Frans Kense
- Datering van de gebeurtenis: 1842-1993
In 1928 had Tilburg ruim 60.000 inwoners. Daarvan staan er in het Tilburgs adresboek van 1928 meer dan 17.000 vermeld, compleet met alle mogelijke beroepen. Van 37 personen is het beroep ‘remonterijder'. Gezien de werkgelegenheid zou je verwachten dat een remonterijder in de textiel of bij het NS-atelier werkzaam zou zijn.
Maar een remonterijder blijkt iemand te zijn die nieuw ingelijfde militaire paarden africht.
Tilburg speelde een belangrijke rol als militaire paardenstad. Eerst met de, deels behouden Lancierskazerne (1842-1856, afb. 1 en 2) en tenslotte met de, ook deels behouden Kromhout-kazerne (1913-1993, afb. 3 en 4).
Bij beide kazernes is niet bekend hoeveel paarden daar in gebruik waren, maar gezien de afmetingen van de stallen moeten het er meerdere tientallen geweest zijn.
Toen het gebruik van paarden in de Kromhoutkazerne voorbij was gebruikte men de stallen als sfeervolle etensruimte, afb. 5.
Met het verdwijnen van de paarden en ruiters van de cavalerie, afb. 6 , is er ook een stukje Tilburgse historie verdwenen, dat nog vorstelijke belangstelling heeft getrokken. Een krantenbericht van 22-6-1938 meldde:
Prins Bernhard bezoekt Tilburg, om op de hoogte te worden gebracht van de africhtingsmethoden bij het paarden-depot van de artillerie.
De remonterijders van de Kromhoutkazerne mochten toen hun kunnen tonen.
1. Tekening uit 1922 van H. Corvers van de voormalige Lancierskazerne aan de St. Josephstraat. Achter de voorgevel de drie zijvleugels, waarvan de rechtse twee de paardenstallen.
RAT-023306
2. Schilderij uit 1988 van Bernard van Rijthoven met een luitenant van het Eerste Regiment Lanciers bij de kazernepoort van de Lancierskazerne.
3. De Kromhout-kazerne
RAT-000195, 1920
4. Ansichtkaart uit 1917 van de kromhoutkazerne.
RAT-000192
5. De voormalige paardenstallen in gebruik als eetzaal.
RAT-016383, 1988
6. Een feestelijke uitgedoste cavalerist.
RAT-048902, 1923
Tilburg Wiki:
