De rijdende winkel van Martens

Met de bus naar de klanten toe

De rijdende winkel van A.J Martens, met de slogan Dagelijks vers aan huis. Antonius Johannes, ofwel Ton, bezorgde huis aan huis. Vooral in Riel, een stukje van Goirle en in veel wijken in Tilburg.

Pagina 6 - 7 kleine foto 1.jpg

Wie kan het nog meezingen; ‘Leve de man van de SRV, van je hiep hiep hiep hoeree!’ Dat waren vroeger nog eens tijden; de bakker, de slager en de groenteboer kwamen met hun rijdende winkels bij je in de straat bezorgen. Ze verkochten steeds meer producten en werden rijdende supermarkten. Ook Ton Martens deed dat. Onafhankelijk van een SRV of andere inkooporganisatie, was Ton eigen baas en reed met zijn eigen bus. Ton (93) kijkt met genoegen terug op het rijden met de wagen vroeger. “Hier in de buurt van Het Laar reed ik ook altijd rond. Vroeger stond er op de plaats van Het Laar nog een boerderij en een bos. Ik heb Het Laar vanaf de grond zien opbouwen. En nu woon ik er sinds een tijdje.”

Ton werd in Riel geboren, als vierde in een gezin van vijf. Zijn vader had een tuinderij en teelde veel fruit. Toen Ton de lagere school had afgerond moest hij in de melkfabriek gaan werken. “Daar stond ik dan in de flessenspoelerij, de hele dag in de hete stoom. Dag in dag uit. Daar had ik al snel tabak van. Ik kreeg een paard en wagen van mijn vader en ging in Tilburg naar de veiling bij de boter- en vismarkt en kocht daar groenten. Daarmee ging ik rond en verkocht het huis aan huis. Op een gegeven moment kon ik een bakfiets van mijn eigen geld kopen en zo nog sneller de ronde doen in meer wijken. Mijn eerste autobus, een DAF, kocht ik van Kleuterheil in Goirle. Dat was een kleuterschool voor kinderen die extra zorg nodig hadden. Die kinderen werden per bus vervoerd. Ik heb de bus eigenhandig van personenvervoer omgebouwd tot een rijdende winkel.

Zijn laatste bus was er een van Spijkstaal, een bedrijf dat actief was in het bouwen van voertuigen voor o.a. de SRV. “Mijn zoon heeft de buitenkant helemaal geschilderd, hij zat toen op de MTS in Boxtel, de schilderschool. In de bus had ik uiteraard een koeling voor de zuivel die ik verkocht. Ik verkocht groente, fruit, zuivel en nog wat andere levensmiddelen. Toen ik er mee stopte heb ik mijn wagen verkocht aan iemand in het Noorden van het land, ik denk dat hij daar een SRV-wagen van maakte. Het werk met een rijdende winkel was veeleisend. “Het was zes dagen per week naar de veiling, daarna de wijk in. Het ware lange dagen. Zondag stond de wagen stil, maar dan had ik administratie te doen.”

Maar Ton genoot van de vrijheid, het eigen baas zijn en in zijn mooie bus rijden. Hij had oog voor de verse producten die hij verkocht, het moest altijd van goede kwaliteit zijn. In de wijken waar hij reed, reden ook andere rijdende winkels. “We stonden soms wel eens met drie bussen tegelijk in de straat. Je bent wel concurrent van elkaar, maar dat maakte eigenlijk niet zo veel uit. Ieder had zo zijn eigen klanten en zijn eigen verkoopwaren. ”

 

 

Media