- Datering van de gebeurtenis: 1954 / 1994
In de jaren zestig kwam de grote omwenteling in de druktechniek. De vraag naar drukwerk steeg en ook de snelheid waarmee dit geleverd moest worden nam steeds meer toe. Met de boekdruktechniek was aan beide eisen niet tegemoet te komen. Een, tot dan toe vrijwel beperkt, toegepaste druktechniek was de offsettechniek. Meestal voor verpakkingsdrukwerk en zeer grote oplagen werd deze toegepast. Een metalen plaat werd langs fotografische weg van een beeld voorzien, de plaat werd om een cilinder gespannen en door het principe van het elkaar afstoten van vet (inkt) en vocht (water) konden er afdrukken gemaakt worden. De stijgende vraag naar drukwerk en de snelheid waarmee aan deze vraag voldaan moest worden maakte dat menig drukker, zij het voorzichtig, overstapte op deze druktechniek. De eerste drukpersen die dan in de kleinere drukkerijen verschenen leken in vrijwel alles op de bekende boekdrukpersen. (afb. 1) Alleen de vormwagen was vervangen door een cilinder en er was een extra stel rollen toegevoegd voor bevochtigen van de drukplaat. Het aloude letterzetten kon geen dienst meer doen als vormvervaardiging. Voor deze techniek was een beelddrager nodig welke om een cilinder gespannen kon worden. De eerste periode werd er nog van loodzetwerk een afdruk (barietafdruk) gemaakt welke vervolgens fotografisch werd opgenomen om zo te reproduceren op de drukplaat. Het is beslist niet aan de grafische industrie te danken dat deze manier van vormvervaardigen geen lang leven beschoren was. De kantoorautomatisering met computers, tekstverwerkers en later ook teken- en opmaakprogramma's, bood de klant mogelijkheden om zelf zijn drukvorm aan te leveren. Foto's en tekeningen konden daardoor meteen ingesloten worden en het dure clichévervaardigen kon daarmee worden voorkomen. Toen dan ook nog het kleurgebruik door de televisie en daarmee de vraag naar kleurendrukwerk een enorme vlucht nam was het offsetprocedé de aangewezen manier om aan deze vraag te voldoen. Op de dag van vandaag wordt er nog maar sporadisch iets gedaan in hoogdruk met zetwerk uit loden letters. De meeste drukkerijen beschikken niet eens meer over de benodigde apparatuur hiervoor.
De meeste drukkerijen waren klein van opzet. (Tilburg kende ook toen maar enkele drukkerijen van enige omvang.) Ze stonden voor het dilemma of doorgaan op de oude voet met de wetenschap dat een spoedig einde naderde of overschakelen op de offsettechniek. Van de toen bestaande drukkerijtjes zijn een aantal opgehouden te bestaan, anderen zijn wel overgeschakeld maar hebben daarbij geen duidelijke keuzes gemaakt. Zij zijn een soort alleseters geworden die elke vorm van drukwerk aannamen. Het gevolg is dat het vlees nog vis was en daardoor klein zijn gebleven of alsnog zijn opgeheven. Slechts enkele drukkerijen hebben wel duidelijke keuzes gemaakt en zijn zich gaan specialiseren. Het betere reclamewerk, periodieken en tijdschriften of verpakkingsdrukwerk zijn daar voorbeelden van. Het zijn juist deze bedrijven welke een behoorlijke groei hebben doorgemaakt en waar meer sprake is van een drukwerkindustrie. Zij beschikken dan ook over grotere persen (afb. 2) dan de doorgaans kleinere drukker (afb. 3+4). In Tilburg zijn er nog maar een stuk of drie grote bedrijven. De rest valt in de categorie kleintjes. Dit zowel qua personeelsomvang als technische mogelijkheden.
Was enerzijds een omschakeling van procedé noodzakelijk, ook de vraag naar meerkleuren drukwerk is sterk gestegen. Vooral de vraag naar complex drukwerk is sterk toegenomen. Was in het begin een drukpers welke één kleur ( afb. 3+4) tegelijk kon drukken en dan ook nog op beperkt formaat voldoende, thans gebiedt de vraag het beschikbaar hebben van meerkleuren persen. (afb. 5) Zelfs mogelijkheden tot het drukken van acht kleuren in een drukgang en dan nog op zeer groot formaat zijn dikwijls vereist (afb. 6). De klant is meer eisend geworden. Hij biedt, al dan niet door tussenkomst van reclamebureaus, zelf zijn drukvorm aan op CD-rom. De drukker hoeft deze allen nog maar op de plaat te zetten en af te drukken. Was vroeger de tussenkomst van film nog noodzakelijk, nu is het al zover dat deze fase kan worden overgeslagen en langs digitale weg een drukplaat wordt vervaardigd. Grote drukkerijen beschikken al over deze mogelijkheid terwijl de kleinere in rap tempo zullen volgen. Het is in het bijzonder de informatietechnologie welke nu de grootste bedreiging vormt. Internet en e-mail rukken steeds meer op. Drukwerk wordt hoofdzakelijk nog vervaardigd voor massacommunicatie en gericht op een speciale doelgroep. Drukwerk wordt dan ook als marketingmiddel ingezet om geselecteerde potentialis te bereiken. Het is deze vorm van drukwerkvervaardigen welke de drukwerkindustrie te wachten staat. Evenals voorheen in de textielindustrie zullen in de toekomst, als gevolg hiervan, nog diverse bedrijven afvallen. Een verkeerde marketing keuze kan fataal zijn.