Familie Tempels

  • Datering van de foto: Diverse dateringen
  • Wie staan erop: Zie onderschriften.

Uit het familiealbum van Walter Tempels

Familiegegevens

Walter Tempels werd in 1957 geboren in een opvanghuis voor ongehuwde moeders in Breda Na een verblijf in instellingen als Huize Nazareth en De Schalmen kwam hij rond zijn 17e op eigen benen te staan. Tempels verdiende ondermeer de kost in de

zwakzinnigenzorg en het buurthuiswerk voordat hij in de jaren negentig de in de Piushaven gelegen Partyboot 'De Albatros' aankocht. Die runt hij nog altijd met zijn partner Anton Broekmeulen. Sinds 2005 staan de twee bovendien aan de leiding van de Ambrosiushof, een dagverblijf voor licht dementerenden.

Familieverhaal

Per ongeluk mens, maar dan wél gelukkig

Walter Tempels zag in 1957 het eerste levenslicht in 'Moederheil', een opvanghuis voor ongehuwde moeders in Breda. Zijn moeder Fien Tempels, dochter van een aannemer uit Meerveldhoven, was 41 toen ze van hem beviel. "Thuis mochten ze het niet weten", vertelt Walter ruim een halve eeuw later. "Mijn moeder werkte als cheffin bij V en D in Eindhoven en vertelde haar ouders dat ze overgeplaatst was naar Breda – terwijl ze er zelf om gevraagd had. Twee jaar later pas kwamen ze er door een brief van het Ziekenfonds achter dat ze een kind had."

Het was een groot schandaal, niet op de laatste plaats in de ogen van opa Tempels. "Die was zwaar katholiek", zegt Walter. "Ik zal je een voorbeeld geven.". En hij knielt. "Ze hadden daar thuis op de schouw een Jezusbeeld staan met aan weerskanten zo'n knielend engeltje waarvan de jurk net op de knie viel. Opa kapte bij beide engeltjes de knie eraf en maakte met gips een jurk die tot op de enkels viel."

Nog maar één jaar oud was Waltertje toen hij van zijn moeder gescheiden werd en overgeplaatst naar een kindertehuis van zusters in Oudenbosch. "Omdat ma het niet zo'n fijn tehuis vond, kwam ik een tijdje later in het St. Antoniushuis in Acht terecht." Daarna volgde Huize Nazareth, de voogdijinstelling van de Fraters van Tilburg. “Toen ik in mijn puberteit kwam vonden ze het beter dat ik bij mijn moeder ging wonen. Zij woonde al een tijdje in het huis van opa en oma Tempels in Meerveldhoven en verzorgde hen ook.”

Jan Verhallen

Maar het boterde niet tussen moeder en zoon. “We zaten in twee totaal verschillende werelden. Zij was net zoals haar ouders heel gelovig, ik wilde vrij zijn, léven. Op een gegeven moment ging het niet meer en ben ik van huis weggelopen.’

Via de Kinderbescherming kwam hij in De Schalmen terecht, een instelling waar jongeren op weg geholpen werden om zelfstandig op kamers te gaan wonen. “Het zat in het vroegere internaat Eigenhorst op Koningshoeven.”

Hij bewaart er goede herinneringen aan, misschien ook omdat hij steeds meer zijn eigen leven kon gaan leiden. Er kwam nog iets anders bij. “Ik heb daar ook Jan Verhallen leren kennen, een orthopedagoog die daar regelmatig ’s avonds met de jongens kwam babbelen. Op een keer zei hij tegen mij: ‘Ik heb nog nooit iemand zo zuiver uit zo’n beroerde situatie zien komen’. ‘Hé, hé’, dacht ik, eindelijk eens iemand die niet begint te praten van: o, wat zielig, zo’n jongen die zijn eigen vader nooit gekend heeft’.”

Rond zijn 17de kwam Walter Tempels op eigen benen te staan. Hij vond werk bij bloemisterij Rozenhof aan de Bosscheweg en ging daar niet ver vandaan op kamers wonen. Zijn carrière van hovenier was van korte duur, want het jaar daarop al maakte hij een overstap naar de zwakzinnigenzorg bij Huize Assisië in Udenhout. De militaire dienst maakte daar een eind aan en eenmaal uit dienst, zocht de jonge Tempels andere uitdagingen.

Hij werd beheerder van Buurthuis Binnenstad, aanvankelijk aan de Antoniusstraat, later aan de Langestraat (in het voormalige kantoorpand Monopole van wijnhandelaar Verbunt). “Ik heb in die tijd ook meegeholpen om Batcave op te zetten, een club voor jongeren uit de binnenstad waar alternatieve popbandjes optraden.”

Ambrosiushof

Na een jaar of zeven verlegde Tempels zijn loopbaan naar de bedrijfskantine van de Diamantgroep, maar hij was er de man niet naar om daar zijn pensioen te halen. Verre van. Inmiddels had hij zijn levenspartner gevonden in de persoon van Antoon Broekmeulen, zoon van een sleepbootkapitein uit Kerkdriel. En het was met hem dat hij de stap waagde om de in de Piushaven gelegen Partyboot De Albatros over te nemen.

Walter en Antoon staan nog steeds aan het roer van die goed lopende horeca-onderneming. Maar sinds 2005 is er iets veel belangrijkers bijgekomen, want in dat jaar kochten zij het voormalige arboretum van de Ambrosiushoeve en het daarop gelegen proefstation van de imkerij vlakbij de Beekse Bergen.

Onder de naam ‘Ambrosiushof’ functioneert het schitterend gelegen complex als een dagverblijf voor licht dementerenden. “Als ik moest kiezen tussen De Albatros en de Ambrosiushof zou ik voor het laatste kiezen”, zegt Tempels, die zelf de dagelijkse leiding heeft. "Want je bent daar echt bezig met het wezenlijke van de mens." De instelling valt onder een stichting die de naam draagt van wijlen Jan Verhallen, de eerder genoemde orthopedagoog die de jonge Tempels zo duidelijk een stevig hart onder de riem schoof.

Homoseksualiteit

De foto's uit zijn familiealbum laten niet op de laatste plaats zien hoe sterk Walter Tempels in de loop van de jaren veranderd is. De tijd dat hij karate deed heeft hem weerbaarder gemaakt, zegt hij.

Op één foto staat hij met Broer Donders, de Tilburgse volksschrijver die bekend werd door zijn rauwe boek ‘Per Ongeluk Mens’. Zo’n twintig jaar lang heeft Tempels meegeholpen het door alcohol getekende leven van Donders niet al te zeer uit de hand te laten lopen. Ja, je zou natuurlijk kunnen beweren dat Walter zelf ook per ongeluk mens is geworden omdat zijn moeder eigenlijk helemaal niet in verwachting had willen raken. Maar zo simpel liggen de zaken niet – al was het wel een drama en dat levenslang. “Mijn moeder had gewild dat ik dokter werd of advocaat”, zegt hij. “En toen ik rond mijn 17de vertelde dat ik homo was, was ze helemaal ontdaan, het was helemaal in strijd met haar geloof. Ik ging maar weinig bij haar op bezoek, want na een kwartiertje babbelen over het weer, was het al mis. Uiteindelijk hoorde ik van een peetoom dat ze in het ziekenhuis lag met leukemie. Natuurlijk ben ik haar daar op gaan zoeken: ik ben de laatste week van haar leven bij haar geweest. En op een gegeven moment heeft ze toen ook gezegd dat ze van me hield. Had ze dat maar eerder gezegd! We hadden het zo goed met elkaar kunnen hebben, ik had haar zo kunnen verwennen! Drie maanden lang na haar dood ben ik verdoofd geweest.”

Hij zegt het zonder bitterheid. Zoals hij ook zonder rancune of triestigheid terugkijkt op zijn leven. Daar vindt hij het leven veel te kort voor. Hij kijkt liever vooruit naar wat hij allemaal kan doen. En er is eigenlijk maar een ding dat hij wil doen: "De mensen op de Ambrosiushof een stukje aardigheid geven in deze gekke wereld.".

Fotobijschriften

1. Drie gezusters Tempels. V.l.n.r. tante Agnes, tante Caroline en Walters moeder Fien, jaren dertig.

2 Opa en oma Tempels thuis in Meerveldhoven, jaren vijftig.

3 Slaapzaal Huize Nazareth. "Dit is van voor mijn tijd", zegt Walter. "Ik denk dat dit de zaal voor de jongere jongens was, zo in de jaren vijftig of zo."

4 Walter in het tehuis van de zusters in Oudenbosch, ca 1961.

5. Walter in zijn kamer in 'De Schalmen'. Die instelling zat aan de Koningshoeven in huize 'Eigenhorst', het voormalig R.K. Jongensinternaat van de Broeders van O.L.Vrouw van Zeven Smarten. Foto ca. 1974.

6 Walters ledenpasje voor vestzaktheater 'De Spoel' in de Fabriekstraat, 1978.

7 Walter (l) tijdens zijn militaire diensttijd in 't Harde, samen met zijn dienstkameraad Josje van de Linden, 1979.

8 Walter met de Tilburgse volksschrijver Broer Donders, ca. 1983.

9 Tempels is lange tijd hoofd bedrijfsrestauratie geweest van de DSW (later Diamantgroep). "Dit was tijdens een kerstfeest voor afdelingsbazen, ik speelde voor koning Bomba." Foto jaren tachtig/negentig.

10 Walter en Anton tijdens het carnaval, ca. 2005.