- Datering van de gebeurtenis: 1910 resp. de eerste helft jaren vijftig
Dit jaar (2010) is het precies honderd jaar geleden dat er in Tilburg de "R.K. Esperantistenvereeniging" werd opgericht, om precies te zijn op 3 juni 1910. De verenigingsnaam luidde: Ame kaj Pace, wat "Vriendschap en Vrede" betekent. Tilburg behoorde daarmee tot de koplopers in de Nederlandse Esperanto-wereld.
In 1953, het jaar waarin Stalin overleed, kwam ik voor het eerst in aanraking met het Esperanto. Ik zat toen op de voorbereidende kweekschool bij de fraters in Goirle. Een van de onderwijzers daar was Frater Sindulf (de Cocq), een Tilburger. Hij gaf les in wiskunde, natuurkunde en aardrijkskunde en deed dat op een zeer bevlogen manier.
De tweede wereldoorlog was nog niet zo lang geleden afgelopen en de zogenoemde "koude oorlog", gevoed door de tegenstellingen tussen het communisme en het kapitalisme, werd steeds heviger gevoerd. Frater Sindulf zag dit als een ernstige bedreiging voor de mensheid en noemde Esperanto als een van de oplossingen.
Esperanto is namelijk een eenvoudige wereldtaal, in 1887 bedacht door een Poolse oogarts (dr. L. Zamenhof) met als doel dat iedereen naast zijn moedertaal van kinds-af-aan deze taal zou leren spreken en schrijven om daarmee de verbroedering tussen alle volken te bevorderen.
Esperanto is inderdaad eenvoudig; ik heb het zelf ook geleerd. Met de kennis van ca. 1000 "stamwoorden" (voornamelijk ontleend aan bestaande romaanse, germaanse en slavische taalgroepen) tesamen met het gebruik van een aantal voor- en achtervoegsels en slechts 16 grammatica-regels (zonder uitzonderingen!) kan men namelijk elk onderwerp bespreken of beschrijven. Heus, het valt je in amper een paar maanden tijds gemakkelijk eigen te maken.
Aan het begin van de vorige eeuw sloegen deze uitgangspunten dan ook zeer aan bij ruim een honderdtal Tilburgers die daarop in 1910 besloten een heuse Tilburgse Esperanto-vereniging op te richten. In de jaren daarna groeide dit aantal uit tot meer dan zeshonderd personen.
Zij hadden een indrukwekkend eigen vaandel en liepen daarmee jaarlijks mee in de Tilburgse Heilig-Hartstoet. Pas het begin van de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan dit enthousiasme, omdat de Duitsers de vereniging verboden.
Gedreven door jeugdig idealisme besloot ik in 1954 te proberen het Esperanto in Tilburg nieuw leven in te blazen. Ik ontmoette daartoe o.a. de laatste voorzitter van de vereniging van vóór de oorlog en kreeg van hem het vaandel, dat hij zorgvuldig op zolder had bewaard. Helaas lukte het me niet om opnieuw genoeg enthousiaste mensen te vinden om een herstart van de vereniging mogelijk te maken.
Wel koesterde ik, evenals de laatste voorzitter, het oude en oorspronkelijke vaandel, totdat ik een paar jaar geleden op de hoogte kwam van het bestaan van het Stadsmuseum Tilburg. Naar mijn mening hoort het dáár thuis en derhalve besloot ik het vaandel over te dragen aan de heer Ronald Peeters, hoofd van het Stadsmuseum, die het graag in dank aanvaardde.
Zodra het Stadsmuseum zijn, op dit moment nog in hoofdzaak virtuele status, kan "inruilen" voor een écht museum in een daartoe geschikt gebouw, hoop ik dat het daar ook tentoongesteld kan worden. Het is natuurlijk toch een unicum in museale termen.
Op bijgaande foto is het vaandel te zien.
Louis Sparidans