De trouwste onderdaan van de Majesteit ben ik niet. Als ze op de koning(inne)dag slagroomtaartjes zouden uitdelen, dan wijs ik natuurlijk niets af (ik ben niet gek !). Maar echt door het dolle heen wegens het feest ben ik dus niet. Overigens, ieder het hare of het zijne, en alle respect voor hoe anderen er tegenover staan.
Maar nu ga ik, in gedachten, even terug naar het verre, steeds waziger wordende verleden, toen, in 1938, de frater in de klas kwam zeggen dat er een prinsesje was geboren.
Onze Pa had toen juist een jongensfiets voor mij opgeknapt, hij was daar handig in. En ik herinner me, dat we mijn fiets toen versierd hebben met oranje linten en strikken en zo, en dat ik met m’n vlaggetje, m’n hoedje en m’n toeter al bellend en roepend (oranje booooven) druk door de buurt fietste.
Onderweg kwam ik Treesje telkens tegen. Die had een schonder fiets als ik, en dat zijn van die dingen waar ik mee heb moeten leren leven. Triske had van alles net iets schonder als ik, en ons Moeder vond de Moeder van Triske eigenlijk een bietje bekakt……Die had twee W.C.’s en portefesseedeuren, en een telefoon in de gang, sorry ik bedoel in de hal !
Ene halve eeuw geleden heb ik Triskes toevallig nog ene keer gezien. Een sjieke dame mee twee vèèrkes van jong. Mar ze kende me niemir.
Anton van de Wiel.