- Datering van de gebeurtenis: jaren '50
5e VERTELLING (uit ‘Bouwjaar 1945')
- 5. Mag ik mee Driekoningen zingen?
Op 6 januari is het Driekoningen, in het zuiden is het dan een volksgebruik dat de kinderen verkleed als koning van deur tot deur liedjes gaan zingen. Ik vond dat prachtig om te doen, samen met Jan van tante Riet en Marijke of ons Annelies. We speelden dan Balthasar, Melchior en Caspar, de drie wijzen uit het oosten die kindeke Jesus goud, wierook en mirre kwamen brengen. Om er als echte koningen uit te zien gingen we gekleed in tafelkleden, coupons gordijnstof en op ons hoofd een tulband of een kroon. Bij het verkleden kregen we altijd hulp van ons ma, ons Marie-Louise of tante Riet. Wie de zwarte koning wilde zijn, moest zijn hele gezicht zwart laten maken met een verbrande kurk. Uitgerust met lampions, die soms in de fik vlogen, een glitterster op een stok en een tas of met zilverpapier omwikkeld kistje trokken we er tegen zonsondergang op uit. We gingen de Zwijsenstraat richting Heikese kerk in en belden aan bij bijna alle deuren. Het was maar afwachten of er werd opengedaan. Zodra de voordeur open ging zongen we uit volle borst: "Drie koningen, drie koningen geef me een nieuwe hoed, mijn oude is versleten, ons moeder mag het niet weten, we hebben het geld al op de toonbank geteld." Om variatie in ons optreden te brengen zongen we afwisselend het liedje "Drie koningen zagen een sterre" of "De herderkes lagen bij nachte". De meeste mensen luisterden aandachtig terwijl ze nieuwsgierig probeerden te ontdekken welke kind er achter de ‘koning' zat. Als men dat ontdekt had, zeiden de toeschouwers tegen elkaar: ‘dieje klène is er ene van Kwantes, van Janne op den hoek', 'jè, dè kunde wel zien'. Daarna gooiden ze een haffel snoepgoed in de tas, maar er waren er ook die wat geld in het kistje stopten. Sommigen smeten de muntjes gewoon bij het snoep. Als we moe gezongen waren en de adressen hadden gehad waar we toch zeker moesten aanbellen, dan keerden we huiswaarts. Aan het competitie Driekoningen-zingen bij Remmers op de Heuvel namen we geen deel meer. Thuis gekomen kieperden we al wat we gekregen hadden op tafel om het samen te delen. Ons ma was nogal van de hygiëne en zei dat we alleen het verpakte snoepgoed mochten opeten, omdat iedereen met zijn handen aan het snoep en de centen had gepakt. Dat de lekkernij vermengd was geweest met muntgeld deerde ons niet zo veel. Als kind pluk je er juist eerst het lekkerste uit zoals pepernoten, schuimpjes, drop, tumtum of jujubes.
JKw
Afbeeldingen:
- 1. 1957 Driekoningen Jan (van tante Riet), Marijke en Jan in huize Kwantes
- 2. 1957 Driekoningen verdelen snoep tante Riet kijkt toe
- 3. 1958 Driekoningen Annelies, Jan en Jan (vtRiet) zingend aan de deur