Datering van de gebeurtenis: 24 november 2011
BRIEF VAN VINCENT VAN GOGH AAN ZIJN BROER THEO
Vorig jaar 2011 werd in het kader van het V.V.V de ‘Vincent & Theo schrijfwedstrijd georganiseerd. In samenwerking met - Vincents Tekenlokaal.
Voor deze wedstrijd werden mensen opgeroepen een brief te schrijven aan Theo van Gogh uit naam van zijn broer Vincent.
De openingszin moest luiden:" Moet je nu toch eens kijken wat mij is overkomen."Ik heb daar zo goed als ik kon gehoor aan gegeven.
Op 24 november 2011 de schrijfprijs uitgereikt georganiseerd door o.a. het V.V.V in de ‘Vincent & Theo schrijfwedstrijd ‘ in Tilburg. Ik bleek de winnaar te zijn.
Het resultaat waar ik toch wel een beetje trots op ben wil ik graag met u delen. Bij dezen dus.
Tilburg,November 2011
BRIEF AAN THEO,
Beste Theo,
Moet je nu toch eens kijken wat mij is overkomen.
Voor even ben ik teruggekeerd naar Tilburg. Vandaag bracht ik een bezoek aan Korvel waar ik ooit woonde bij de familie Hannik. Mijn kosthuis is helaas afgebroken. Wel hangt er hoog aan de gevel een plaquette als herinnering aan mijn verblijf bij hen.
Alles is hier nu wat vreemd voor me.
Vreemd, dat ik daar niemand meer ken. Het is er ook wel erg veranderd.
Het dorpse karakter van Tilburg is langzaam vergroeid tot het karakter van een ware stad. Je zou het niet meer terug kennen.
Mijn herinnering aan die plek is toch met recht goed te noemen. Ik heb me er bekwaamd in de tekenkunst. Enkel de mensen zijn er nog dezelfde. Ze lopen alleen anders gekleed.
Ze kijken me aan met een soort blik van herkenning en lijken dan te denken:'nee' toch niet.
Opnieuw begeef ik me naar mijn school alsof die niet veranderd zou zijn.
Daar ontdek ik zowaar mijn oude tekenlokaal! Ik val er van de ene verbazing in de andere. En er is zowaar nóg een tekenlokaal. De tekenborden zijn er van glas, en het tekenen gaat vlugger dan ik gewend ben. Het tekenen met knoppen en wijzers brengt me niet veel verder dan het trekken van een horizon. Er lopen wel erg veel mensen rond die me nog niet vergeten lijken te zijn, maar ik ken niet echt een van hen. Ze weten te vertellen van mijn verblijf in Zundert, waar ons broertje Vincent begraven ligt. En over ons huis in Nuenen en dat dit zeer goed onderhouden is. Zelfs het mangelhok waarin ik heb zitten werken is er nog, evenals onze achtertuin. Aan de overkant hebben ze een centrum ingericht dat helemaal aan mij en mijn artistieke leven is besteed. Ik zie er zelfs de fotografieën van onze ouders terug. Een weinig trots voelde ik me daar wel.
Veel werk is er op papier en in boeken ondergebracht. Ze weten er bijna alles.
Mijn schilderijen hebben over de hele wereld miljoenen opgebracht vertellen ze.
Iets waar ik geen weet van heb.
Wat ik ook niet weten wil. Alles wat ik in mijn leven heb gemaakt is uiteengerukt en verspreid. Ik hoop alleen maar dat de lichtval in mijn werk ondersteund wordt door de plek aan de wand die het heeft gekregen.
Sommige mensen ontmoet ik echt. Het liefst willen ze me meenemen naar hun huizen, die al even vreemd zijn dan al de rest. Nog één huisje heb ik er gezien waar de tijd schijnbaar stil heeft gestaan.
Het huisje van een wever met een weefgetouw waar aan hij de kost verdient.
Ik heb geprobeerd hem te bezoeken maar trof hem diverse malen niet thuis.
De meeste mensen wonen tegenwoordig totaal anders. Soms zelfs in gestapelde woningen, zoals ik die niet ken. Op het grote plein in de stad heb ik vergeefs gezocht naar de oude linde, die ik er wist. Ik word onrustig van al die mensen.
Het liefst ben ik buiten.
En het is intussen alweer november. De dagen worden korter.
Om nog wat van het afnemende zonlicht te genieten begaf ik me even buiten de stad en vertoefde in de zandduinen die daar liggen. Daar kwam de rust weer enigszins over me. Het zien van zoveel bomen en de zandvlakten deed me goed. Ik kan zo genieten van het landschap. Vooral de hei, waarvan de meeste kleur zich jammer genoeg al heeft teruggetrokken.
Wat doe ik hier? Nog een enkele vogel laat zich horen. Dan is het er stil.
Ik bezag er de luchten, net als weleer. Ik zou graag nog eens een stuk opzetten in vermiljoen, de blauwen en gelen zoals ik die gewend ben. Een warm oranje tot slot, om nog iets van de nazomer weer te geven.
Maar mijn gedachten gaan terug naar vroeger. En naar jou beste Theo.
Schrijf me zo spoedig als het kan. Ik ben zo benieuwd of ik jou weer in de wereld mag tegenkomen en hoe je zelf gevaren bent.
Te weten dat jij er ook bent geeft me weer grond onder mijn voeten.
Alleen al om wat we zijn. 'Broers.'
Vincent