Wassen en gewassen worden

  • Datering van het verhaal: 1870-1910

In de vorige bijdragen op deze site hebben wij u meegenomen naar het Openluchtmuseum in Arnhem. In het bijzonder naar het zogenaamde Tilburgse straatje. Wij bezoeken deze huisjes nog een keertje en letten in het bijzonder op de details betreffende de hygiëne.

 

Ondanks het feit dat de huisjes (in het Openluchtmuseum van Arnhem) de nodige properheid uitstralen, krijgen we toch een indruk van de hygiëne-norm eind negentiende- en begin twintigste eeuw

We nemen hierbij de "keuken" als uitgangpunt. In het eerste huisje uit 1860 zien we "de geut". Hierin werden de kleren gewassen, de (poep)luiers gespoeld, de handen en gezicht "gereinigd" en de groente schoongemaakt. (Om maar enkele activiteiten te noemen).

Deze voorloper van ons aanrecht is nog niet aangesloten op het riool en er is nog geen waterkraan bij deze geut. Het water werd in een emmer gehaald bij een gezamenlijk pomp of uit een waterput. Deze bevinden zich in de meeste gevallen in de nabijheid van de mestvaal en "moosput". Het is dan ook geen uitzondering dat het grondwater besmet was met van alles en nog wat. Buiten treffen we het eerder beschreven privaat aan, de zogenaamde "poepdoos". Deze is niet aangesloten op het riool, de ton wordt geledigd op de naast liggende mestvaal of wordt opgehaald door de "strontkar". Achter het huis is een hok waar de geit onderdak had, eventueel samen met konijnen en enkele kippen. In sommige gevallen werd er zelfs een varken gehouden. De geit was voor de melk, de kippen voor de eieren en de andere dieren voor het vlees. Na bewezen diensten kwamen de geit en kippen, net als de andere dieren, in de etenspot terecht.

In het huisje anno 1910 is er wel een pomp bij de "gootsteen" aanwezig. Verder is de functie praktisch gelijk aan de bovengenoemde geut. De eerste stap richting aanrecht is gezet en de afvoer is in steeds meer gevallen aangesloten op het riool De toilet vinden we in de schuur, deze is inmiddels aangesloten op een riool. Op de plaats is een "moosput" aanwezig. Hier bezinken de vaste bestanddelen alvorens de vloeibaren via het riool worden afgevoerd. Deze "moosput" moest regelmatig leeggeschept worden, een minder prettig, maar noodzakelijk karweitje en omringd door de nodige stank.

De wekelijkse badbeurt geschied nog steeds in de zinken teil. Waarbij de jongens en meisjes afzonderlijk aan de beurt komen. Het warm water wordt aan het koude water toegevoegd. De kleinste waren het laatst aan de beurt. Het water werd wel bijgevuld , maar niet vervangen alvorens iedereen aan de beurt was geweest.

Ondanks de aanwezige, verbeterde hulpmiddelen was het wassen van de kleren, beddengoed en huishoudlinnen nog een hele toer. De was werd gekookt, geweekt, gewassen (met behulp van een wasbord (de "roefel"), gespoeld en via een "wringer" zo droog mogelijk gemaakt. Er werd zoveel mogelijk buiten gedroogd. Voor de kachel werd dikwijls een droogrek geplaatst.. Het is in deze tijd geen uitzondering dat de nat geplaste luiers op hetzelfde droogrek gedroogd werden. Hierna werden deze (warme) luiers weer gebruikt voor de volgende verschoning van de baby.

Na de schrobbeurt kreeg men schoon ondergoed aan, in de meeste gevallen had men niet meer dan twee onderbroeken en hemden per persoon. Alles bij elkaar nog een hele berg was voor de gemiddeld grote gezinnen. Voor moeder een hele toer die weer schoon te krijgen. Het moest een week later weer schoon zijn...

Rien van der Heijden
Augustus 2008 (184)

Bijlagen:
Foto 1:
De "Geut
Foto 2: Geitenhok
Foto 3: Waterput met "putmik" met emmer
Foto 4: Pomp in huisje 1910
Foto 5: "Aanrecht" in huisje 1910
Foto 6: "poepdoos" in de schuur
Foto 7: Ketel om de was te koken
Foto 8: Opstelling om te wassen
Foto 9: Putjesschep
Foto 10: Droogrek voor de kachel

Met dank aan:

Openluchtmuseum Arnhem

 

Foto's: Anja en Rien van der Heijden

Zie ook op onze site:
"Van Tilburg naar Arnhem"
"Tilburgse huisjes ingericht"
"Op kraamvisite in het vierde huisje"
"Van zinken teil naar douchecel"