De huisartsenpraktijk van de heer Moerel was vanaf 1907 gevestigd in de Tuinstraat. In de Tilburgse joodse gemeenschap vervulde hij een aantal belangrijke functies. Voor zijn Tilburgse collega’s was het aangrijpend om te zien hoe hij als de joodse ingezetene steeds verder werd onderdrukt. Voor Moerel (1877-1944) betekende het dat hij al vanaf 1 mei 1941 alleen nog joodse patiënten mocht behandelen, zoals op 23 april 1941 in de Tilburgse kranten stond. (afb.1)
De in die krant vermelde J.A.Fr.J. Mannaerts (1914-2008) was net voor de oorlog begonnen met een eigen huisartsenpraktijk aan het Wilhelminapark.
De onderdrukking nam steeds verder toe. In 1942 volgde de Duitse verplichting voor joodse Nederlanders om een Jodenster te dragen. Een jaar later volgden de razzia’s waarbij b.v. in Amsterdam op zondag 26 mei 1943 waarbij 3.000 joden worden opgepakt en weggevoerd naar Westerbork.
De artsen in Tilburg hadden hun periodiek onderling overleg in de oorlog stopgezet om geen aanspreekpunt voor de Duitse bezetter te hoeven zijn. Toch hield men onderling informeel contact, waarbij in juni 1943 werd besloten om solidair te zijn met de onderdrukte joodse bevolking. Solidair door als artsen over te gaan tot een artsenstaking, waarbij 24 artsen hun werk zouden neerleggen en zouden onderduiken.
Sinds kort zijn de Tilburgse politie-archieven uit de oorlog openbaar met bijgaand verslag over dit gebeuren van de Duitse politiechef in Tilburg, uit de periode 15 juni tot 15 juli 1943. (afb. 2). Hier met een gedigitaliseerde versie in de bijlage.
Met als vrije vertaling over het gebeuren:
‘Veel artsen hebben deze maand moeten ervaren dat hun domme politieke bezigheden ernstige gevolgen kunnen hebben, zoals zij nu ook hebben ervaren.
Op 8 juli werd de burgemeester verzocht, bij de SD te informeren om of de ondergedoken artsen te laten terugkeren en over eventuele uitsluiting uit hun beroep. Het gevolg was dat op 10 juli zich 24 heren zich hebben verontschuldigd bij de SS-leiding, waarbij ieder f. 50,- moest betalen om weer met hun werk te mogen beginnen.
Op 16 juni is naar zeven van hun een bericht gestuurd, dat zij zich op de 17e weer bij de SD moesten melden. Dit waren de artsen:
Enneking, Schröder, Balvers, Bloemen,
Beukers, Ruding en Steenhuizen-Piters.
Enneking is een zwager van de burgemeester, die mij om nadere details te horen heeft gebeld over het hoe en waarom, wat nog niet bekend is.’
Nadere details over dit overleg van de artsen met de bezetter of over de verdere gevolgen van deze artsen-actie zijn onbekend. Toch verdient het (nu na ruim zeventig jaar) de nodige erkenning, respect en waardering dat zo’n groot aantal Tilburgse artsen tegen de bezetter in verzet heeft durven komen, door hun werkzaamheden te staken.
Met dank aan Jacques de Bakker.
- -
Deel van het Duitse verslag over de artsenstaking:
INNENPOLITISCH
Viele Ärzte haben diesen Monat erfahren müssen, dasz ihre dumme politische Betätigung ernstere Folgen ziehen kann, wie sie bis jetzt empfunden haben.
Am 8 Juli wurde mich vom Bürgermeister gebeten, beim Auszenstellenleiter des SD zu informieren nach den Möglichkeiten einer Rückkehr der untergetauchten Ärzte und eventuelle Entsiegelung der Arbeitszimmer. Der Erfolg war, das die 24 heimlich verschwundenen Herren sich am 10 Juli bei SS-Hauptsturmführer Küthe entschuldigten, jeder von ihnen Hfl 50,- zahlen musste und dann wieder die Arbeit aufnehmen konnte.
Am 16 ds. ist aber an sieben von ihnen der Mittelung ergangen, sich am 17 wieder bei der SD zu melden. Er sind folgende Ärzte: Enneking, Schröder, Balvers, Bloemen, Beukers, Ruding und Steenhuizen-Piters.
Enneking ist ein Schwager von Bürgermeister, der mich, um Näheres zu erfahren, anrief, weshalb und warum, was jedoch nicht bekannt ist.