(Bijna) vergeten heldendaad deel 1

  • Datering van de gebeurtenis: januari 1944

Op het pand aan de Oude Markt waar vroeger de gemeentesecretarie was gevestigd, prijkt een plaquette met de volgende tekst:

“ Met hulp van ambtenaren overvielen verzetsstrijders op 25 januari 1944 de afdeling Bevolking van de gemeente Tilburg Zij maakten zogenaamde Rauterzegels buit. Daarmee konden vele onderduikers in hun levensonderhoud voorzien. De overval werd uitgevoerd in het kantoorgebouw dat hier heeft gestaan.“(Afb. 1)

Eind 1943 komen de Duitsers op het idee om de persoonsbewijzen die iedereen verplicht bij zich moet hebben (ja ja, de geschiedenis herhaalt zich) te voorzien van een zogenaamde “Rauterzegel” die het moeilijker moet maken voor onderduikers om vervalste persoonsbewijzen te gebruiken.

Je kunt geen tweede distributiekaart krijgen (die heb je nodig om levensmiddelen te kunnen kopen) als er op het persoonsbewijs geen Rauterzegel1 is geplakt (Paarse zegel op afb. 2) . Bovendien loop je zonder die zegel tegen de lamp als er weer eens een razzia of controle wordt gehouden.

Het verzet heeft dus die Rauterzegels dringend nodig om de persoonsbewijzen echt te laten lijken, wat het lijfsbehoud voor vele duizenden onderduikers in heel Nederland kan betekenen. Omdat deze zegels moeilijk zijn na te maken, wordt er door het verzet dus stevig gepiekerd hoe dit opgelost moet worden.

Een knokploegleider van het verzet uit Soest, Van Zanten, neemt contact op met de Bureauchef van het Evacuatiebureau in de Bisschop Zwijsenstraat , de heer J. Poort, waarvan bij het verzet bekend is dat hij de ambtelijke ongehoorzaamheid leidt. Samen denken zij na over een oplossing. Enige tijd later wordt bekend dat er onder zware bewaking in Den Bosch 105.000 Rauterzegels opgehaald moeten worden, die in de kluis van de gemeentesecretarie op de markt worden gedeponeerd. Politie agenten houden dag en nacht de wacht.

Dhr. Poort helpt mee bij het opbergen van de zegels om zo de sleutel van de kluis in handen te krijgen. Hij probeert samen met Wim Berkelmans –bevolkingsambtenaar- stiekem op de WC een wasafdruk te maken, maar na een uur moeten ze hun pogingen staken, anders zou er argwaan ontstaan.
Het lukt niet meer om de sleutel nog in handen te krijgen, daarom wordt er een plan uitgewerkt om de sleutel te bemachtigen.
De chef van de afdeling Bevolking zal worden weggelokt en dan zal men hem onder bedreiging de sleutel afhandig proberen te maken. Berkelmans zal met de sleutel de zegels uit de kluis halen en vervolgens met de buit verdwijnen in een gereedstaande auto. Buiten zal (onopvallend) een gewapende knokploeg staan om eventueel de aftocht te dekken. Een perfect plan, maar Wim Berkelmans –zeer actief bij het helpen van Joodse onderduikers, wordt op de hielen gezeten door de Duitsers en moet nu zelf onderduiken.
Poort en Van Zanten willen het plan toch doorvoeren en benaderen Huub Simons, eveneens werkzaam op bureau bevolking. Die is bereid de risico’s te aanvaarden terwijl hij weet dat het hem, z’n familie en zijn verloofde de kop kan kosten. Na de kraak zal hij direct door het verzet naar een schuiladres worden gebracht. Men besluit de actie op 25 januari 1944 uit te voeren.

U moet dringend naar de Weduwe Verbunt.
Om 12 uur ’s middags geeft een onbekende uit Soest (die in het complot zit) een briefje van Mijnheer Pastoor af bij het loket van de afdeling bevolking waarop staat: “Wil de chef van de Afdeling Bevolking om half één even bij de Weduwe Verbunt langs gaan? Het betreft een dringende persoonlijke kwestie!”

Het spreekt in die tijd vanzelf dat je de pastoor niet teleurstelt en hij spoedt zich naar het opgegeven adres. Daar wordt hij door twee knokploegleden (KP-ers) overmeesterd, die hem dwingen zijn sleutels af te geven, maar daar zit de sleutel van de kluis niet bij. Die heeft hij in een sigarendoos gestopt. Nadat ook de chef Burgerlijke Stand met een smoesje naar het huis van de weduwe is gelokt en beiden gefouilleerd zijn word de sleutel gevonden en blijven ze beiden geboeid bij de Weduwe zitten. De KP-ers rennen naar Simons die boos is omdat hij zo lang heeft moeten wachten maar nu kan hij eindelijk tot actie overgaan.

Hij opent de kluis en pakt de zak met Rauterzegels en neemt en passant 700 persoonsbewijzen mee, zet zoals afgesproken, een stuk wit papier voor het raam ten teken dat de overval gelukt is en vertrekt.
Hij laat zijn kantoorjas in het gebouw achter. Het is gelukt! De buit is binnen!

Rond één uur krijgen de chef Bevolking en de chef Burgerlijk Stand hun vrijheid terug. Ze moeten nu wel gaan melden dat ze ontvoerd werden en onder bedreiging de sleutels moesten afgeven. Maar als de kluis wordt gecontroleerd maakt die een ongeschonden indruk; er lijkt niets aan de hand te z1jn.

In het politierapport staat dat er alleen maar een sleutel gestolen is en dat de kluis onaangeroerd bleef. Simons is ‘s middags niet op kantoor, maar zijn stofjas hangt er nog steeds.
Dhr. Poort, de chef Bevolking dus, doorzoekt voor alle zekerheid het kledingstuk en vindt in een van de zakken een vals persoonsbewijs, dat hij als de wiedeweerga laat verdwijnen. De N.S.B.-politiebaas verhoort de twee chefs en de weduwe. Misschien komen de verzetsbandieten vannacht wel terug om met de gestolen sleutel de kluis leeg te halen. De commissaris zet extra politiebewaking in het gebouw. Het komt gelukkig niet bij hem op dat het kwaad al gebeurd is.
Simons spijbelt de volgende dag weer en dan komt de politiechef op het idee de kluisdeur te laten openen door deskundigen van een brandkastenfabriek. Ze hebben de hele morgen nodig om de deur open te krijgen. Burgemeester Van de Mortel, speurders van de Sicherheitsdienst en de politiechef kijken gespannen toe. De burgemeester, die ongeveer wel weet hoe de vork aan de steel steekt, vertrekt geen spier van zijn gezicht. Als de deur tenslotte openzwaait, schiet de commissaris naar voren om woedend te merken, dat . . . de veilig gewaande bergruimte leeg is. Vloekend roept hij op dat moment een doodvonnis uit over Simons die onvindbaar is.
De Sicherheitspolizei wil bloed zien. Maar liefst 105.000 controlezegels in handen van het verzet! Wat zal het Duitse opperbevel in Den Haag woedend zijn!
De Tilburgse burgemeester ziet toch kans de verhitte Duitse gemoederen tot bedaren te brengen. De speurneuzen moeten toch toegeven, dat niemand deze sluwe inbraak had kunnen voorkomen, of voorzien? De veiligheidsmaatregelen waren toch waterdicht?
Iedereen die Huub Simons van nabij kent wordt gearresteerd: zijn verloofde en C. van Hombergh van de Korvelseweg, die bevriend is met de verdachte. Maar ook Mevrouw Verbunt die kennelijk in het complot zit.
Ook kennissen en familieleden, waaronder zijn vader, worden achter slot en grendel gezet. Sommigen worden na verhoor weer vrijgelaten maar anderen moeten tot het einde van de oorlog achter Duits prikkeldraad blijven.

Vader Simons wordt naar Haaren overgebracht van waaruit hij op 31 augustus 1944 naar Utrecht wordt verplaatst in afwachting van zijn transport naar Duitsland op 7 september, maar wordt ontslagen en ondergebracht bij een familie in Bilthoven, waar hij tot het einde van de oorlog verblijft.
Een broer van Huub is wel naar Duitsland gevoerd, maar keert na de oorlog weer naar huis terug.

Ondertussen zit de dader zelf veilig ondergedoken in Geldermalsen. Door zijn toedoen kunnen tienduizenden onderduikers en verzetsmensen in het land voorzien worden van valse papieren.

In een volgend artikel wil ik ingaan op de terugkeer van Huub Simons en zijn familie na de bevrijding in mei 1945.

Henk van Mierlo

Nuenen
Bronnen oa.: Tilburg 1940 – 1945, jaren van verduistering, Frans Janse en Ronald Peeters

BeeldOnLine Regionaal Archief Tilburg, Louis Sparidans

1 De Rauterzegel heeft waarschijnlijk zijn naam te danken aan een van de SS-leiders in Nederland, generaal Rauter, tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tilburg Wiki:

Media