Het wonder in de Hasselt

  • Datering van het verhaal: 1904

Heel lang geleden, in 1904, gebeurde er bij de Hasseltse kapel een wonder.

In die tijd gingen de mensen zondags nog twee keer naar de kerk, naar de Mis en naar het Lof, en ze geloofden graag dat God en Zijn Heiligen zo nu en dan een wonder deden.

Die Zondagse kerkgang moeten we wel wat nuanceren. Iedereen ging naar de Mis, onze Opa vatte daarna zijn borreltje in "Kerkzicht" , moest dus na het middageten echt even een dutje doen, en haastte zich daarna om op tijd in het duivenmelkerscafe te zijn. En ons Opoe en de kinderen (dat waren ons Moeder, ons Tante Sjo en de oomens Bart, Kees, Jan en Therus), die gingen allemaal naar het Lof. De grotere jongens en meskes werden daarna voor een uurke losgelaten, maar ze moesten wel op de kaaien blijven, en vur den donkere weer thuis zijn !

Maar een jonge, ongedurige geest heeft wel wat meer afleiding nodig, en daarom ontstonden ook toen al, jeugdbendes, zoals bijv. de Hasseltse Schuit. Dat waren opgeschoten jongens in de Hasselt die erg vervelende dingen deden, er bij het geringste op los timmerden, en waar iedereen bang voor was. En zo kreeg onze Ome Jan alle hoeken van de kamer te zien, toen onze Opa doorhad, dat die iets had met de Hasseltse Schuit........

Aangenomen wordt dat de jongens van de Schuit, hoe slecht van inborst ook, de Heilige Maagd eens een handje geholpen hebben bij het verrichten van een wonder. Want wat gebeurde er ?

In de buurt van de Hasselt, vanaf de Dongenseweg tot de Loonseweg lag vroeger een groot bosgebied, eigendom van de familie Houben: "Houben's maast". Prachtige bossen die, vooral rond de Dongenseweg helaas grotendeels vernield zijn door de al te grote en kortzichtige dienstijver van achtereenvolgende gemeentebestuurders (nu is het een ontroerend, een voorbeeldig, kortom een rendabel industrieterrein).

Op een kwade dag dook hier de nonvlinder op, die in tegenstelling tot wat haar naam suggereert, een zeer schadelijk insect was. Staatsbosbeheer, te hulp geroepen, liet grote houtstapels aanleggen, die 's avonds in brand werden gestoken. Het was een prachtig gezicht, dat hel lichtende vuur in de avond, en ontelbare witte insecten die massaal het vuur invlogen.....En met drommen trokken de Tilburgers 's avonds naar de Hasselt om van dat vuurwerk te genieten. Een schone oude Tilburgse traditie, die vrije tijdswandeling langs de herdgangen, met bolhoed, wandelstok en een paar sigaren, goei dikkoppen van 3 cent, in de vestzak !

Toen het zover was, dook in Tilburg ook nog het gerucht op dat enkele keren boven de Hasseltse kapel een wonderlijk licht gezien was. Altijd op woensdag, precies om 12 uur 's nachts. Veel mensen die van het gewone vuurwerk genoten hadden, bleven wat langer rondhangen, om dat wonderlicht ook nog even mee te pikken.

Het was ontroerend schoon. Even was er niets dan dat wonderbaarlijke licht dat achter de kapel heen en weer bewoog. Het gemompel van de menigte verstomde en het werd angstig stil......Onze Lieve Vrouw had het geluk dat dit gebied zich goed voor een wonder leende, want aan de achterkant van de kapel was een diepe sloot. En Haar helpers konden daar een carbid-lantaarn, zoals toen voor de fiets gebruikt werd, aan een paar panlatten van zowat 6 meter vastmaken. Een rode zakdoek - iedere Tilburgse Kruik had er een bij zich - erom heen, en dan maar zwaaien in de lucht !

Maar toen het ineens zo angstwekkend stil werd, kregen de jongelui van de Schuit het danig op hun zenuwen, en ze probeerden te maken dat ze wegkwamen.........Jammer maar helaas: ook toen reeds hadden de politiemensen meer nuchterheid dan de doorsnee Kruik. Twee agenten waren ten tonele, en adviseerden de bandieten weg te wezen. Toen liepen ze recht in de armen van de Hasseltse wijkagent (zeg maar veldwachter) Hoevens Kiske (Kiske Heuvelmans uit de Reitse Hoevenstraat). Die sprak de boeven vermanend toe en stuurde ze naar huis (want eerlijk is eerlijk: er was geen enkele wet overtreden !). En ook de toeschouwers trokken, niet helemaal bevredigd, massaal weer naar huis.

De volgende dag werden de jongelui ontboden bij de commissaris, op het politiebureau van de Veldhoven, die er nota van nam dat het echt de eerste keer was geweest (dus er was geen volksoploop veroorzaakt), zich een dubbele breuk lachte en de heren met een waarschuwing liet gaan.

Niks wonder dus ! Ik stel me zo voor dat de H. Maagd met een bits gezicht toen haar begeleidingsengeltje een flinke por gaf, zodat het engeltje bijna omviel, en zee: "Allee, kom vort, ik hou 't hier vur gezien !"

En Ze heeft nooit meer een wonder gedaan in de Hasselt.


Anton van de Wiel


Bronnen o.a.: Pierre van Beek, Nieuwsbl. 19-12-1964 / Kijk op de wijk, Nieuwsbl. 04-04-1981.


De afbeeldingen zijn uit Beeldonline:
Nr. 020162: Het cafe Fouchier, Hasseltplein 5. Dit pand dateerde uit 1608, maar zelfs dit was niet veilig voor de Tilburgse sloopwoede in de jaren 60 (1964).Hieruit is de Postelse Hoeve voortgekomen.
Nr. 009816 Hasselts volk in de kapel.
Nr. 009829 Hasselts pelgrimsvaantje

Tilburg Wiki:

Media