Familie Broos

  • Datering van de foto: Diverse dateringen
  • Wie staan erop: Zie de fotobijschriften.

Uit het familiealbum van Piet Broos

Familiegegevens

Piet Broos werd in 1910 geboren in het West-Brabantse Zevenbergen. Na een baantje in een boekhandel en zijn militaire diensttijd begon hij te tekenen en te schrijven voor diverse uitgeverijen, waaronder Spaarnestad en het R.K. Jongensweeshuis van de Fraters van Tilburg. In 1940 trouwde hij met Cato (Toos) Uijttenhout met wie hij een gezin opbouwde dat uiteindelijk negen kinderen zou tellen. Los van tal van andere publicaties in jeugdbladen en kranten is zijn naam verbonden aan meer dan 200 boeken, waarvan een groot deel door hem zelf geschreven en geïllustreerd.

Piet Broos overleed in 1964.

Familieverhaal

Een oproep kan verschillende effecten hebben. Neem de oproep in het Brabants Dagblad en in de Tilburgse Koerier. Ik deed die met het oog op een boekje voor de Stichting Dr. P.J. Cools msc, organisator van de jaarlijke tweedehandsboekenmarkt 'Boeken rond het Paleis'. Kort samengevat: wie kon me helpen aan foto's uit heden of verleden waarop lezers te zien waren? Dus foto's van bijvoorbeeld opa die de krant spelt of van een kind dat zijn eerste boekje leest.

Eén van de meer opvallende reacties kwam van Pieternel Broos. De Tilburgse handboekbinder en dozenmaker is een dochter van de Brabantse schrijver en illustrator Piet Broos (1910-1964). Op de foto die zij instuurde zie je hem samen met zijn kinderen rond een boek; kennelijk is hij aan het voorlezen. Er staat een kistje sigaren onder handbereik en vader Broos heeft trouwens ook een sigaar tussen de vingers. In 1956 was dat nog heel gewoon. Maar uit wat voor boek leest hij eigenlijk voor?

'Het boek', schreef Pieternel in haar toelichting, 'is zeer waarschijnlijk een Engelbewaarder, uitgegeven bij het R.K. Jongensweeshuis in Tilburg, waarvoor hij tot 1958 verhaaltjes, stripverhalen, tekeningen, puzzels en spelletjes maakte. Na 1958 gaat de Engelbewaarder op in de Okki (Onze Kleine Katholieke Illustratie), waarvoor hij nog tot zijn dood in 1964 bleef werken'.

Het bleek dat de foto al eens eerder gepubliceerd was. En wel in een prachtig, rijk geïllustreerd boek dat door Pieternel, haar broer Kees en nichtje Mette Peters was samengesteld: Verteld en getekend door Piet Broos (nog steeds te koop via info@brooswerk.nl). Het boek werd in 2004 uitgegeven bij gelegenheid van een gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum te Weert, de gemeente waar de uiterst productieve schrijver en illustrator een groot deel van zijn leven woonde en waar hij ook overleed.

Zoutsmokkelaar

Piet Broos zag op 16 december 1910 het levenslicht in het West-Brabantse Zevenbergen. Zijn grootvader, zo lezen we in het boek, was nog geboren in een plaggenhut, werkte als landarbeider en seizoensarbeider in de suikerbietencampagnes en verdiende bij met stropen en zoutsmokkelarij. Hij werd maar 44 jaar oud en liet zeven kinderen achter, onder wie Piets vader Cornelis. Die werd op zijn elfde boerenknecht maar zag al snel dat er beter werk te vinden was bij het Staatsspoor. Als jongmaatje aangenomen in Breda wist Cornelis Broos binnen de kortste keren promotie te maken. En net zoals zijn vader had hij ook diverse bijbaantjes, waaronder zelfs het knippen en scheren van zijn collega's bij het spoor. Als zijn kinderen het maar beter kregen, dat was één van zijn drijfveren toen hij eenmaal een gezin kreeg.

Het werk bracht diverse 'verplaatsingen' met zich mee en zo kwam de familie Broos ook terecht in Weert waar Piet opgroeide. Hij zat op de lagere school bij de Broeders van Maastricht en dacht er al aan missionaris te worden. Het Klein-Seminarie van de paters Franciscanen in Sittard verliet hij echter zonder roeping. Met zijn gymnasiumdiploma op zak verhuisde hij naar zijn ouders in Den Haag en vond er emplooi bij een boekhandel. Tot hij in dienst moest. En eenmaal afgezwaaid zag de toekomst er zeker economisch beduidend minder rooskleurig uit.

De Engelbewaarder

Grootmoeder en Karel zaten om het knapperende haardvuur. Met open mond zat Karel te luisteren naar de wonderlijke verhalen die grootmoeder onder het roeren in den ijzeren pappot vertelde van dwergen, elfen en feeën.

Zo begon het verhaal voor de jeugd waarmee Piet Broos in de zomer van 1933 debuteerde in de Katholieke Illustratie. Publicaties in andere Spaarnestad-uitgaven zoals Weekblaadje voor de Roomsche Jeugd en Kleuterblaadje volgden en ook De Engelbewaarder van het R.K. Jongensweeshuis van de Fraters van Tilburg wilde werk van hem hebben. Het was het begin van een schier eindeloze reeks verhalen voor de jeugd die voor een groot deel ook door Broos zelf geïllustreerd waren. Hoewel hij een tijdje avondlessen volgde op de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, was het vooral door een schriftelijke tekencursus én door het gewoon heel veel te doen, dat Broos een geroutineerd tekenaar werd.

'Het rode huis'

Hij illustreerde overigens niet alleen zijn eigen werk maar ook dat van anderen. En daarbij bleef hij zeker niet binnen de Roomse zuil. Zo leverde hij tot aan zijn dood versjes, verhalen en tekeningen aan Kinder-Kompas, het maandblad van de Nationale Levensverzekering-Bank.

In 1938 bracht drukkerij/uitgeverij 'Helmond' zijn eerste boek uit, Het rode huis, een zogeheten kwartjesboek. Broos schreef en illustreerde niet alleen diverse andere kwartjesboeken maar verzorgde ook het tekenwerk voor de door 'Helmond' geproduceerde kleurboeken en zogeheten plakprentenboeken.

In de zomer van 1939 kwam hij als reclame-illustrator parttime in dienst van de Eindhovense drukkerij Vrijdag. Extra geld was zeer welkom nu hij op het punt stond te trouwen met Toos Uijttenhout, dochter van een Haagse handelsdrukker.

Op de Grebbeberg

De mobilisatie kwam tussenbeide. Piet en Toos trouwden weliswaar op 1 februari 1940 maar de bruidegom moest na de bruiloft direct weer terug naar de Betuwe waar hij als dienstplichtig sergeant ingekwartierd was. Hij hoorde ook tot het bataljon dat na de Duitse inval in de pan gehakt werd op de Grebbeberg.

Terug uit krijgsgevangenschap pakte Piet Broos een paar maanden later zijn werk zo goed en kwaad als het kon weer op. In december 1940 werd zijn eerste zoon geboren, Kees, genoemd naar grootvader Cornelis. Het jaar daarop verhuisde het jonge gezin naar Weert. Maar het werd steeds moeilijker aan het werk te blijven omdat alle drukwerk onder controle van de bezetter werd gesteld. Op zeker moment moest Piet Broos ook onderduiken en een groot deel van de oorlog bracht hij door op een boerderij in de Brabantse Peel.

Bijbel voor de Jeugd

Na de oorlog kon Broos zijn werk bij 'Helmond' weer oppakken. Zo werd hij in 1946 hoofdredacteur van het nieuw jeugdtijdschrift Onze Krant en begon datzelfde jaar samen met de schrijver Alphons Timmermans aan de Bijbel voor de Jeugd, een reeks van uiteindelijk 24 delen. Een door Broos zelf bedachte serie Kleine boeken van grote heiligen die in 1949 begon te verschijnen telde 18 delen. Broos werd in de jaren vijftig ook de co-auteur van de destijds populaire fotoboeken De Heilige Mis, uitgelegd aan kinderen en De zeven sacramenten.

Maar het was niet allemaal Rooms wat de klok sloeg en zijn werk bleef evenmin tot het Nederlands taalgebied beperkt. Zo kwamen diverse prentenboeken die Meulenhoff op de markt bracht ook uit in Spaanse, Engelse, Duitse en Franse vertalingen.

Ali Baba

Het is uiteraard onmogelijk om hier alle boeken, kranten en bladen waaraan Piet Broos meegewerkt heeft de revue te laten passeren. Hij sloeg er zichzelf niet voor op de borst, zo blijkt uit het enige bekende interview dat ooit met hem gehouden werd. Het verscheen in de katholieke IDIL-gids en Jeugdlectuurlijst, een uitgave van de destijds gezaghebbende 'Informatiedienst inzake lectuur' te Tilburg. In het betreffende vraaggesprek merkte hij ondermeer op dat een goed jeugdboek 'spanning, humor, fantasie en veel goede illustraties' moet bieden. 'Ik doe mijn best die te brengen en mijn kinderen fungeren als readers'.

Met die laatste zin komt weer de foto uit 1956 in gedachten waarmee dit stuk begon. Vader Broos met vijf van zijn negen kinderen, voorlezend uit eigen werk, af en toe een stevige rookwolk de lucht in blazend van zijn sigaar.

Op de laatste bladzijde van het levensverhaal dat Kees Broos van zijn vader optekende staat een foto van vier jaar later. Een foto uit Okki waarop we de schrijver een pop zien opblazen van de wekelijks terugkerende stripfiguur Ali Baba. Het bijschrift van de dienstdoende redacteur luidt:

'Iedere week blaast Piet Broos een nieuwe Ali Baba voor jullie op. "Ik weet nog wel duizend Okki's lang iets te vertellen over dat grappige kereltje met zijn stekelbaard", heeft hij me toevertrouwd.'

Het werden geen duizend weken. Piet Broos overleed op 9 juli 1964.

Fotobijschriften

1 De familie Broos, ca. 1918. Piet wordt geflankeerd door zijn zusters Fien en Mien.

2 Piet Broos aan het werk, ca. 1935.

3. Piet en zijn verloofde Cato (later: Toos) Uijttenhout, ca. 1935.

4 Toos en Piet aan het schaken, ca. 1935.

5 Sergeant Broos (r) tijdens de mobilisatie, 1939.

6 Toos en Piet, ca. 1940. Wellicht tijdens hun korte 'huwelijksreis'.

7 Piets zonen Ben en Hein met een nummer van 'Onze Krant', 1947.

8 Kees Broos (r) poseerde in 1951 als misdienaar in het destijds populaire fotoboek 'De Heilige Mis, uitgelegd aan kinderen' waarvoor zijn vader de tekst schreef.

9 Het gezin van Piet en Toos Broos telde in 1953 acht kinderen.

10 Piet Broos met zijn geesteskind Ali Baba in de Okki, 1960.