Jeugd in de Veemarktstraat

  • Datering van het verhaal: 1933 - 1936


Van ons Moeder mocht ik die dag niet op straat. We woonden in de Veemarktstraat, schuin tegenover de huidige ingang van de parkeergarage. Daar was toen de poort van de wollenstoffenfabriek van J.A. Blomjous, en toen in 1935 de grote textielstaking uitbrak, stond ik met mijn neus platgedrukt tegen het raam te kijken. Het zag zwart van het volk, grote arbeidersruggen stonden tegen ons raam. Ergens werd gevochten en ik zie nog de politie-agent die vergeefs een fietser in beweging probeerde te krijgen (allee gij, vort!)

De Veemarktstraat was toen (in normale toestand) nog een gezellige kleinschalige woonstraat, die nu helemaal vernield is voor een grote parkeergarage, een nachtclub (weer weg), het wanstaltige popcentrum 013, enzovoort. En voor het "Veemarktkwartier"worden nog meer plannen gebrouwen. Maar als je het rijtje huizen voorin de straat, achter het café op de hoek van de Heuvel(ring), ziet, krijg je een beetje een indruk van de leuke woonstraat die het vroeger was, met huizen links, huizen rechts en veel kinderen.

Rechts van ons huis, na plm. 25 meter, lag het patronaat, waar we binnenslopen, lekker hard riepen (dat klonk leuk hol), om dan als de weerlicht weg te rennen, met de koster achter ons aan......Tot hij op een avond bij ons aanbelde en zei dat ze me daar weg moesten houden......toen kreeg onze Mart op zijn donder omdat hij me daar de weg geleerd had.

Voor in de straat, dicht bij de Heuvel(ring) woonde ene Van Trier die de eerste autobezitter van de straat was (ons Moeder noemde het in het begin nog "wagen zonder perd"). Wij mochten een proefrit mee maken langs de Heuvel, Heuvelstraat, Markt, Koningswei, Piusplein en weer terug. Eén toenmalige verkeersregel die ik onthield: vóór je een hoek omgaat, eerst toeteren !

Jo Zeebrechts was een vriend van onze Pa, hij verongelukte vóór de oorlog met zijn motor. Filmen was zijn hobby en zo maakte hij een filmpje van Treesje (van de overkant) en mij terwijl we dansten en een terwijl we boksten. Goeie genade, als ik toch eens die filmpjes uit plm. '34 kon achterhalen...... Over Treesje nog een anecdote: Links aan de overkant, dus naast de huidige parkeergarage was een opslagplaats van een aannemer of zoiets. Een paradijs van bergen wit zand, stapels stenen en hout enzovoort. Een knecht had Treesje en mij een emmer gegeven met zwart spul waar we knikkers uit konden draaien. Een andere emmer met zwarte vette troep stond er ook, en daar mochten we zeker NIET aankomen. Dus een Adam en Eva-situatie. En wat denk je? Op een gegeven moment greep ik in de verboden pek en Treesje volgde mijn voorbeeld. We hadden onherstelbaar vieze handen en renden naar huis..... "Mar ik heb nog zo gezee desser nie ôn mochten komen", zei de knecht.

We woonden naast een weduwe, Vrouwke O., met twee grote dochters. Ze was een gemotiveerd lid van de N.S.B. en in de verkiezingstijd hing er voor haar raam een grote affiche met de overtuigende tekst: "Mussert wint!" Een van de dochters vroeg mij eens of ik ijs lustte? Nou, dat fietste er bij mij wel in. Ik mocht mee naar boven, en op de rand van het bed likten of lepelden we ijs. Die avond werd ik heel ziek, en moest alles overgeven..... Dan is er nog een anecdote, die ik nauwelijks durf te vertellen: Er kwam een bode aan de deur en vroeg of we een doos met een grote fles aan Vrouwke O. wilden geven, want die was niet thuis. In de doos zat een grote fles parfum met op het etiket een stemmig portret van een vaderlijke Adolf Hitler. Ons Moeder en ons Tonnie waren duivels! Een deel van de fles werd overgegoten en gecompenseerd met eerlijk kleurloos, reukloos en smaakloos Tilburgs leidingwater. Vrouwke O. kwam later nog eens bedanken en zei dat het heerlijke parfum was.....

Onze Pa was fondsbaos (nu heet dat: assurantie-adviseur) en reed op een motor zijn klanten - waaronder veel boeren rond Tilburg - af. Soms mocht ik mee en in mijn herinnering zat ik voorop op de benzinetank; of zat ik in werkelijkheid achterop? In elk geval was het volgens de huidige norm niet erg verantwoord. Maar tot op de dag van vandaag geeft de reuk van benzine mij een nostalgisch gevoel......

Als de klaaiboer met zijn huifkar in de straat verscheen, liep heel de straat uit voor echte klei-aardappelen, die per kop werden afgewogen. De klaaiboerin droeg een hele grote witte muts, heel anders dan de poffers die de boerinnen hier in de buurt droegen.

Rechts van ons huis, aan de overkant, was de Sint Jozefschool, waar ik een paar jaren bij de fraters doorbracht. Ik herinner me, hoe we in de eerste klas leerden schrijven. De frater tekende een lus op het bord en hield toen plagerig op. We dachten dat het de L zou worden, maar nee, het werd (ik weet het niet precies meer) een K of H.....

Al de bovenstaande herinneringen zijn niet chronologisch. Als ik dat probeer, dan is een van de vroegste herinneringen, dat ik met enkele andere kinderen in een bokkenwagen (?) door de Veemarktstraat van de Heuvel tot Foto Mulder vice versa reed. Maar de Veemarktstraat is kapotgemaakt door het geld. De woonhuizen zijn weg en wat ook de plannen voor het "Veemarktkwartier" mogen zijn, MIJN Veemarktstraat is nu alleen maar een drukke en slonzige passage tussen parkeren, bus en stad.......

Foto 1: Ons Tonnie en ik op de motor van onze Pa.
Foto 2: De R.K.Bond van Werkmeesters bestond 50 jaar en de leden stroomden het Parochiehuis in (in '63, toen wij er allang niet meer woonden). De laatste voordeur links (dus het voorlaatste huis) was van ons, naast vrouwke O. (Foto RAT, Beeldonline, nr. 041106).

Media