- Datering van de gebeurtenis: 1890-1950
Antoniusbrood? Mijn bakker kent het niet.
In heel Europa ontstond rond 1890 de beweging ‘Liefdewerk der Antoniusbroden', ook hier in Tilburg.
In 1863 overleed, op het adres Stationsstraat 30, de textielfabrikant Frans van Dooren. Zijn dochter Marie F.E.S. van Dooren, geboren in 1855 bleef ongehuwd en bleef daar in de Stationsstraat bij haar moeder wonen. Samen met haar richtte zij in 1894 de stichting ‘Liefdewerk der Antoniusbroden' op.
Om een beeld te krijgen van de ontwikkeling in Tilburg, volgen hier een aantal krantenberichten.
Liefdewerk der Antoniusbroden
‘Voor degenen, die nog niet bekend zijn met bedoeld liefdewerk, het volgende: Wanneer men een gunst van God wil bekomen, b.v. een genezing, het terugvinden van verloren zaken, het verkrijgen van werk, de bekering van een bloedverwant of vriend, of onverschillig welke gunst, dan roept men de voorbede in, van den H. Antonius van Padua en belooft men de een of andere gift voor Antoniusbroden te geven, indien Hij het verlangde bij God weet te bekomen. Heeft men de gevraagde gunst verkregen, dan geeft men voor de armen, de beloofde gift en kan men deze hier ter stede bezorgen in de Stationstraat 30.
In deze godsvrucht is niets ongewoons, integendeel is zij zeer aanbevelenswaardig.'
1895: ‘Dinsdag 29 januari zal er van wege het godvruchtig werk der Broden der armen van de H. Antonius van Padua een eerste brooduitdeeling plaats hebben te Tilburg. Twee honderd armen zullen vanwege het geachte Bestuur van den H. Geest een extra brood ontvangen, zijnde de opbrengst der giften der beloofde aalmoezen.
Dank zij de ijver en volharding der zelatricen (propagandisten) van Tilburg de Dames van Dooren, Stationstraat, telt het maandschrift „De Liefdadigheid" in Tilburg reeds honderden abonnees, en is het onze wens, dat meerdere giften mogen inkomen ten einde meerdere brooduitdelingen aan de armen te Tilburg mogen geschieden. Nog een enkel word over hoe deze bedeling moet plaats hebben volgens de voorschriften van het godvruchtig liefdewerk,
1e. moet zij gelijkmatig zijn, alle bedeelden hetzelfde gewicht.
2e. moet de kwaliteit van het brood zijn, wit brood (pain blanc de St. Antoine)
De prospectus van het liefdewerk vermeldt nog:
Wanneer de bedeelden in de zaal het schone witte Antoniusbrood zien, vouwen zij de handen samen en storten een vurig gebed ter ere van die goeden Heilige, vergezeld van dankbare vreugdekreten. Deze manier van doen moet den H. Antonius v. Padua zeer aangenaam zijn daar hij het liefdewerk hoe langer hoe meer zegent.'
In 1897 werd het grootste aantal Antoniusbroden verspreid.
‘Vanaf 1 Januari 1897 tot eind December, werd in Tilburg, vanwege het liefdewerk der broden, als Antoniusbrood uitgedeeld, voor f 1.715,90, en wel 10.775 broden van 10 cents, 3.055 broden van 18 cents, en bij gelegenheid der Kermis, 295 krentenmikken van 30 cents. Na beschouwing dezer opgave, behoeft het geen betoog, dat onder de vele instellingen van christelijke liefdadigheid, die hier ter stede bestaan, het liefdewerk der broden van den H. Antonius een voorname plaats bekleedt. Moge derhalve dit godvruchtig werk meer en meer bloeien, niet slechts tot ondersteuning der armen, doch ook tot voordeel der vereerders van den H. Antonius. Immers hoe meer aalmoezen voor Antoniusbrood worden gestort, hoe meer gunsten, blijkbaar op voorbede van Antonius verkregen zijn; men geeft slechts, de beloofde aalmoes, voor Antoniusbrood, wanneer men door Antonius de verlangde hulp van God heeft ontvangen, zodat in dit liefdewerk èn gevers èn bedoelden, gelijktijdig bevoordeeld worden. Mogen velen bij voorkomende omstandigheden, deze troostende ondervinding bewaarheid zien.'
1899: ‘Totaal 390 arme huisgezinnen werden door Antoniusbrood bedeeld, waarvan 120 aan het Heike, 60 aan den Heuvel, 110 aan Korvel en 100 aan het Goirke, zodat het getal armen, waarvoor het liefdewerk van den H. Antonius ten goede komt, aanmerkelijk mag genoemd worden. Deze bijzondere bedeling, deze eigenaardige ondersteuning der armen, is een gevolg der godsvrucht tot H. Antonius, daar genoemde giften, toch alleen worden gestort na verhoord gebed of verkregen gunsten, op voorbede van de grote Wonderdoener van Padua.
1903: In het afgelopen jaar, was de grootste gift, die voor Antoniusbrood bij de zelatrice inkwam f 100,- en de kleinste gift was een 2 ½ centstuk. Men ziet, Antonius is voor eenieder te vinden. Veel van zijn vrienden en vereerders, zouden het kunnen bevestigen, hoe zij in het afgelopen jaar, weer de machtige voorspraak van hun bijzondere Beschermheilige ondervonden.'
(Een bedrag van f 100,- is te vergelijken met € 1.000 nu.)
1905: ‘Zoals is gezegd bedroegen de giften voor Antoniusbrood door de zelatricen ontvangen f.1.125,24, daarvan werden op verschillende dinsdagen door de heren armverzorgers aan 350 à 400 arme huis gezinnen uitgedeeld 5.796 broden van 10 cts. Op de vooravond van vier bijzondere feesten werden nog uitgedeeld 1.532 broden van 18 cts. terwijl op dinsdag in de kermisweek, wanneer een ieder gaarne wat extra op zijn tafel ziet, de 300 krentenmikken van 30 cts. werden gegeven.'
1909: ‘Het moet worden toegegeven, dat het opschrift der bussen in de verschillende kerken ‘Voor Antoniusbrood' wel in staat is om het publiek op een dwaalspoor te brengen, daarom, kan het zijn nut hebben om hier mede te delen, dat deze bussen, hoegenaamd in geen verband staan met het liefdewerk der Broden, doch geheel ten goede komen aan de Elisabeth- en Vincentiusverenigingen. De armen die door deze verenigingen bedeeld worden, behoren niet tot de armste der armen, en zijn bijgevolg niet de armen die beoogd werden, bij de oprichting van het Liefdewerk der Broden. Moet door gebrek aan deelneming dit liefdewerk ophouden te bestaan, dan wordt aan de armsten onzer stad - de tot nu toe bedeelden - het Antoniusbrood geheel uit de hand genomen, en om dit te voorkomen, herhaalt ondergetekende het vriendelijk en dringend verzoek de giften voor Antoniusbrood te willen bezorgen, daar waar zij thans behoren, bij de zelatrice van het Liefdewerk der Broden.
M. VAN DOOREN, Stationstraat 30'
1917. De moeder van Marie van Dooren overlijdt, 92 jaar oud.
Marie van Dooren, dan 62 jaar, zet het werk voort maar de regelmatige krantenverslagen ontbreken verder.
1942: ‘Het door Mevr. van Dooren in December 1894 opgerichte Liefdewerk van de Antoniusbroden wordt voortgezet door haar opvolgster Mej. M. Stael.
Giften voor de armsten van onze Stad als 'Beloofd Antoniusbrood' kunnen worden gezonden aan voormelde zelatrice, Stationsstraat 11.'
Op Stationsstraat 11 overleed in 1938 op 72-jarige leeftijd de oud-notaris uit Oss, R.J.F.A.M. Stael, in 1903 getrouwd met A.F.A.M. v.d. Mortel, die als weduwe tot 1954 in de Stationsstraat is blijven wonen. Zij is ongetwijfeld de genoemde M.Stael, Stationsstraat 11.
1943. De grondlegger, Marie F.E.S. van Dooren overlijdt in Etten-Leur, 88 jaar oud. Zij kreeg voor haar werk de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesiae et Pontifici.
Onze huidige Pater Poels, die nu elke nacht brood rond brengt, heeft dus in deze Marie van Dooren honderd jaar eerder een voorganger gehad in de broodvoorziening aan de armen.
Bijgaande foto toont een Antoniusbrood zoals dat nu in Padua in Italië te koop is. Antonius, overleden in 1263, ligt in Padua begraven.