Postduiven Vereniging 'De Olijftak'

  • Datering van de foto: 1982
  • Wie staan erop: Achterste rij, van links naar rechts: Hub Corssmit, directeur Wit-Gele Kruis Frans van Dun, chroombedrijf Dun Bie Gerard Pistorius, werknemer N.S. Jo van Bers, werknemer plantsoenendienst Janus van Abeelen, Café Boulevard Jo v.d. Laak, Houthandel Fraterstraat Gerard van Brunschot, kaashandelaar Henk v.d. Bosch, marktkoopman Voorste rij, van links naar rechts: Wim van Dun, directeur chroombedrijf Wil Pistorius, Frans Staps, aannemersbedrijf Heynen Berry v.d. Zanden, boekhouder Cees Weijmans, agent tafelzuren Jan Simons, bouw Jan Groos, militair

Frans Staps & De Olijftak in 1982

Postduiven houden was een serieuze bezigheid waar veel Tilburgers hun plezier en ontspanning aan beleefden. De langstlevende postduivenvereniging (P.V.) was ongetwijfeld ’De Olijftak’, opgericht in 1882 en gestopt in 1994.
Misschien was de belangrijkste reden dat ze het zo lang volhielden dat de gezelligheid minstens zo belangrijk was als de postduiven! Het was meer een vriendenvereniging, met 15 tot maximaal 30 leden, met middenstanders en fabrikanten.
De eerste voorzitter, toen president genoemd, was A. Caspanni, winkelier
in garen en band uit de Nieuwlandstraat en vader van de latere textielfabrikant Fons Caspanni.
In de loop van de twintigste eeuw heeft de familie Staps de voorzittershamer
in handen gekregen en vier voorzitters lang gehouden.
Achtereenvolgens
a. Van 1921 tot 1926, Antoon Staps (1858-1928)
b. Tot 1938, Frans Staps (1875-1939); de broer van Antoon
c. Tot 1975, Gerard Staps (1907-1975), textielhandelaar en zoon van Frans
d. Tot 1994, Frans Staps , geboren in 1937 en zoon van Gerard

Van oorsprong was ’De Olijftak’ een meer Goirkese aangelegenheid en voor de maandelijkse bijeenkomsten heeft men in die jaren verschillende cafés bezocht. Van café Arnaut Bertens in de Goirkestraat ging men naar ‘Het Tramstation’ aan het Wilhelminapark, vervolgens naar ‘De Rode Haan’ en ‘Moulin Rouge’ om uiteindelijk bij ‘De Boulevard’ in de Noordstraat te eindigen.
In de negentiger jaren werd de belangstelling voor de duivensport minder; werden de vrienden ouder en nam men het besluit om na 112 jaar de vereniging op te heffen.
Het laatste grootse festijn was het 100-jarig bestaan in 1982 (foto 1), waarvoor de 15 leden over een aardig saldo beschikten. Foto 2.

Altijd werd er gespaard om bij een volgend lustrumfeest uit te kunnen pakken. Honderd jaar geleden bedroeg de contributie nog een kwartje per maandelijkse bijeenkomst. Bovenop dat kwartje kwam nog een dubbeltje boete als men een keer verstek liet gaan.

Hier als voorbeeld een lustrum uit het verleden, het 45-jarig lustrumfeest in 1927. De inschrijving voor een vlucht vanuit Corbeil in Noord Frankrijk stond open voor alle Tilburgse clubs, waardoor er 3.065 (!) duiven ingekorfd op transport moesten, een recordaantal duiven in die tijd.
Er waren totaal 772 prijzen beschikbaar, waaronder negen zilveren bekers,
drie zilveren duiven, één gouden en diverse zilveren medailles en driehonderd gulden aan geldprijzen.

De Olijftak-leden bleven sterk in wedvluchten. De leden J. Simons en
C. Weymans waren mede-organisator in 1982 van de grootste wedvlucht ter wereld voor jonge duiven, de ‘nationale derby Orleans’,
met 130.000 (!) deelnemers (4).

Als variant op het gezegde van de Tilburgse Motorclub ‘Er werden meer kilometers gegeten en gedronken dan gereden’ gold ongetwijfeld ook voor dat de vrienden- en postduivenvereniging ‘De Olijftak’ dat er zowel de nodige kilometers gegeten en gedronken werd als gevlogen!

Met dank aan Henk en Frans Staps


Foto 1: De 15 leden van ‘De Olijftak’ in 1982.

Foto 2: Het financiële overzicht voor het 1982-lustrum

Foto 3: Eén van de winnende postduiven van Gerard Staps in 1948

(4) ’Het Nieuwsblad van het Zuiden’, d.d. 21-9-1982, pag. 11

Media