Lys Sint Mourel

  • Geboortedatum: 00-00-0000
Lys Sint Mourel (ca. 1670)
Alias Tobias Morello (1669-1674)

Mr. J.I.D. Nepveu schreef in 1840 een merkwaardig verhaal over een zekere Tobias Morello dat zich afspeelt in de periode 1669-1674. Het gaat over Lys Sint Mourel, de partisane die haar bewogen carrière in Tilburg is begonnen. Een geval van travestie om bestwil.
Het verhaal begint in 1669 op de Heuvel. Daar stond tegenover de lindeboom herberg De Gekroonde Zwaan (waar later hotel ‘De Gouden Zwaan’ van H.B. Hegeman op de hoek van de Zwaanstraat heeft gestaan). Kastelein was weduwnaar Cornelis Weijerman, die daar met zijn zoon Jacop en het kamermeisje Lieske of Lys Sint Mourel woonde. Zij was de dochter van Ludovic Sint Mourel, een Fransman die in Oisterwijk woonde.
En dan, in een novembernacht van 1669, speelt zich in de herberg een drama af. Een Frans zakenman wil in de herberg overnachten, valt voor de charmes van de Franssprekende Lieske en probeert haar onder valse voorwendsels mee te nemen naar Frankrijk, waar hij haar zogenaamd naar haar rijke familie zou terugbrengen. In een poging om haar ‘s nachts te schaken, wordt hij door een ongelukkige val aan zijn eigen degen geregen: hij zakt ‘stervend’ in elkaar. Een andere, minder romantische versie van het verhaal, vertelt dat zij ‘een Tilburger die haar vastgreep, met een mes, dat zij steeds bij zich in de gordel droeg’ neerstak. Hoe dan ook, Lieske voelt zich schuldig aan moord en vlucht op aanraden van Weijerman naar Hilvarenbeek. Daar wist zij mannenkleren te bemachtigen en zo als jongen verkleed de grens over te steken. In het Vlaamse Dendermonde liet zij zich als trommelslager in Spaanse dienst werven onder de naam Tobias de Mourel, wat later verspaanst werd tot Morello. Zo ging zij jaren door het leven als man en nam zelfs deel aan de strijd tegen de Fransen in 1672. De 17-jarige Tobias werd bevorderd tot vaandrig en kreeg het bevel over een halve compagnie.
Bij toeval ontmoette zij ook Jacob Weijerman, die als lijfknecht in dienst was van een zekere Van Zuylenstein. In 1673 werd zij bij de verovering van Bonn gewond door een schot in de borst. Toen ontdekte men dat vaandrig Tobias Morello een vrouw was en dat betekende het einde van een roemruchtige carrière in het leger. Iedereen sprak over de stoutmoedige amazone, en een jaar later werd zij zelfs door stadhouder prins Willem III van Oranje in zijn hoofdkwartier te Breda ontboden. Met een jaargeld van 200 gulden stichtte zij op de Grote Markt aldaar een herberg. Daar is zij ten slotte met de eens afgewezen Tilburger Jacob Weijerman getrouwd.

Uit dit huwelijk is Jacob Campo Weijerman geboren (1677-1747), over wiens opvallende levenswijze in 1756 door Franciscus Lievens Kersteman het boek ‘Zeldzame Levens-Gevallen van J.C. Weyerman’ verscheen. Uit het ‘Aanhangzel’ bij dit boek, dat in de tweede druk van 1763 werd opgenomen, blijkt overduidelijk dat Nepveu zijn verhaal hieruit gehaald moet hebben. Alle eer komt dus Franciscus Lievens Kersteman (1728-1792) toe. Deze schreef overigens over een ander geval van travestie, dat hij tijdens zijn verblijf als vaandrig in Breda meemaakte, het boek ‘De Bredasche heldinne’ (1751).

Ingezonden door: Stadsmuseum Tilburg, Ronald Peeters
Verhaal van: Franciscus Lievens Kersteman (1763) en Mr. J.I.D. Nepveu (1852)