Toen we na de Tweede Wereldoorlog op zondagmiddagen weer konden gaan fietsen (ik heb het dan over de jaren 1945 tot 1949, ik zat nog achterop bij onze pa) waren drie richtingen bij ons thuis favoriet. Oisterwijk, met zijn bossen en vennen, de Loonse en Drunense duinen én de lange Bredaseweg, toen nog héél rustig.
De lange Bredaseweg was vooral in trek omdat we dan langs het Tilburgs Dierenpark reden, ofschoon we daar maar een enkele keer naar binnen gingen (kostte teveel, vond onze pa).
Maar even verderop maakte vooral een groot gebouw veel indruk op me: De Klokkenberg !
Toch stopten we daar nooit want het had een bedenkelijke (bij)naam, het was een zogenoemd ‘sanatorium voor tbc-lijers’, zo werd gezegd, een besmettelijke ziekte.
Het was een betrekkelijk nieuw gebouw in die jaren. Klaargekomen in 1938 (mijn geboortejaar) als klooster voor Broeders Penitenten, was het vanaf het voorjaar van 1945 in gebruik genomen als nood-sanatorium voor lijders aan tuberculose. ‘Tering-lijers’ zeiden sommige Tilburgers.
De sociale omstandigheden gedurende de crisistijd van de jaren dertig en de daaropvolgende oorlogsjaren hadden hun tol geëist: verminderde fysieke weerstand en daardoor o.m. een toename van longtuberculose. Er was haast geboden voor de opvang van die mensen.
In 1953 verhuisde ‘de boel’ naar een nieuwbouw in Breda, eveneens onder de naam ‘De Klokkenberg’ en werden er vanaf 1954 mensen met een verstandelijke beperking opgenomen.
Zo ontstond Huize Piusoord, een ‘zwakzinnigeninstituut’ noemden we dat destijds, in de jaren negentig van naam veranderd in ‘Amarant’.
Bijgaand o.a. een afbeelding met betrekking tot een obligatielening van 2,5 miljoen gulden uit 1950, uiteindelijk bedoeld voor de nieuwbouw in Breda.
Louis Sparidans