- Datering van het verhaal: 1959-1980
Toen Tilburg jonger was/Een jeugd in Tilburg West
Ze waren in 1958 naar Nederland gekomen uit Indonesië en vonden aanvankelijk onderdak in Breda, in een pension en later in een eengezinswoning in de Antonius Struyckenstraat in Tilburg West. Ik heb het over de familie Franz: vader, moeder en vijf kinderen, onder wie Roy (geboren op 8 maart 1954) die ik in juli 2008 ontmoette in zijn huidige woning. Hij bracht zijn lagere schooltijd door op de Albertus Magnusschool (nu afgebroken) en ging later naar het Pauluslyceum voor de studie HBS-A. Tilburg West was in zijn jeugd een woestenij, bestaande uit ruige velden en weiden met wilde bloemen en hier en daar bebouwing. Er was geen buurthuis en ook de Westermarkt was er nog niet. Het "territorium" van Tilburg West strekte zich uit over het gebied van Ringbaan West tot Theresialyceum, tot het Wandelbos. Elke zondag ging het gezin Franz wandelen, bijvoorbeeld langs het Wilhelminakanaal achter het RKTV-terrein (daar was een steenfabriek). Aan de Dongenseweg was een speeltuintje met een glijbaan "waarvan je de splinters in je kont kreeg" aldus Roy (zie foto). De huidige vijvers aan de Vijverlaan bestonden nog slechts uit een afgraving. Ook ging de tocht weleens naar Boerke Mutsaers dat toen nog een boerderij was en een spilfunctie in de wijk vervulde. Daar zetelden een handboog- en een kruisboogvereniging en met Carnaval vonden de "tunnelplekkers" er hun domicilie. Levendig herinnert Roy zich de boomgaarden aan de Delmerweg. Zoals de traditie gebiedt, stal hij daar weleens een appel. "Het was dan zaak, dat de spoorwegovergang open was, zodat de boer je niet kon snappen!". Op school vond men het niet raar dat Roy uit Indonesië kwam, maar men vond het wel een beetje vreemd dat hij geen geloof had. In het Passiespel mocht hij voor Romein spelen maar dat was afgelopen toen de pastoor erachter kwam dat hij niet katholiek was. Voor de klas wees de meester erop dat Roy een "heiden" was. Het was de tijd waarin de kerk van de Goede Herder en het "Mager Josje" er nog waren. Het laatste gebouw was de parochiekerk van de Goede Herder, gebouwd in 1961, onder bouwpastoor M. Koolen en architect J. Strik uit Boxtel. De slanke hoge toren werd in de volksmond het "Mager Josje" genoemd. Eind jaren '80 is deze kerk gesloopt. De bakker (Smarius) kwam in de vroegere jaren nog aan de deur en bracht "King Corn" wittebrood dat drie of vier dagen goed bleef; de melkman bracht melk die moeder in ontvangst nam in kannen van een hele of een halve liter (deze melk moest gekookt worden voor consumptie): de groenteman kwam met paard en wagen, waarop kisten gevuld met groenten.
In de jaren '70 en '80 richtten de blikken van wijkbewoners zich meer op de rest van de stad. De wijk werd volgebouwd en kreeg haar huidige aanzien. Maar Roy zal zich altijd zijn jeugd tussen velden, weiden en afgravingen blijven herinneren.