Géén fout in de spelling. Het boekje heeft écht de naam ‘Sint Nikolaas’. Met een ‘k’ geschreven. De auteur is N. Mulders. B. Reith heeft de illustraties voor zijn rekening genomen.
Het is uitgegeven door ‘R.K. Jongensweeshuis - Tilburg’. Vermoedelijk in de jaren ’20 of ’30 van de vorige eeuw.
Het is de drukkerij van de fraters in Tilburg. Op 6 november 1845 komen de eerste zeven weesjongens naar de fraters in de Gasthuisstraat. Vóór die tijd zijn ze ondergebracht op de Oude Dijk bij de Zusters van Liefde. Op 18 oktober 1846 komt in het dagverblijf van de wezen een drukpers met toebehoren en apparatuur voor de boekbinderij. De drukkerij is een feit.
Het boekje ‘Sint Nikolaas’ is een van de vele boekjes dat door de drukkerij is uitgegeven. Het behoort tot de serie ‘Roomsche Reeks’. ‘Lectuur voor Katholieke Jongens en Meisjes’ lezen we op pagina 1. Op 25 juni 1924 wordt namelijk door de Fraters van Tilburg de ‘Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur’ opgericht. Boeken die goedgekeurd zijn krijgen een Keurraadstempel. Ook op blz. 1 is zo’n ‘stempel’ afgedrukt en bovendien lezen we de tekst: ‘Uitgegeven onder goedkeuring van den keurraad voor roomsche jeugdlectuur’. Resultaat: een waarborg voor een goed rooms-katholiek jeugdboek.
In plaats van pakjesavond wordt er door Sint en Piet ‘gereeje’. Een typisch Tilburgse uitdrukking. De kinderen worden ’s morgens vroeg op 6 december door de ouders gewekt. ‘Vlug sprin-gen ze hun bed-je uit. Ze ma-ken een kruis-je met wij-wa-ter. Ze klee-den zich vlug aan. Dan bid-den ze hun mor-gen-ge-bed. Daar-na gaan ze naar be-ne-den’. Op de tafel in de huiskamer ligt een wit tafelkleed. Hierop staan en liggen het speelgoed, de taai-taaipoppen en suikerbeesten die Sint en Piet ‘gereeje’ hebben. Wies krijgt een ‘kook-ka-chel’. Frans een ‘druk-doos’ en ‘kleur-krijt’, Wim een ‘bouw-doos’ en een trein. Bet-je een ‘mooi-e’ pop.
Uiteraard zijn in dit sinterklaasboekje sporen van het rooms-katholieke gedachtegoed te vinden. Het kruisje met wijwater en het morgengebed kwam al ter sprake. Maar ieder kind krijgt namelijk ook nog een plaat. Frans ‘Het Heilig Huisgezin’, Wim ‘Laat de kleinen tot Mij komen’. Wies en Bet-je een afbeelding van ‘De Moeder van God’ en ‘De H. Jozef’.
En dan uiteraard de discussie die dit jaar (2013) is losgebarsten. Zwarte Piet wordt in verband gebracht met racisme, slavernij. Is Piet dan werkelijk aan een andere kleur toe? Op blz. 12 wordt hij als een afschrikwekkende boeman afgebeeld. En de afbeelding op blz. 16 laat zien dat hij echt geen onderdanige slaaf is.
Zouden de auteur en de illustrator van het boekje een vooruitziende blik gehad hebben?. In ieder geval komen ze de huidige Zwarte Piet-tegenstanders met de actie ‘Zwarte Piet is racisme’ wat tegemoet. Op blz. 19 staat namelijk de volgende tekst onder de afbeelding: ‘Bij Sint Ni-ko-laas zijn twee knecht-jes. Maar die zijn heel niet zwart. Ze heb-ben mooi-e roo-de pak-jes aan’.
Bronnen:
Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven, Tilburg 1997 (Uitgeverij Zwijsen B.V.)
Karen Ghonem-Woets, Boeken voor de katholieke jeugd, Zutphen 2011 (Walburg Pers)
Ronald Peeters, De Paap van Gramschap, Tilburg 1992 (Boekhandel Gianotten)
Jos Naaijkens