Geesje van Loon vertelt
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er grote woningnood. Jeruzalem was het eerste naoorlogse wederopbouwproject in Tilburg, naar ontwerp van architect Henri Zwiers. Er moest in korte tijd veel worden gebouwd, maar er was ook materiaalschaarste. Daarom werd gebruik gemaakt van het zogenaamde Airey-systeem, een betonnen prefab bouwwijze met standaardplattegronden en standaardhuizen. De huizen in Jeruzalem zijn met de hand gebouwd; er kwam geen hijskraan aan te pas. Sommige delen zaten letterlijk met ijzerdraad aan elkaar.
De huurprijs bedroeg in het begin 5 gulden per week en toen ik er ging wonen 8 gulden. Dat lijkt nu niet veel: zeg maar 15 euro per maand. Nu is het 40 keer meer. Toch was het een sjieke buurt. Er woonden veel ambtenaren, leraren, politieagenten, een dokter, een journalist. Vooral in de Maaslandstraat. Daar reed de bus ook nog doorheen. Je kwam in aanmerking voor een huis als je gezin al minstens twee kinderen telde. En je mocht ook niet meer dan één hond of kat hebben.
De huizen hadden een houdbaarheidsperiode van ongeveer 25 jaar. Dus halverwege de jaren ’70 was dat moment bereikt. Pas begin jaren ’80 werd een eerste groot onderhoud uitgevoerd. De ramen en plafonds werden vervangen. Het duurde toen nog weer 25 jaar (de huizen waren toen 60 jaar oud) voordat er een grote renovatie werd uitgevoerd. De flats in de Twentestraat en Caspar Houbenstraat waren niet meer te renoveren. Die maakten plaats voor nieuwbouw. De meeste huizen zijn wel gerenoveerd, waardoor het karakter van de buurt is gebleven. De renovatie is niet op alle onderdelen even geslaagd. Ik denk niet dat de huizen nog eens 25 jaar meegaan.
Geesje van Loon kwam in 1970 op 26-jarige leeftijd naar Jeruzalem en heeft sindsdien op een korte onderbreking tijdens de renovatie na altijd in de Veluwestraat gewoond.