Geen kwestie van geheugen. Eigenlijk een feitelijk opgetekende ontwikkeling die zich niet alleen in Tilburg voltrok vóór en na de tweede wereldoorlog. Er eens bij stilstaan geeft inzicht in een fenomeen dat weinig aandacht krijgt.
Tijden veranderen. Weinig blijft zoals het ooit is bedacht of opgericht. Dit geldt ook voor de ondernemingen die door de jaren heen in Tilburg en met name in het centrum, de consument proberen aan zich te binden.
Marketing is een begrip dat sinds het begin van de twintigste eeuw pas gestalte kreeg. Voor die tijd werd er veel minder gestructureerd getracht producten aan de man te brengen. De factoren inventiviteit, geluk, lef, opportuniteit, liefhebberij, talent en andere min of meer toevallig aanwezige factoren bepaalden in belangrijke mate succes in zaken.
Eén van die door ondernemers gekozen instrumenten was de naam van hun bedrijf(je).
Denken we aan de textielfabrieken die Tilburg rijk was, komen we familiebedrijven tegen die bijna uitsluitend de naam droegen van de oprichter/eigenaar en zijn echtgenote. Verschuuren -Piron, Van Dooren en Dams, Janssens de Horion e.a. Klinkende namen.
In de winkelstraten waren de, wat we nu “de grote jongens” noemen, ook vertegenwoordigd met welluidende namen als Vroom & Dreesmann, Peek & Cloppenburg, C & A Brenninkmeijer e.a.
Ook tegenwoordig maakt men nog steeds gebruik van dubbele namen om het wat meer gewicht te geven. Denk aan H&M, Marks & Spencer e.a. Maar veel minder dan vroeger.
De grotere bedrijven die hun tweede generatie aan het roer hadden staan of ze aan het inwerken waren, gebruikten om dit duidelijk te maken de toevoeging “& zonen”. Beperk ik me tot Tilburg, dan zijn daar: André van Spaendonck en Zonen, G.C. van Spaendonck en Zonen (na 1898 Gebroeders van Spaendonck) Aug. Bierens en Zonen, Eras en Zonen, Swagemakers en Zonen, Hoosemans en Zonen, K.Hagoort en Zonen e.a. Weinig of geen Dochters. Gebroeders voor de naam kwam in zwang en later zijn er een paar ondernemers die om op te vallen “& Dochters” zijn gaan voeren. Opvallend. Dat wel!
Overleed de stichter (meestal een man dus), werd de zaak vaak doorgezet door zijn weduwe, al dan niet bijgestaan door één of meer kinderen. Gebruikelijk was het om dit in de naamgeving tot uitdrukking te laten komen. Zou het een gunfactor geweest zijn in die tijd? Wed. A. Verhoeven en Zonen, Wed. P.J.Knegtel, Firma Wed. J. van Casteren e.a.
De ondernemingen die we nu kunnen beschouwen als de zich toen ontwikkelende middenklasse (middenstand) presenteerden zich eveneens met een bedrijfsnaam die was samengesteld uit de naam van de man en zijn vrouw. De Heuvelstraat liet er veel toe. Menigeen heeft het er meer dan 50 jaren volgehouden.
We herinneren ons gemakkelijk: van Riel van Beurden, Verbunt Moonen, Mutsaers van Thillo, Hoyng-Jungerhans, Simons ten Brink, van Erp-Broekhans, J.J. van Nunen Boes, Hoeben-Beelen, Hamers van Hooff, van Hout-Vervegaard, e.a.
Mijn vader startte na de oorlog daar een bloemenwinkel op nummer 104. (Frans de Kok had er later zijn platenzaak, opgevolgd door Foto Tuerlings en nu?) Destijds waren er weinig ondernemers die bloemen verkochten. Een waarlijk luxe product zo direct na de bevrijding. De eerste bloemen die hij verkocht waren overigens door hem zelf vervaardigde anjers…..van papier!
Bloemen en planten werden voor die tijd opgekweekt en verkocht vanuit “bloemisterijen”. Ik herinner me die van Koetsenruyter aan de Havendijk, Jules Boogers aan de Bredaseweg, die van Janssen-Geurts aan de Nieuwe Goirleseweg (nu Intratuin aan de Abcovenseweg), Teeuwen-Wagemakers aan de Koningshoeven sinds 1849! (later: TéWé maar intussen gesloopt). De laatste twee begonnen in die tijd ook bloemenwinkels. Janssen-Geurts op een plek die nu Korte Heuvel heet (55-56) en in de Piusstraat 14a (later Mols) én aan de Zomerstraat die nu Heuvelstraat heet. (toen:"Primavera") Origineel voor die tijd! Teeuwen-Wagemakers was gevestigd aan de Piusstraat èn ook aan de Heuvelstraat 71 wat nu nummer 56 is. Die heetten toen “bloemenmagazijn”. Een aanduiding die ook later wat dateerde. “Bloemensalon” was daarna al wat eigentijdser of “Bloemenhuis” en “Bloemenboutique”. Chique!
Mijn vader doopte na een verbouwing rond 1960 zijn zaak, die inmiddels was gevestigd op nummer 83, in “Bloemsierkunst Gerard Baars”. Als een van de eersten hanteerde hij die aanduiding om zich te onderscheiden als bloemist-winkelier. Tegenwoordig al weer teruggebracht tot het begrip “bloemen” en in de breedte en landelijk inmiddels verworden tot “bloemen en meer” in alle denkbare varianten of nog erger…..Eyes and more. Engels!
Marketing kon je het nauwelijks noemen rond de vijftiger jaren, maar met o.a. dit ene marketing-aspect, probeerden velen zich anders dan de concurrent te positioneren. En dat gaat nog steeds door met het bedenken van een “andere” zo mogelijk originele naam.
Als we de voortgaande veranderingen in deze bekijken zien we dat het mode werd een eigen naam te gebruiken. Voor én achternaam, kort en krachtig.
Wat te denken van de overvloed in de Heuvelstraat alleen al:
Govert van Nunen, Dora van de Ven, Simon de Wit, André van Hilst, Hubert Meelis, Johan Willems, Anton Ghijben, August Obbens e.a.
Er was altijd al een groep die het nog korter maakte met slechts één woord als naam.
Witteveen, Termeer, Lampe, Meeuwsen, van Eijsden, van den Brekel e.a. Soms een aanduiding van hun handel daar aan toegevoegd.
Tegenwoordig zitten we klaarblijkelijk in de laatste fase. Het kan nog korter, nog krachtiger: Brons, Zeeman, Blokker e.a.
Nog even en slechts de toevoegingen: .nl of .com gaan we vaker zien!
Ruud Baars