Theresia, onze (oude) parochie 3(6)

  • Datering van het verhaal: 29 augustus 2006

Theresia, onze (oude) parochie 3 (van 6) serie 1

Toon vindt zijn weg …..

We hebben in het eerste deel kennisgemaakt met de ouders van Toon. Hij is net drie als zijn ouders noodgedwongen verhuizen naar de Oude Langstraat 79. Hij kan zich nog vaag het overlijden van zijn zusje voor de geest halen en iets beter het overlijden van zijn broertje. Wat hem vooral bijgebleven is, is het verdriet van zijn ouders. In 1928 gaat hij naar de kleuterschool. Om in 1930 naar de fraterschool in de Stedekestraat te gaan. De scholen in zijn wijk Theresia komen voor Toon te laat. Hij doorloopt deze laatste school in de normale zes jaar. Hij zelf heeft aan deze tijd prettige herinneringen. Er was speelgelegenheid genoeg in de omgeving en thuis waren ze inmiddels met 7 kinderen. De oudste inmiddels zestien en de jongste nog géén jaar. Na de school is er voor Toon geen kans om door te leren. Hij ontkomt er niet aan, hij moet naar de textielfabriek. De werkloosheid is in deze tak voorbij en er is behoefte aan personeel. Toon beschouwt deze periode als de op één na zwartste bladzijde in zijn levensboek. Hij kon moeilijk wennen aan het lawaai en vooral het eentonige werk de gehele dag door, zes dagen in week. Maar er moest brood op de plank komen en ook hij had een taak in het gezin. Van 1936 tot 1938 is hij werkzaam als spoeler bij Enneking. Van 1938 tot 1939 bij de Tilburgse Katoenspinnerij. In 1939 keert hij terug bij Enneking, totdat hij in 1941 bij Zanen Bouw start. Hier leert hij van zijn vader Antoon het vak. In 1943 begint voor Toon de zwartste bladzijde in zijn levensboek. Hij wordt door de “Arbeitseinsatz” naar de Krupp fabrieken in Essen gestuurd. In de periode 1943-1944 werkt hij op de staalwalserij. Hij maakt lange dagen in de enorme hitte van de ovens. Het is zwaar werk en de dan zeventienjarige Toon maakt enorme verschrikkelijke dingen mee. Zoals de bombardementen op de Krupp fabrieken. Hij ziet de verkoolde lijken nog voor zich in de barak waar hij een uur tevoren nog heeft liggen slapen. Mensenlichamen zijn verkleind tot onherkenbare massa’s van nog geen halve meter lang. Hij maakt dit meerdere malen mee. De geallieerden willen de Duitsers breken door hun fabrieken plat te gooien. Toon draagt dit leed zijn verdere leven mee. Begin oktober 1944 weet hij Duitsland te ontvluchten door brutaalweg op een trein naar Nederland te stappen. Hij komt na de nodige onderbrekingen doodziek bij zijn ouders aan. Op 27 oktober komt in Tilburg de bevrijding, die voor Toon een persoonlijke bevrijding betekent. Hij pakt zijn leven weer op en gaat dansen bij café Rijnders. Hier ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Paula. Hij heeft geen algemene haatgevoelens ten opzichte van Duitsers. Zijn verloofde is van Duitse afkomst, zijn schoonmoeder zal het Nederlands altijd gebrekkig blijven spreken doorspekt met Duitse woorden. De schoonmoeder is met haar man begin dertiger jaren naar Nederland gekomen. Waar zij vrij spoedig weduwe wordt en alleen haar kinderen, drie dochters en twee zonen, opvoedt. Welke weg Toon en zijn vrouw volgen kunt u lezen in een volgend deel; we gaan eerst het ontstaan van de parochie nader onder de loep nemen.
(Foto’s: Detail opname van de velden achter de Oude Langstraat , Witte huisje naast de poort nummer 81 en 79)

Media