Net na de oorlog was er in veel wijken in Tilburg onvoldoende riolering. Wij, en dan bedoel ik ons ouderlijk gezin woonden in de H. Berkvensstraat, waar gelukkig genoeg wel een riolering was aan gelegd en onze feces via de WC – overigens zonder spoeling- werden afgevoerd.
De bewoners van de Gasstraat troffen het wat minder en moesten gebruik maken van een beerput die regelmatig moest worden geleegd.
Dat gebeurde dan door een boer die beerput leegmaakte en vervolgens op zijn akker als mest gebruikte. (Zo at je een paar maanden later wellicht je eigen poep weer op)
Het Nieuwsblad van het Zuiden had in die tijd, waarin aan alles gebrek was, een rubriek die heette “Waarover onze lezers klagen”
Daar konden mensen dan hun dingen kwijt die ze hoog zaten.
op 10 september 1946 verscheen er in deze rubriek het volgende artikeltje:
Onderwerp met een luchtje er aan
Uit één straat schrijven ons acht abonnees over de W.C.
Is de W.C. vol... geen boer die ze voor je ruimt of hij vraagt ijskoud ƒ 2 a ƒ 2,50. Is dat niet treurig? Het is toch meestal bij gewone arbeiders, die met dit probleem te kampen hebben. Twee kwartjes, desnoods een voor de moeite, goed, maar twee gulden of een rijksdaalder is voor velen afzetting. Bij de gemeente wordt zooveel gedaan en veranderd. Zou hier ook geen regeling getroffen kunnen worden, niet in 't vullen maar in 't ledigen.
Aldus acht slachtoffers uit de Gasstraat.
Op 14 september 1946 was in dezelfde rubriek een repliek te lezen van een – zoals hij schrijft – niet bij de zaak betrokken “landbouwer” met de volgend inhoud:
De klacht met het luchtje
Naar aanleiding van de klacht met het luchtje het volgende:
Als een boer een W.C. gaat ruimen moet hij half vijf, uiterlijk 5 uur met zijn knecht en gespan naar de stad om toch zeker voor half zeven geladen te zijn zooals de gemeenteverordening bepaalt. Als hij dan teruggekeerd is en de beerkist gelost heeft moet alles goed gaan om om acht uur klaar te zijn.
Dit is minstens 3 uur arbeid voor boer, knecht en gespan. Het normale loon van een voerman is ƒ2:50 per uur als hij vrachten vervoert in de stad. Zou een boer met zijn knecht, dus twee personen, en zijn gespan niet hetzelfde mogen rekenen?
Het werk moet In de vroege morgenuren als de meeste stadbewoners nog in diepe rust zijn, gebeuren; ook kan men laden na elf uur 's avonds, wat nog veel bezwaarlijker is.
Ik meen er iets van gehoord te hebben dat de bevolking bij arbeid voor en na de normale werktijd extra betaald wordt. Een landbouwer mag dat, volgens hen, niet eischen.
Is de put geledigd en men rijdt naar huis en komt dan in de vroege morgenuren de schaarsche personen tegen, dan komen de zakdoeken voor den dag om mond en neus te vrijwaren voor de lucht en gaan zij zooveel mogelijk uit den weg, den boer den indruk gevend of hij wel een paria is. Meermalen is het ondergeteekende over komen, dat opgeschoten lummels in het voorbijgaan „vuile str...- boer" riepen!!
Ik kan er ook niets aan doen dat dit product uit de stad de vergelijking met eau de Cologne niet kan doorstaan.
Gaarne wil ik aannemen, dat de klacht uit de Gasstraat als zou de uitgave, welke zij moeten doen, bezwaarlijk voor hen is, maar dan moeten zij zich tot andere instanties wenden voor een voor hen gunstige oplossing.
Twee kwartjes. Men zou er om moeten lachen als het niet zoo treurig was.
De boeren van Tilburg moeten nu eens solidair zijn en de Gasstraat met hun ….. laten zitten. Zij kunnen dan die 2 kwartjes zelf verdienen en hebben de heerlijke voldoening niet “afgezet" te zijn.
Gasstraatbewoners: aanpakken en samenwerken, dan komt gij wel klaar. Een paar groote emmers en scheppen en ge bent al een heel eind op scheut. En ik hoop dat ge geen last zult hebben van het luchtje.
De lezers zullen meenen, dat schrijver dezes de persoon is die het met de klagers aan de stok heeft gehad, dit is echter niet het geval, klagers en betreffende boer zijn hem volkomen onbekend.
Tot besluit wil Ik de redactie er op wijzen, dat verschillende boeren met wie wij over 't geval gesproken hebben en zeker zullen de vele boerenabonnees van Het Nieuwsblad er ook zoo over denken, zich zeer gegriefd gevoelen, dat de redactie geen commentaar op deze ontactische en krenkende klacht gegeven heeft.
Een „landbouwer”
Ik zou bijna geneigd zijn te zeggen: Zo die zit!
Henk van Mierlo Nuenen