Dieje omgekeerde frietbuil

Waar een kerk (ook) voor kon dienen

De Reit in Tilburg. twee keer trappen op je fiets en je zat in het bos.

Als enige in Tilburg geboren van de familie, komen we, eind jaren 60 van de vorige eeuw, terug in Tilburg. Vanuit Breda. Maar ons Pa z'n werk was in Tilburg, dat is dan wel zo handig.

Weer terug dus. Om op te groeien. In de Kasteel Twikkelstraat. Nummer 26. Telefoon 676580. Recht tegenover de flat waar Ferdi Lancee ooit ging wonen. Ik heb er ooit mijn eerste gitaarles gehad. Naar school op de St Maartensschool. Naar de kerk in de Sint Maartenskerk. Pastoor Vogels met kapelaan harrie de Bruin die later Pastor werd. Ik ben er op mijn 17e op kamers gegaan toen de ouders naar Belgie verhuisde. De gekste dingen meegemaakt daar. Hele goeie feesten. Auto-zegeningen, Kerstdiensten die echt over the top waren en een toch wel erg mooi gebouw die omgekeerde frietbuil. Zo werd de Sint Maarten-Kerk ook wel genoemd.

Harrie de Bruin leerde mij toen van de wijn en de betere spijzen. De liefde voor wijn is nooit meer over gegaan. De liefde voor Harrie was, tot zijn grote teleurstelling, niet wederzijds. Dus was ik er maar weer eens snel weg.

Maar die jaren daarvoor. Die Reit. Die kasteel Twikkelstraat. Met daar tegenover dus een flat en daarachter een compleet wijkje met alleen fundamenten. Waar niet verder werd gebouwd. Heerlijk speelterrein. Dan daarachter de vijver bij de Hogeschool (later UvT) en dan de Oude Warande. Waar je via via allerlei paadjes bij de achterkant van het giraffenhok kon komen om via een gat in de omheining toegang te krijgen tot de dierentuin. Alle medewerkers wisten het dat wij daar langs kwamen. In die tijd was illegale toegang nog niet in een spreadsheet opgenomen, dus kon het niet afgevinkt worden en lieten ze het maar voor wat het was.

Bij de Hogeschool een enorme berg wit zand, om later te gebruiken voor de nog te bouwen gebouwen. Maar toen nog een ideale cross-locatie voor waaghalzen met stevige fietsen. Ik had zo'n fiets. Ik was een van die waaghalzen.
Die Reit, zoals die toen was, zou nu als een saaie woonwijk worden getypeerd. Voor ons als kinderen de gedroomde plek om op te groeien. Jonge wijk. Ontiegelijk veel kinderen. Waar nu gebouwen staan, was er toen gras. Met van die stalen kutgoaltjes die veel te klein waren maar meer dan voldoende om te kunnen voetballen. Op dat grote grasveld. Tussen de Torenbuurt en de Kasteelbuurt. Dus buurt tegen buurt. Rene en André de Blaauw, iedereen van de familie Musters. Marcel deed toen al mee maar had ver voor Lothar Matthäus de schwalbe uitgevonden. Marcel is dan ook later een gevierd acteur geworden. Het kon niet op. Schooltijd vloog voorbij. Via de tennisbanen van de hogeschool (Verberne laan) achterom tennisballen rapen in de bosjes en dan naar huis. Voetbalschoenen aan. Rudolf Mols, Mike van Ree ophalen en meteen door naar het voetballen of naar het bos.

Ik rij er nog wel eens door. Die Kasteel Twikkelstraat. De gezelligheid van de straat. De naaste buren (Toon van Enschot) en de vele borrels die er bij ons gedronken werden om het weekeinde in te luiden. Heerlijke tijd. Ons Ma die iedereen maar binnen haalde. Mee eten geen probleem. En of ik nog ging werken toen ik 15 werd. Naast school dan wel. Aardbeien plukken, tuinbonen trekken, asperges steken. Nu heet het daar de Reeshof. Toen, zo ver als je kon kijken, velden met eten. Later kranten bezorgen. De Volkskrant. Heerlijk zo vroeg. NOT dus. En zeker niet op zaterdag als die redactie van de Volkskrant weer eens had besloten er wat extra pagina's aan toe te voegen. Kon ik godsklere drie keer op en neer naar de Korvelseweg om opnieuw te laden omdat de hele wijk niet in die twee fietstassen paste. Maar wel bezorgen in de Reit. Dat dan weer wel. Niet al teveel abonnees. Die zaten toch meer op andere plaatsen. In de Reit werd hard gewerkt. Niet zoveel gelezen. Maar een sociale intelligentie waar menig belezen mens nog veel van kon leren.

April 2023. Vieren we een feestje in de Reit. Kom ik weer een beetje thuis.