesteit aan te bieden.'

‘Bij die betoging werd mij door het Tilburgse Comité van Actie en Verweer, dat hier eveneens tegenwoordig is, namens de Tilburgse bevolking een motie aangeboden.' Deze was door een der Eerwaarde Zusters van Liefde te Tilburg op keurige wijze op Oudhollands papier gekalligrafeerd en later aan H. M. aangeboden.
‘Mij werd het verzoek gedaan, zo ging de Burgemeester verder, deze motie wel ter kennis van Uwe Majesteit te brengen. Toen wij vernamen, dat het de bedoeling van Uwe Majesteit was heden een bezoek te brengen aan Noord-Brabant's hoofdstad, hebben wij aanstonds de gelegenheid aangegrepen, die zo welwillend door Uwe Majesteit geboden werd, om U persoonlijk deze motie, namens de Tilburgse burgerij te overhandigen. Ik kan Uwe Majesteit daarbij de verzekering geven, dat bij de herinnering aan Uwe Majesteits onvergetelijke grootvader (Willem II) roemrijker nagedachtenis, de banden, welke de Tilburgse burgerij bindt aan het vorstenhuis, steeds hechter worden toegehaald, en dat Uwe Majesteit in het uur des gevaars vast en zeker op Tilburg's zonen zal kunnen rekenen. Ik wil daarbij niet vergeten Uwe Majesteit in herinnering te brengen, dat ook het nijvere Tilburg met zijn uitgebreide arbeidersbevolking, de grootste industriestad uit het Zuiden, een eenheid van katholieke gemeenschap, de gemeente waar de grootste en krachtigste organisaties van Katholieke arbeiders gevonden wordt.
Het evenals in andere delen van het vaderland, die grote en krachtige organisaties van welgezinde ordelievende, katholieke en christelijke burgers geweest zijn, die het eerst zich schrap gezet hebben tegen de revolutionaire idee en het eerst de stoot gegeven hebben, tot de grootse nationale betoging, welke men thans overal in het land ziet. Met eerbiedige dankzegging voor de grote bereidwilligheid, waarmede Uwe Majesteit mij in de gelegenheid gesteld hebt om in Noord-Brabant's hoofdstad namens de Tilburgse burgerij deze motie persoonlijk te overhandigen, spreek ik namens diezelfde bevolking de hoop uit dat het Uwe Majesteit te zijner tijd moge behagen Tilburg zelf een bezoek te willen brengen. Dan zal Uwe Majesteit ontwaren, meer dan mijne woorden vermogen uit te drukken, hoe de historie de Tilburgse bevolking bindt aan Uw Vorstenhuis, hoe de slagaderen van het economische leven de industrie, en de landbouw zich in Tilburg paren aan recht en orde, hoe de Tilburgse bevolking weet te eren en te huldigen, het symbool van onze Staatseenheid, het hoofd van onze staatsgemeenschap, Neerland's Koningin.'
De enkele woorden waarmede H.M. antwoordde en waarin zij een bezoek aan Tilburg toezegde, waren zeer hartelijk. In het onderhoud dat H. M. de Koningin (Wilhelmina) en ook H. M. de Koningin-moeder (Emma) daarna met de Tilburgse deputatie had, bleek dat de Koninginnen zeer goed van de gebeurtenissen daar op de hoogte waren en vooral de betoging zeer op prijs stelden.

En over de ‘nationale feestdag' van donderdag 30 november meldde de krant:
‘Tilburg heeft gisteren spontaan en geestdriftig haar vaderlandslievendheid en haar Oranjezin tot uiting gebracht.
Dat deze gevoelens niet meer luidruchtig uitsloegen is zeker voor een niet gering deel te wijten aan het akelige novemberweer En bovendien aan het feit, dat er door het sluiten der koffiehuizen geen gelegenheid bestaat om zich even gezellig te verpozen. De stad zag er feestelijk uit met al die vlaggen en wimpels en het getal van hen, die zonder enig nationaal tooisel zich op de straat vertoonden, was te tellen. Ieder droeg gaarne het zijne bij om zijn zin voor orde en rust te demonstreren.
De kerken van allerlei gezindten waren ‘s morgens propvol. Elke gelovige verhief gaarne zijn dankbaar hart tot God. Die ons voor oorlog en revolutie gespaard heeft. Alleen in de Ned. Herv. kerk kon wegens ernstige familieomstandigheden Ds. Faber geen leiding geven en ging dus de bidstond niet door.
In de parochiekerk van het Heike was het bijzonder indrukwekkend. Daar waren de leden van het Eere- en uitvoerend Comité samen en brachten militairen een eerbetoon.
De optocht.
Om twee uur trok een stoet vanuit de Cavaleriekazerne door de stad. Er bevonden zich honderd en twaalf verenigingen, tellend ongeveer negen duizend vertegenwoordigers met dertien praalwagens waarvan enkele zeer veel bekijks hadden. 't Waren ook zeer mooie. Hoe jammer dat een voortdurende motregen bleef vallen, zolang de betoging duurde. Overal stond een samengepakte menigte het voorbijtrekken van al die groepen gade te slaan. Op het Heuvelplein werd halt gehouden en al de deelnemers langs de drie zijden opgesteld. De gezamenlijke liedertafels (afb. 3) voerden met begeleiding der N. K. Harmonie onder directie van de heer W. Robert Jr. het koorwerk ‘Hollands Glorie' van Richard Hol uit waarna allen weer verder trokken tot aan het Wilhelminapark. Daar werd voorgelezen en goedgekeurd de volgende Motie van trouw.
‘De katholieke en christelijke georganiseerde vredelievende burgers van Tilburg, in Nationale betoging bijeen in de middag van donderdag 28 november, spreken hun verontwaardiging uit over de revolutionaire woelingen dezer dagen en betuigen hun oprechte hulde en onwankelbare trouw aan Hare Majesteit de Koningin en aan Haar Regering.' Tilburg, 28 Nov. 1918.
Namens het comité van Actie en Verweer te Tilburg.
J. F. HORVERS, voorzitter.
C. Th. A. BODDEN, Secretaris.'

Naast dit actiecomité, was er een gewapende(!) Burgerwacht opgericht ‘tot handhaving van orde en verweer tegen revolutionair geweld in onze stad! Alle ordelievende mannen, bij voorkeur diegenen die gediend hebben, worden opgeroepen deel uit te maken van deze burgerwacht. Voor bewapening alsmede kost en vergoeding wordt door 't comité zorg gedragen', afb. 4 en 5. Diversie parochies hadden zo hun eigen afdeling, afb. 6. Algemeen voorzitter van deze gewapende burgerwacht was J. van Rijzewijk uit de Poststraat, afb. 7.

Afb. 1: Een uiting van Oranjegezindheid

Afb. 2: Een oproep voor deelname aan het comité Actie en Verweer tot georganiseerd verweer bij eventuele revolutie !

Afb. 3: Oproep aan alle R.K. en Christelijke en ordelievende verenigingen dus ook muziekkorpsen , zangverenigingen enz. voor deelname aan de optocht op donderdag 28 november.

Afb. 4: Oproep aan alle werkgevers om ‘haar werklui zoveel mogelijk de hele donderdag 28 november vrij te geven met behoud van loon.'

Afb. 5: Oproep tot deelname aan de Burgerwacht ‘tot handhaving van orde en verweer tegen revolutionair geweld in onze stad!'

Afb. 6: Oproep aan de gewapende Burgerwacht om op zaterdag, 17 november aan te treden in de tuin van de Gildenbond, Tuinstraat 66.

Afb. 7: Burgerwacht Leo-Patronaat gefotografeerd voor de Leoschool (rechts),
op zondag 17 november (R.A.T.-009749)

Afb. 8: J. van Rijzewijk (1880-1939) van de Nieuwe Tilburgsche Courant en lid van de gemeenteraad, als voorzitter van deze gewapende Burgerwacht.
Hij was lid van de Tweede-Kamer van 1918 tot 1929.

 

Opmerking:
1. Koningin Wilhelmina had twee jaar eerder, in november 1916, Tilburg nog bezocht. Haar eerstvolgende bezoek was in september 1924.
2. Het comité Actie en Verweer, was op 14 november in Tilburg opgericht
3. De heren Horvers en Bodden waren beiden actief in de R.K. Werkliedenvereniging.