Vossenjacht in De Brand

  • Datering van het verhaal: 29-11-2010

Kees van Drunen werd op 13 september 1931 aan de Groenstraat in buurtschap het Endeke geboren en was het vijfde kind van Graardje en Mina. Hij begon zo rond zijn achttiende jaar met het stropen samen met zijn neef Frans, een zoon van oom Kees uit de Gommelsestraat. "Wij stroopten overal in Udenhout, soms te voet, soms met de fiets of met een brommertje," weet Kees nog nagenietend te melden. Kees was tuinman bij mevrouw Kaart, die aan de Zandkant in Biezenmortel een vakantiehuis had en hier had hij soms wel dertig strikken staan. Soms leverden ze drie konijnen op maar soms ook niks, dat was wisselend. Kees had ook een vergunning voor een fretje omdat er in die tijd een overlast was van konijnen. Hij had zijn fretje altijd bij zich.

Kees is één keer bekeurd, op de jacht van de Loonse landbouwer Jaoneke van der Loo. Deze woonde aan de grintweg naar Loon op Zand. De hond van Kees had een haas gevangen en die zat veilig onder in de tas verstopt. Er kwamen twee buitenwijkers (politieagenten) naar Kees die van zijn fiets stapte en ze wist te vertellen dat hij aan het fretteren was, hij had daar immers een vergunning voor. Ze lieten hem echter zijn tas openmaken en ontdekten de haas die in beslag genomen werd. Het kwam Kees te staan op een boete van tien gulden. Het verhaal van Kees dat hij de aangeschoten haas "gevonden had" werd niet geloofd.

Kees woonde later, hij was inmiddels getrouwd en vader, in buurtschap ‘het Boerenverdriet' aan De Kuil. Hij werkte in de bouw, bij aannemer Harry van Dongen aan de Slimstraat. Om wat bij te kunnen verdienen fokte hij konijnen en had er op een bepaald moment, het liep tegen kerstmis, zo'n dertig zitten. Jan Elands die hij via zijn werk in de bouw kende, had wel interesse voor zijn konijnen en kocht ze in één koop.

Kees moest ze in het jachtgebied van Janus van de Voort uitzetten, Kees kende dit jachtgebied goed want het strekte zich uit tussen zijn ouderlijk huis aan de Groenstraat tot het Voorste Winkel nabij de spoorlijn Tilburg-Den Bosch. Kees deed wat van hem gevraagd werd en de konijnen kregen de vrijheid zodat de jacht later kon beginnen.

De jagers kregen de kans echter niet om ze te schieten want Kees bewees dat hij een goed zakenman was: diezelfde avond nog wist hij ze allemaal met zijn fretje weg te kapen. Jan Elands kocht dezelfde konijnen om ze aan zijn kennissen en zakenvrienden kado te doen. Het waren nu dus dode konijnen. En omdat het bijna Kerstmis was,waren ze ook nog één gulden per stuk duurder. Sinds 1974, Kees is inmiddels zijn wilde stropersharen kwijt, is hij de trotse bezitter van een jachtvergunning en een eigen jachtgebied op het terrein van Natuurmonumenten aan de Oude Bosschebaan nabij de Tolberg. Het stropen heeft hij inmiddels opgegeven en het fretje behoort ook tot het verleden. Het jaarrecord van Kees staat mét geweer en fretje op zo'n 2600 konijnen. Op het moment zitten er weinig konijnen en ander klein wild en dé oorzaak hiervan ligt volgens Kees in het grote aantal vossen dat de bossen onveilig maakt.Tegenwoordig worden er veel geschoten. Kees heeft zelf zo'n twintig vossen gevangen waarvan twaalf in Udenhout.