Grote en Kleine Kom

Datering van het verhaal: 29-11-2010

Deze namen zijn waarschijnlijk afkomstig van ‘gegraven kuilen' ter ophoging van een aan de westkant van De Brand gelegen dijk, welke later de Schoorstraat werd genoemd. De Grote Kom beslaat zo'n drie hectare grond. In 1924 werd de Tilburgse kinderwagenfabrikant Adrianus Andreas Wilhelmus (André) van Delft eigenaar van de Grote Kom. In de koopakte wordt het gebied omschreven als ‘schaarbosch genaamd de Grote Kom in de Baronsch Velden'.

André woonde met zijn gezin aan de Spoorlaan in Tilburg, maar ging de Grote Kom als zomerverblijf gebruiken. Helaas overleed André al een jaar na de koop op 42-jarige leeftijd, maar zijn echtgenote Emilie van Gorp zou er nog jaren met de kinderen komen. In de Grote Kom lag een visvijver waar de familie een klein zomerhuisje bijbouwde. Ze had ook een boot waarmee ze de vijver op gingen. Voor het zomerhuisje stond een waterpomp, maar het water dat men oppompte was bruin door de grote concentratie ijzeroxide. Voor de vijver stond een wit beeldje en rondom rododendrons.

Achter het huisje kwamen een aantal paden samen die de familie ter herkenning allerlei namen had gegeven zoals Hazelnotenlaan, Beukenlaan en Varenbos. Er moet ook een boomgaard zijn geweest met appelbomen en waarin kalkoenen rondliepen. Daar stonden ook twee caravans zonder wielen, waarvan er één gebruikt werd door een kennis en één door logees. In 1948 is het huisje bij een brand verwoest. Enkele jaren later, in 1953, werd de grond verkocht aan Johannes Hubertus Pastoors, maar nog datzelfde jaar kwam de grond in handen van Staatsbosbeheer. In 1991 werd het verkocht aan het Brabants Landschap.