Mijn verhaal gaat over de bloeitijd van Gymnastiek en Turnvereniging Sint Dionysius. Een verhaal meer gebaseerd op herinnering en gevoel als op feiten. Vergeef me dus als ik qua jaartallen of data ergens de plank volledig mis sla.
Gymnastiek en turnvereniging Sint Dionysius werd opgericht in 1924. In het Roomse Tilburg kwamen de eerste leden vooral vanuit de parochies van de Hasselt en het Goirke. Dat waren allemaal mannen. Het duurde tot 1938 voordat er een vrouwenafdeling werd opgericht. Door de decennia heen bleef Dionysius, net als Kunst en Kracht (de grote rivalen ;-)) lang een vaste waarde in het turnlandschap van Tilburg. En nog steeds. Volgend jaar bestaat zij 100 jaar!
Mijn herinneringen aan Dionysius dateren van de bloeitijd eind jaren 70 en jaren 80 van de vorige eeuw. Als puber op zoek naar mijn identiteit kwam ik bij de vereniging in een “warm bad” terecht. Ik mocht aansluiten bij de “donderdagavondgroep”. Een gemengd gezelschap van “receranten” en “wedstijdssporters”. Met mijn motoriek van een stijve hark zou je denken dat ik er niet veel te zoeken had. Niks was minder waar. Dionysius heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan mijn motorische maar meer nog sociale en emotionele ontwikkeling. Hoe dat zo?
Ik herinner me een schier eindeloze rij aan activiteiten. Teveel om op te noemen. Zo waren daar de befaamde droppings. Met een grote groep mensen achter in een geblindeerde vrachtwagen. Na 30 minuten rijden werd je ergens in “the middle of nowhere” afgezet en dan moest je de weg naar huis maar terug vinden. Ja; zonder GPS, mobiel of google maps. Enkel een enveloppe met daarin een enkele aanwijzing. En dan je weg terug zien te vinden in kleine clubjes naar de uitvalsbasis van de vereniging. Kom daar nu nog maar eens om. Het op deze wijze van organiseren van activiteiten is nu onmogelijk door allerlei regelgeving (op het gebied van veiligheid) etc..
Eind jaren 70, begin jaren 80 beschikte Dionysius over een actief en fanatiek bestuur met daar om heen een grote groep vrijwilligers. Het was daar waar de basis lag voor het idee van een eigen clubhuis. Op een voor mij onbekende manier kwam de vereniging eindelijk terecht bij een vervallen pand aan de Gasthuisring nummer 30. Van eigenaar Bierings kon het pand worden gehuurd. Daarna begin de grote klus. Ik herinner me uren schuren en lakken van kozijnen etc.. Een grote verbouwing maar daarna had de vereniging haar eigen clubhuis. Een eigen honk, uitvalsbasis voor alle verenigingsactiviteiten. De Stichting Exploitatie Clubhuis Dionysius (SECDI) was een feit. Met dank aan mannen en vrouwen als Anneke Sparridans, Karel van Loon, Luud van Beurden, Piet van Oudheusden, Bas en Ans van de Wouw, Jos en Corry Vermeer (en ik ben er waarschijnlijk nog een hele boel vergeten) werd het een gigantisch succes.
Talloze bingoavonden, maar ook feesten en partijen werden verzorgd. De vereniging had zelfs haar eigen drive-in disco. Die verzorgde de muziek bij de maandelijkse disco-avonden. Dé avond waarop de jeugd van de vereniging elkaar ontmoette en niet zelden een eerste kus werd uitgewisseld. Eindeloze regenachtige zondagmiddagen doorgebracht achter de flipperkast met een biertje. Plaatjes draaien en “Ouwehoeren”. Ik weet zeker dat in deze tijd vriendschappen en relaties zijn ontstaan die tot op de dag van vandaag stand houden.
Helaas kwam ook aan deze glorieperiode een einde. Uiteindelijk bleek het als gevolg van o.a. huurverhogingen niet meer rendabel om het clubhuis te exploiteren. Het einde van een periode en het begin van een nieuwe periode voor Dionysius was daar.
Laatst kwam ik tijdens een wandeling met de hond weer eens langs de poort die toegang geeft tot de inrit naar het oude clubhuis. In een nostalgische bui besloot ik om eens een kijkje te gaan nemen. En ik had geluk. De poort stond open en ik kon de buitenkant van het voormalige clubhuis nog eens goed bekijken. Ook de hal (30a) ernaast was open en na toestemming te hebben gevraagd mocht ik ook hier (waar altijd de spullen voor de jaarlijkse rommelmarkt opgeslagen stonden) rondkijken.
De foto’s die ik maakte en die herinneren aan lang vervlogen tijden tref je bij dit verhaal aan. Wie weet heb jij ook hier voetsporen liggen, ben of ken je de eigenaar van de panden, en wil je jouw herinneringen of verhaal ook delen. Kom op. Ik ben benieuwd!